Jaarboek 19 van het Stijn Streuvelsgenootschap

[p. 7]

Ten geleide
Marcel De Smedt

Stijn Streuvels beschouwde zijn vertaalwerk als belangrijke ‘taal- en stijlgymnastiek’.

In dit negentiende jaarboek van het Stijn Streuvelsgenootschap schenken we aandacht aan enkele van de vele vertalingen die Streuvels in de loop van zijn leven heeft gemaakt. Streuvels vertaalde uit het Frans, Duits, Noors, Russisch, Chinees,... Paul Thiers bezorgt in dit jaarboek een lijst van de vertalingen in boekvorm.

Onder de titel Levenswijsheid uit China publiceerde Streuvels zijn vertaling (vanuit het Duits) van drie Chinese novellen. Karel Platteau vertrekt in zijn bespreking van deze vertaling vanuit de interesse voor oriëntalisme bij de schrijver. In zijn taalkundig en stilistisch onderzoek kan hij aantonen dat Streuvels zijn brontekst nauwgezet volgt, wat niet wegneemt dat Streuvels' schriftuur eigen stijlkenmerken heeft.

Streuvels vertaalde ook een aantal oorspronkelijk Duitstalige teksten, waaronder de Paradiesmärchen van Max Mell. Christine Hermann vergelijkt het Duitse origineel met Streuvels' vertaling en constateert dat in de Paradijssprookjes herhaaldelijk particularismen uit Streuvels' taaluniversum voorkomen. Ook treft in Streuvels' versie een sterkere hiërarchisering en moralisering.

Vic Nachtergaele gaat na waarom Streuvels een werk als Blachons Pourquoi j'aime la Flandre vertaalde en onderzocht de kwaliteit van de vertaling o.m. qua zinsbouw en woordgebruik. Reine Meylaerts en Maud Gonne bespreken o.a. Streuvels' vertaling van Georges Eekhouds novelle ‘Le Coq Rouge’ en stellen dat Streuvels zijn

[p. 8]

vertaling allicht beschouwde als een natuurlijke omzetting in het Nederlands van wat oorspronkelijk uit Vlaamse aard ontstaan was.

Heili Verstraete en Piet Van Poucke onderzoeken welke de mogelijke inhoudelijke redenen zijn waarom Streuvels koos voor de vertaling van Tolstojs Geluk in het huishouden en staan tevens stil bij het vertaalkundige aspect van Streuvels' vertaling.

Voor een overzicht van de Deense belangstelling voor Vlaamse literatuur zorgt Romain John van de Maele; hij signaleert o.m. een Deense vertaling van Het kerstekind en van een fragment uit Langs de wegen.

In aansluiting bij zijn bijdrage in het vorige jaarboek over ‘De oudere Stijn Streuvels’ gaat Toon Breës na hoe Streuvels stond tegenover de grote levensvragen: zijn levensbeschouwing, zijn kijk op religie en zijn houding tegenover de dood. Streuvels' houding is er een van berusting en inzicht dat de mens niet meer is dan een stippel in de wenteling der tijden.

Marcel De Smedt gaat in op de interessante briefwisseling Streuvels-Claes, waarin diverse aspecten als parlementaire wetenswaardigheden, politieke beschouwingen, nieuws uit de literaire wereld en over familiale toestanden aan bod komen en waarin beide auteurs ook elkaars werk bespreken en reageren op hun lectuur. Deze bijdrage is de neerslag van een lezing op de ‘Streuvelsavond’ van 6 november aan de KULAK in Kortrijk. In dit jaarboek nemen we voor het eerst ook een bijdrage op van een laatstejaarsleerling uit het middelbaar onderwijs. Onder leiding van leraar Luk Lazeure schreef Noah Fuhrmann een merkwaardig leesverslag over Langs de wegen met aandacht voor personages, thema's en taalgebruik.

De Streuvelskroniek en -bibliografie 2012 ten slotte worden zoals steeds verzorgd door Jozef Vandemaele.