Een koopman in Venetië

[p. 188]

[Teksteditie]

Dov'è Absalon con soy belesza legra?⁶⁰⁷
War es Absolon met sinder blider scoenheit?

Dov'è Porphirius con soy astucia,⁶⁰⁸
War es Porphirius met sinder listicheit,

qui primo li navi faceva⁺
dy ierstwerf die scepe makede

e ancora navigare commensava?
ende oec metten scepen te treckenne begoste?

Dov'è Segor con soy potencia,
War es Segor met sinder macht,

qui sey miyare de homini maeszava
dy sesse dusent mannen verscloech

e quisto con uno battuto?
ende dit met enen sclage?

Dov'è Ebur, quil gran gygante,
War es Ebur, di grote rese,

qui fè tremare li homini in terra e mare?
di beven dede die minschen in der eerden ende in de[r] zee?

Dov'è Ethor quil iuvenetto animoso,
War es Ethor, die jongelinch coenne,

qui temptava tuta la terra de destruere?
dy tempteerde alle die eerde te verdervenne?

607 Absalon, een zoon van David, stond bekend om zijn schoonheid: er was niemand in heel Israël, ‘die zo om zijn schoonheid geprezen werd als Absalon’ (2 Samuël 14, 25-7). In 2 Samuël 15-19 wordt zijn ondergang beschreven. Hij probeert David, zijn vader, van de troon te stoten. Als hij moet vluchten voor de vrienden van zijn vader, raakt zijn hoofd vast in een eik. Zijn muildier loopt onder hem door. Hangend aan de boom wordt hij gedood (2 Samuël 18, 14-5).

608 Porphyrius was een neoplatonische wijsgeer uit de derde eeuw na Chr., die om zijn geleerdheid werd geroemd. Het ubi sunt?-motief, met o.m. de namen Porphyrius, Absalon, Samson en Salomon, komt ook voor in een Latijnse trope, ‘Audi tellus, audi magni’, een uitbreiding van het responsorium ‘Libera me Domine’, dat tijdens het nachtofficie van Allerzielen werd gezongen (Analecta Hymnica 49, no. 779). Wellicht kende de auteur dit of een verwant liturgisch gezang (zie ook Gilson 1955: 20-1) of een hiervan afgeleide tekst in de volkstaal. Met dank aan C.M. Bower (Notre Dame, USA).

+ f.35r

608 Na doue: astucia de doorgehaald