uit wat er gebeurt wanneer we maatschappelijke normen juist oprekken - wat als verliefdheid een psychische aandoening was, wat als we mensen met dieren zouden kruisen, wat als de wereld zoals we die kennen, er morgenochtend niet meer was?
Wat ook in het werk van de Kellendonk terugkomt, is dat de wetten van de buitenwereld bepalen wie we zijn. Identiteit is geen kern, geen grote gloeiende bol in onze borstkas maar een construct, een bouwwerk dat bestaat uit puzzelstukjes die ons door anderen worden aangereikt: afkomst, geslacht, geaardheid - thema's waar mijn oeuvre dat van Kellendonk kruist: dat de jury mij vanavond in zijn traditie plaatst, beschouw ik als een enorme eer.
Ook Ivanov, mijn laatste boek, gaat over de grenzen die we trekken om te bepalen wie of wat we zijn. Het gaat over identiteit, en daarmee over hokjes, over de categorieën die we creëren om onszelf en de ander te duiden.
Dat duiden is niet neutraal en het lukt niet zonder woorden. Ik denk dat we in een tijd leven waarin het belangrijk is, misschien wel van levensbelang, om goed te blijven opletten wie de grenzen bepaalt, wie de categorieën creëert en welke woorden daarbij worden gebruikt.
‘De wereld is een verhaal dat we onszelf over de wereld vertellen’, zei schrijver Vikram Chandra. The world is a story we tell ourselves about the world - ik gebruikte de uitspraak als het motto van Efter, en ik geloof dat ze op dit moment ook politieke betekenis heeft. Wanneer we de wereld in woorden vatten, beschrijven we de wereld niet alleen, we geven haar ook vorm.
Ik denk dat daarbij een taak is weggelegd voor schrijvers, misschien wel iedereen binnen onze literaire gemeenschap. Wij zijn niet de hoeders van de waarheid maar wel wakers over woorden, dus laten we erop toezien dat ons gereedschap, want dat zijn woorden, dezer dagen niet wordt misbruikt om de ander van ons te vervreemden.
Dat brengt ons weer terug op die vreemde tegenstelling. De hang naar onafhankelijkheid versus de drang om ergens bij te horen, de menselijke behoefte aan grenzen, kaders - hokjes. Ik geloof niet dat we zonder kunnen. Maar laten we, net als Kellendonk, goed blijven kijken naar de verhalen die de hokjes vormen.