Jong Dietschland. Jaargang 4(1901-1902)– [tijdschrift] Jong Dietschland– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 40] [p. 40] Winterschoon. Uit verijzeld eekenhout, kanten zoom van 't sneeuwgewaad, heeft een eik zijn kruin ontvouwd, waar de sneeuw heur bloem op slaat. Eenerzijds zijn bolle schacht, hangt er een wit tapijt gespeten, en als er de zon op lacht, vindt ge er goudstof op vergeten. Elke branke schittert dan van kristal en eelgesteent, en een blaken is het van 't toppunt tot het stamgeteent. 't Schijnt me dan een wonderspeld, oostersch kleinood, neergestoken op 't versmade Kempenveld in zijn koninginnedeken. E.B. Vorige Volgende