Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1958

Onder dankzegging aan de commissie wordt daarop de penningmeester gedéchargeerd. Vervolgens krijgt de heer Guillaume van der Graft gelegenheid voor het uitspreken van zijn rede over:

X. Dichterschap in spreektaal (zie blz. 17).

Na deze voordracht, die met gespannen aandacht werd gevolgd - de voorzitter noemde het een verkwikking dit persoonlijke getuigenis te mogen horen - komen nog enkele huishoudelijke punten aan de orde. Met het voorstel tot handhaving van de jaarlijkse bijdrage op ƒ 12,50 gaat de vergadering zonder meer accoord. Evenzo met het traditionele voorstel tot dispensatie van art. 60/3 der Wet, al zou het dan in het vervolg naar de opmerking van de heer Gerritsen wellicht gewenst zijn de volgorde van deze agandapunten (resp. XI en XIV) te verwisselen.