Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1973
(1973)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1901-2000]– Auteursrechtelijk beschermd17. Uitreiking van de Lucy B. en C.W. van der Hoogt-prijsDe uitreiking van de Van der Hoogt-prijs aan de dichter Guus Vleugel werd na de voorlezing van het jury-rapport (Bijlage i) door Kees Fens gevolgd door een muzikale voordracht van Jasperina de Jong, die twee liederen van Guus Vleugel ten gehore bracht. | |
[pagina 262]
| |
Bij de overhandiging van de enveloppe met inhoud en het uitspreken van een gelukwens deelde de voorzitter dat de prijs voor ‘de poëzie van buiten de bundel’ nog juist op tijd was toegekend, want de publicatie van de teksten van Guus Vleugel in boekvorm was in voorbereiding. Door een regiefout kreeg de dichter Guus Vleugel niet de gelegenheid een dankwoord te spreken. Uit de tekst, die hij op zak had, bleek dat hij het optreden van de cabaretgroep persoonlijk had willen inleiden. En wel op de volgende wijze: ‘Dames en heren, als ik het goed begrepen heb ben ik de eerste Nederlandse cabaretschrijver die ooit bekroond is met een literaire prijs. Dat is natuurlijk iets geweldigs, maar het schept zijn verplichtingen. ‘In het jury-rapport wordt uitdrukkelijk vermeld dat mijn meest eigen vorm die is van de parodie. Ik wil de juistheid van dat oordeel niet in twijfel trekken, en heb er uit geconcludeerd dat u nu vanmiddag van mij een aardige parodie verwacht op het gebruikelijke dankwoord. ‘Nu was ik helemaal niet te beroerd om die te schrijven, maar in de eerste plaats ben ik ècht blij met deze prijs, en in de tweede plaats heb ik wel een aantal teksten vervaardigd die door verschillende cabaretiers met veel humor over het voetlicht zijn getild, maar zijn mijn eigen talenten op het gebied van voordracht en interpretatie volstrekt te verwaarlozen. ‘Tijdens een brainstorming met mijn trouwe vriend Eric Herfst, aan wie ik toch al zo veel te danken heb, kregen we een idee. Als we nu de beste cabaretière die we maar konden bedenken bereid zouden vinden vanmiddag een paar liedjes van mijn hand te zingen, zou dat geen waardige manier zijn om u te bedanken? We dachten van wel, en we vonden die cabaretière bereid, ze zit daar. Begeleid door Gildo del Mistro en Henk Wieman zingt ze voor u: De Bezetting en De man die zelfmoord wilde plegen. Dames en heren, Jasperina de Jong!’ Met een woordspeling op engelen en vleugels bracht de voorzitter dank aan Jasperina de Jong voor haar zeer gewaardeerde komst naar Leiden. |
|