Den kluchtigen bancket-kramer of 't leven en bedrijf van Frans de Gek
(1992)–Anoniem Den kluchtigen bancket-kramer of 't leven en bedrijf van Frans de Gek– Auteursrechtelijk beschermd265. Aerdige handelingh van den koning Carel de GrooteAls den coningh Carel op een dagh op de jaght was - daer hy dickwils sijn genoeght in nam - bootschapte men hem de doot van een goeden abt daer naeby, welckers bedieningGa naar voetnoot* hy schonck aen een jongh lustigh priester welck hem vergeselschapten in die vergaderinghGa naar voetnoot*. Denwelcken vereert sijnde met soo rijcke gifte, viel terstont op sijn knijen om den koningh te bedancken, opdat hy niet ondanckbaer schijnen sou. Den coning siende dat dien jongen man meer quicksilver als loot in het hooft hadGa naar voetnoot*, heeft terstont sijne gave wederroepen en dat met een aerdige streeck, hem seggende dat hy al te levendigh was om Godt te dienen. |