Jong Dietschland. Jaargang 13(1910-1911)– [tijdschrift] Jong Dietschland– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 152] [p. 152] Nu nijgt de stervens-reede Dag... Nu nijgt de stervens-reede Dag zijn moe gelaat Ten zeekren dood, na uren-langen zonnelast... Terwijl zijn stralen-tranen nederschittren, staat Hij moedeloos de verten aan te stare' en tast Zijn stramme hand in immer-duisterenden Nacht, Om weg te weren de eindloos-droeve doodenwa Die de avond hem op 't lichaam spreidt. Zijn oogen-pracht Glanst nog eenmaal haar zonne-schoonheid uit... ‘O ga, - Zoo zucht de Dag - gij stervend licht mijns ooge' en schiet Uw laatsten pijl naar 't harte van die donkre macht.’ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Doch tevergeefs... zijn kinderzwakke schicht treft niet En reutlend valt zijn lijk daar neer in duistren nacht... O God! wanneer de Dag in strijd ligt met den Nacht, Wanneer doorheen de luisterende boomen suist Het droef natuurgeklaag, de oneindge wereld-klacht Om dooden, stil-beweenden Dag... o God! dan ruischt In 't diepst der ziel[e] mijn een weeïg snaargezang; Dan rijst me voor den geest het nacht'lijk beeld der Dood, En 'k zie me in kamp met Haar, de onoverwinbre, bevend-bang, En 'k hoor mijn zuchten, 't schreiend klagen van mijn nood, En 'k voel haar sterke hand me omklemmen, banden-vast, En haren ijzig-killen adem waaien om me heen, En 'k zie hoe droeve duisternis opdonkrend wast In lijdensvolle lucht,... in snikkend-droef geween... O God! wanneer de Dag in strijd ligt met den Nacht... [pagina 153] [p. 153] Doch moge 't al verdonk'ren om me heen... Mijn zon zal niet verduistren in dien naren nacht - Zoo hoopt 't onwrikbare vertrouwen van uw kind, O Heer! - dat uwe zon de duister-droeve macht Van helle-donkren dood ontnevele en verblind, En dat ik om mij voele koesteren uw zon, En op mijn brandend hoofd uw fulpen-zachte Hand, En in mijn hart den balsem van uw vrede-bron... En toover in dit droevige uur, 't beloofde Land Voor mijne stervende ooge' in blije hemel-pracht... O God! wanneer de Dag in strijd ligt met den Nacht... Maurits Van Hoeck. Vorige Volgende