schappen van de betere opalen dat ze er anders uitzien naarmate je ze in ander licht bekijkt. Zo is het ook met grenzen. Daarom moet je reizen, mag je niet ophouden met reizen, naar de bevriende kant van de grens én naar de vijandige kant van de grens, en al reizend wisselen vriendschap en vijandschap vaak van plaats.
Het was een van mijn geliefde Russen, Boris Pasternak (de auteur die bekend werd met Dokter Zjivago, maar die ook een uitmuntend dichter en de beste Russische Shakespeare-vertaler was), die zei dat je tussen literatuur en poëzie een gelijkheidsteken moet plaatsen. Ik hou enorm van die uitspraak. Elke zin die je schrijft beschouwen als poëzie, ook als het geen gedicht is. Wat is poëzie? Poëzie is heel veel, maar onder andere de combinatie van twee dingen: 1o een buitenmatige liefde voor het woord, en 2o het verlangen om tegelijkertijd verschillende standpunten te kunnen innemen.
Laat ik dat eens aandachtiger bekijken, want het is bijna een vloek in deze tijd, het klinkt - tot spijt van wie het benijdt - gevaarlijk.
Een buitenmatige liefde voor het woord, zei ik? Ja, anders is er geen leven mogelijk, althans dat kan ik mij niet voorstellen (hoewel de meerderheid van de wereldpopulatie het omgekeerde bewijst, en dat vind ik heel erg voor hen). Iets bestaat alleen maar als het is opgeschreven. Toen mijn dochter nog een kleuter was, krieuwelde ze tekentjes op papier, ze deed alsof ze schreef, en toen ze klaar was zei ze: kijk wat ik heb gedaan! Ik las in haar ogen wat ze had gedaan: ze had de schepping overgedaan, ze had ervoor gezorgd dat de wereld die ze pas had leren kennen, nu ook écht bestond, want ze had hem opgeschreven. O kinderlijke verbazing. En zo reis ik: de lange regendag in Auschwitz-Birkenau schrijf ik met natte vingers neer. De explosieve vrouwelijke schoonheid in de straten van Buenos Aires schrijf ik neer, de nevelkrans op de berg de Ararat op de Turks-Armeense grens schrijf ik neer, de Krim 's nachts, de verlichte kustlijn van de Zwarte Zee... ik schrijf het allemaal neer. Als een kind, badend in verbazing, ben ik dan verrukt omdat de wereld bestaat. Het geschreven woord is magie. Het is een voortreffelijke synthese van alle dingen waarnaar het verwijst. Osip Mandelstam, de Russische dichter, schreef: ‘Bij het uitspreken van een woord maken we een enorme reis. Het is alsof we bij het lezen midden in het woord worden wakkergeschud.’ Het geschreven woord is een en al zintuiglijkheid. Je kunt geen geschreven woord uitspreken zonder het gevoel te hebben dat je een kist openmaakt, die van de bodem van de zee is opgehaald en vol oude, wonderlijke schatten