Jong Dietschland. Jaargang 4(1901-1902)– [tijdschrift] Jong Dietschland– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 31] [p. 31] Dauw. Er blinkt, er pinkt een perel, op Elk roode en gele blomme en blad, Doorstraald, doorstriept met vonken vier, Weer groen geverwd op botte en knop Die wit, half groen, half open maar Naar zonnestraal en wonne wacht. En 't dreupelt eêlgesteente op 't gers, Op 't kruidekijn langs kant en gracht; Een regen zilverstralen! 't leeft En 't roert vol lust al wat ik zie; En gonzend, zingezangend, vliegt Op honing uit, de wakkre bie. Werner. Vorige Volgende