eilandsituatie, en intussen wordt op originele wijze een nog wel wat groter, bloedserieus probleem aangekaart.
Het loopt bij Bervoets nooit goed af, iedereen is bij haar altijd de klos, maar waarom kan het lot van deze papieren figuren, vermalen door de omstandigheden, je wat schelen? Omdat de schrijfster het afdwingt. Omdat ze je als lezer medeplichtig maakt en je de verantwoordelijkheid voor wat je hebt gelezen al bij jezelf bent gaan zoeken. Zo vreemd is dat niet. Je bent vermaakt, zeker, het is goed gedaan, maar je bent ook verontrust. Het leven wordt niet vrolijker met Bervoets als voordenker. Wel interessanter.
Een enkele roman is wat ingewikkelder. In Efter worden twee maatschappelijk relevante problemen door elkaar heen aan de kaak gesteld: de verregaande inbreuk op de allerpersoonlijkste privacy en het gemarchandeer van een farmaceutische belanghebbende die zijn product (efter) koste wat het kost in de markt wil zetten. Efter is een typische toekomstroman, een genre waarin Bervoets plezier lijkt te hebben en waarin ze beslist uitblinkt. Ze roept een wereld op waarin iedereen 24 uur per dag zichtbaar is voor anderen, en er is paniek als dat eens niet zo is. Ze verzint er haar eigen apparaten bij en ook haar eigen idioom, zonder dat je als lezer denkt: wat een onzin. Je denkt veeleer: seos? toad? hé, die heb ik nog niet. Of: moet ik niet ook gaan gazen?
Ondanks de sfeer van intimiteit en petite histoire is er in Bervoets werk dus altijd sprake van een groot drama, dat zich langzaam voltrekt via een ijzersterke plot en die is zwart, pikzwart, hoe ondramatisch de toon ook blijft. Het gaat niet goed, het kan ons niet ontgaan. Feel good uitgesloten. Het moet ook de schrijfster aan het hart gaan. Aan haar ligt het niet. Ze lijkt te houden van haar personages, de distantie is formeel. Er zitten onvergetelijke bij, en favoriete is dan misschien de ontroerende, reële Meija uit Efter, een kind nog, met die rugzak met blauwe wollige worm aan de rits. Ze is zonder mitsen en maren verliefd, maar hij kan niet kiezen en houdt zich onzichtbaar voor haar. Ze is zo'n verliefdheidsslaaf die volgens de nieuwe normen, met zero tolerance voor psychische zwakte, aan de efter moet.
Ook Brooke is nog een kind, een eeuwig kind eigenlijk, met het baby-vet blijvend om haar wangen. Zij is het zwakbegaafde meisje uit Lieve Céline, dat ervan droomt om haar idool Céline Dion te ontmoeten. Ze dweept met haar, identificeert zich met haar, ís haar. Haar moeder kon er