Een koopman in Venetië

[p. 183]

[Vertaling]

nella sua omelia di un martire:
in zijn homilie over één martelaar:

‘Si diligenter consideremus, fratres karissimi,
que et quanta sunt, que nobis promittuntur in celis,
vilescunt animo omnia, que habentur in terris.
Terrena namque substancia superne felicitati comparata pondus est, non subsidium.
Temporalis vita, eterne vite comparata,
mors est pocius dicenda quam vita.
Ipse enim defectus cotidianus corrupcionis,
quid est aliud, quam quedam prolixitas mortis.’

O amico mio, molto diletto,
O mijn zeer lieve vriend,

hai inteso bene quella ricchezza di Dio,
hebt u goed begrepen de rijkdom van God,

che non finisce mai,
die nooit eindigt,

ma che cresce abbondantemente sempre di più,
maar altijd overvloedig toeneemt,

tanto che nessuno vuole avere di più?
zozeer dat niemand méér begeert te hebben?

Perché loro considerano bene che non la si può consumare
Want zij nemen terecht in aanmerking dat men deze niet kan opgebruiken

e così, se tieni bene in mente,
en ook, als u dit goed voor ogen houdt,

che le cose mondane [sono] molto instabili,
dat het goed van de wereld zeer onbestendig [is],

perché, alla fine comportano ogni tipo di povertà,
want zij brengt uiteindelijk alle armoede,

e tutto quello in un dolore tanto grande
en dat in zo'n grote droefheid