Een koopman in Venetië

[p. 141]

[Vertaling]

‘Ognuno tenga a freno la propria lingua,
“Iedereen breidele zijn tong,

perché non esca fuori un litigio.
opdat daar geen twist klinke.

Così chiudete anche gli occhi per non vedere vanità.”
Opdat gij geen ijdelheid ziet, sluit daarom uw ogen.’

Perché il Salmista comanda manifestamente:
Want David beveelt openlijk:

‘Distogliete i vostri occhi,^299-300
“Keer uw ogen af,

per non vedere la vanità.”
opdat gij geen ijdelheid ziet.’

Perciò chiudete la bocca e gli occhi,
Daarom dan, sluit uw mond en uw ogen,

perché il prudente si riconosce dalle sue parole.
want aan zijn woorden herkent men de verstandige.

Così si riconosce il savio,
Zo wordt de wijze herkend,

quando apre gli occhi onestamente.
als hij zijn ogen opent met een eerzaam hart.

Chiudete gli occhi quando vedete vanità,
Sluit uw ogen als u ijdelheid ziet,

perché non tutta la bellezza è bella in sé,
want alle schoonheid is niet schoon in zichzelf,

perché dentro non si trova ciò che appare da fuori.
want binnenin vindt men niet wat het van buiten lijkt.

299-300 Psalm 119 (Vulgaat: 118), 37. Er is een opvallend verschil: het verzoek, door de psalmist tot God gericht, wordt hier een gebod aan de mensen: ‘Keret omme’. Vgl. de aantekeningen bij 264-6 en bij 350-3.