Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1958

[XII, XIII.]

xii, xiii. Namens de commissie voor stemopneming bestaande uit de heren G.W. Huygens en A. Kossmann deelt de eerste de uitslag mede van de verkiezing van nieuwe bestuursleden en leden in de vaste commissies. Alle a-candidaten zijn gekozen, t.w. in het bestuur Dr. H. Brunsting, E. Pelinck en Mr. Dr. S.J. Fockema Andreae, in de commissie voor taal- en letterkunde Dr. T. de Tollenaere en Dr. C.C. de Bruin, in de commissie voor geschied- en oudheidkunde Dr. G.I. Lieftinck en Dr. T. Gosses en in de commissie voor schone letteren Dr. V.E. van Vriesland en Ds. W. Barnard (Guillaume van der Graft). Mevr. Hartge-

[p. 125]

rink-Koomens merkt op, dat men bij de candidaatstelling ter vervulling van de vacature Van Es in strijd met de afspraak heeft nagelaten overleg te plegen met de Noordelijke Tak. De voorzitter wijst er haar op, dat ook de heer Heeroma lid, zelfs voorzitter is van deze commissie en vraagt, of die dan de Noordelijke Tak niet vertegenwoordigt. Overigens is het bestuur gaarne bereid eventuele wensen der Takken binnen de wettelijke bepalingen aan de commissies door te geven.