Een koopman in Venetië

[p. 129]

[Vertaling]

2 Non adorate altri dii se non Lui.
Aanbid geen andere god buiten Hem.

3 Il sabato lo devi santificare.
De zaterdag zult gij heiligen.

4 Tuo padre e tua madre li devi onorare.
Uw vader en uw moeder zult gij eren.

5 Guardatevi dal rubare.
Wacht u voor stelen.

6 Non dare falsa testimonianza.
Geef geen valse getuigenis.

7 Non giurare in nome di Dio.
Zweer niet bij Gods naam.

8 Non desiderare la roba d'altri.
Begeer niet het goed van andere mensen.

9 Non desiderare la moglie del tuo prossimo.
Begeer niet de vrouw van uw naaste.

10 Non menzionare invano il nome di Dio.
Noem de naam van God niet ijdellijk.

Questi sono i dieci comandamenti di Dio.
Dit zijn de tien geboden van God.

Colui che non li osserva, è dannato.
Wie deze niet houdt, hij is verdoemd.

Ti dico ancor una volta, se vuoi servire, bisogna obbedire ad altri dieci comandamenti.
Bovendien zeg ik u, als u wilt dienen, aan tien andere geboden moet u gehoorzaam zijn.