Den kluchtigen bancket-kramer of 't leven en bedrijf van Frans de Gek

266. Van een welck in 't scheyden dergener die vochten, gequetst wierdt

Een seker jongman tot Lion willende eenige personen scheyden welcke vochten, kreeg een grooten hou over de kop. Als den chirurgijn met het vrouvet^* op het hooft socht of de hersenen gequetst waren, sey een eerlijck persoon welck daerby stondt: ‘Ghy sijt versekert dat den ghequetsten daer geen noodt van heeft, want soo hy herssenen gehadt had, hy sou hem wel van die plaets ghehouden hebben daer hy hem soo sottelijck naetoe begaf.’

* vrouvet: het is onduidelijk welk medisch onderzoeksinstrument hier wordt bedoeld