afstandelijk registreren in zijn memoires. Die tikt hij woest uit op een remington in Den Haag waar hij inmiddels met het eerder vermelde kamerolifantje een gezin heeft gesticht. De oorlog woedt binnenshuis, duizenden kilometers van Arends geboortegrond vandaan, gewoon verder: zijn kinderen zijn permanent aan zijn driftbuien en onthutsende brutaliteiten blootgesteld.
Van de allereerste, meer dan anderhalve pagina voortrazende openingszin sleept De tolk van Java de lezer mee in een kolkende stroom van getuigenissen, herinneringen, commentaren en commentaar op commentaren. Naar adem happen kan slechts tussen de taferelen door die afwisselend verbijstering, ontroering en verontwaardiging opwekken. De roman is één nietsontziende poging van Alan om de terreur van zijn vader te begrijpen alsook diens politieke keuzes. Vergevingsgezind toont de zoon zich nauwelijks - daarvoor was de mishandeling door zijn vader te pijnlijk, de verwaarlozing door zijn moeder te schrijnend. Toch is zijn relaas niet liefdeloos en al helemaal niet larmoyant. Daarvoor is het te strijdvaardig en, verrassend genoeg, te laconiek en te humoristisch.
Zowel Arend als zijn zoon schrijven om de waanzin voor te blijven. Toch is De tolk van Java veel meer dan een bezwering van persoonlijke trauma's. De roman is ook een schokkende confrontatie met een voorheen onverteld en dus onverwerkt deel van Nederlands koloniale verleden. Tot een postkoloniale voetnoot bij de gecanoniseerde literatuur zal deze onderneming zich niet laten reduceren. Als literaire erfgenaam van Tjalie Robinson gaat Alfred Birney in de clinch met gezaghebbende stemmen als die van Multatuli, Couperus en Haasse. Vast van plan om het geruststellende tempo-doeloe beeld en de verheerlijking van de blanke idealist type Havelaar te versplinteren. In lijn van zijn polemische essay De dubieuzen (2012), waarin hij zich ook al als een ‘schrijver met de vuisten’ manifesteerde, eist Birney zo voor zichzelf en een Nederlands-Indische tegentraditie onvervaard een plek op in de canon - en worden eerder getrokken krijtlijnen in die canon uitgewist.
Kortom, De tolk van Java is zonder meer een grensverleggend boek, dat literair niveau aan sociale bewogenheid paart. Toch is het bovenal een langgerekte demonstratie van de verbluffende vermogens van vertelkracht: de roman heelt, ontwricht, vernieuwt en ontroert.
Op grond van bovenstaande overwegingen heeft de Commissie van voordracht tijdens een vergadering in Rotterdam op 24 februari 2017 una-