[Vertaling]
251[regelnummer]
Se vuoi la mia amicizia, lascia in pace la mia fantesca.
Wilt u bij mij in de gunst staan, laat mijn jonge dienstmaagd met rust.
252[regelnummer]
Se ti piace la mia pace, non fare rumore in casa mia.
Als mijn vrede u lief is, maak geen herrie in mijn huis.
Als u in vrede wilt leven, zwijg over hetgeen u hoort of ziet.
254[regelnummer]
Chi deve servire altri deve vivere onestamente.
Zij die anderen hebben te dienen moeten eerzaam leven.
Een gedienstige knecht wordt in iedere wet geprezen.
256[regelnummer]
O quanto è da lodare un buon famiglio in casa!
[O, hoezeer te prijzen is een goede knecht in huis!]
| |
Wijze lessen
257[regelnummer]
Cominciando in nome di Dio diremo cose utili:
Beginnend in de naam van God zullen wij nuttige dingen zeggen:
258[regelnummer]
Il cibo del corpo [è] il pane materiale,
de spijs voor het lichaam is het stoffelijk brood,
259[regelnummer]
così anche il cibo dell'anima [è] il verbo di Dio,
zo is ook de spijs voor de ziel het woord Gods,
260[regelnummer]
perché nessuno può vivere altrimenti.
want niemand kan anders leven.
Als wij willen spreken over nuttige zaken, zullen wij spreken over het inzicht:
|
-
voetnoot253
- Ook indertijd al een zeer bekend gezegde, zowel in Italië (vgl. Libro dei buoni costumi uit 1460: ‘Chi ode e vede e tace sì vuol vivere in pace’ (Branca 1986: 6, nr. 7); het Italiaans-Duitse Sprachbuch (vijftiende eeuw) (Bart Rossebastiano 1976: 555, nr. 24)), als in de Nederlanden (Brinkman/Schenkel 1999, p. 453-5). ‘Horen, zien en zwijgen’ is in het koopmansmilieu een symbool van deugd. Met name Italiaanse kooplui waren bekend om hun discretie en de geheimhouding van hun zaken (Bec 1967: 106).
-
voetnoot255
-
ghedienste als bijv. nmw. ontbreekt in het MNW en WNT.
-
voetnoot261-302
-
prudesza-prudente / vorsinnigheit-vorsinnicheit-vorsinnich Deze naamwoorden komen in dit gedeelte diverse keren voor. De deugd prudentia - ook wel als sapientia aangeduid - is een van de vier zogenoemde kardinale deugden: temperantia (gematigdheid), prudentia (wijsheid, voorzichtigheid), fortitudo (sterkte), en iustitia (rechtvaardigheid). Als kardinale deugd, als hoofddeugd, sluiten zij andere deugden in zich. Dat kan men bijvoorbeeld lezen in de Fiore di virtù, dat in het Middelnederlands is bewerkt door Dirc Potter in zijn traktaat Blome der doechden (Schoutens 1904). Potters hoofdstuk 11 is gewijd aan de prudentia. Daaruit valt op te maken dat het begrip te maken heeft met ‘wijsheid’, ‘inzicht’, ‘verstandigheid’, ‘voorzichtigheid’, ‘vooruitziendheid’ en dergelijke. In de context van het koopmansmilieu is prudentia de belangrijkste deugd. Deze onderscheidt zich van de christelijke deugd in die zin, dat het oogmerk voornamelijk materieel is. Voor de koopman komt materieel gewin op de eerste plaats, daarna komt pas de winst op moreel gebied. Prudentia in koopmanszin zou je kunnen omschrijven als een inspanning om de loop der dingen naar je hand te zetten. Een ‘prudente’ koopman handelt dan als volgt. Hij observeert de situatie, waarbij hij zich voortdurend aanpast aan de omstandigheden. Daarna kiest hij een bepaald doel en tracht vervolgens dit doel te realiseren ten gunste van zichzelf of zijn onderneming (vgl. Bec 1967: 326-30). Bij de vertaling van vorsinnicheit in de tekst hebben wij in de meeste gevallen het woord ‘inzicht’
gekozen, maar hier en daar leek binnen de context een ander woord de voorkeur te moeten krijgen. Voor de relatie Fiore di virtù - Blome der doechden zie Corbellini 2000.
|