|
| (voorz.); dy' ‘di’, dỳ ‘dì’; e' ‘el’, è ‘è’, e ‘e’; fa ‘fa’, fa' ‘fai’; ha ‘ha’, ha' ‘hayo’ of ‘hay’; la ‘la’, là ‘là’; my' ‘mio’ of ‘mia’, my ‘mi’; pò ‘può’, pò' ‘puoi’, po' ‘poi’; sa ‘sa’, sa’ ‘sai’; se ‘si’, sè ‘c'è’; serà' ‘serai’, serà ‘serà’; si' ‘sei’, sì ‘c'è’ of ‘sì’, si ‘se’; sy ‘se’, sỳ ‘sì’ sy' ‘sei’; so' ‘soo’ of ‘soa’, sò ‘ciò’, so ‘so’; trova ‘trova’, trovà ‘trovato’; va' ‘vai’ of ‘vale’, va ‘va’; vole ‘vuole’, volé ‘volete; voy ‘voi’, vòy ‘vuoi’. |
|
c) | voor het Middelnederlands:
- | Woordscheiding is bij clitische vormen achterwege gebleven: suldy (=sult ghy) blijft suldy, alsment (=als men het) blijft alsment. |
- | u/v/w: in gevallen waar het handschrift u of v heeft waar wij een w zouden schrijven (duelke = dewelke, sviget = zwijg), is de spelling van het handschrift gehandhaafd. |
- | Wat de w zelf betreft: dikwijls is de w van de schrijver onze w, maar soms schrijft hij een w waar wij vu zouden schrijven (wllen = vullen), of waar wij uu zouden hebben (wt gheeft = uutgheeft): in die gevallen staat in de kritische tekst vu, respectievelijk uu. |
- | i/j: In sommige gevallen is de spelling ii gehandhaafd. Indien sijn/siin zijn betekent, staat in de editie sijn. Indien sim in de betekenis van zin wordt gebruikt, is in de editie de spelling siin gehandhaafd, zo ook bij begiin (‘begin’) en jongeliinch (‘jongeling’). |
|
Emendaties en paleografische aantekeningen
De emendaties en paleografische aantekeningen staan onder aan de bladzijden, boven de streep.
In tegenstelling tot de emendaties zijn de paleografische bijzonderheden niet uitputtend behandeld. Zo zijn doorhalingen en correcties over het algemeen alleen dan opgenomen als het doorgehaalde of gecorrigeerde nog ontcijferd kon worden. In de aantekeningen zijn de letters die in het handschrift onleesbaar zijn door punten weergegeven.
Cultuurhistorisch en taalkundig commentaar
Het cultuurhistorisch en taalkundig commentaar staat onder aan de bladzijden, onder de streep.
Opmerking: bij verwijzingen naar de bijbel wordt niet steeds verwezen naar de gebruikte bijbeleditie(s) maar naar het desbetreffende bijbelboek, het hoofdstuk en het vers (of de verzen). Voor de gebruikte bijbeledities zie men de literatuurlijst s.v. Bijbel 1959 en Bijbel 1995.
Als er voor de tekst van het commentaar aan de voet van een bladzijde onvoldoende ruimte is, loopt de tekst door aan de voet van de volgende bladzijde.