Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1943
(1943)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1901-2000]– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd[II.] Verslag van den secretaris aant.II. De Secretaris leest zijn verslag voor over den staat der Maatschappij en haar belangrijkste lotgevallen en handelingen gedurende het jaar 1942/'43: De maandelijksche vergaderingen werden gehouden op de Zaterdagmiddagen van 3 October, 7 November, 12 December 1942 en 9 Januari, 6 Februari, 6 Maart, 3 April en 1 Mei 1943. In deze bijeenkomsten hielden lezingen: (1) Prof. J.C.M. Warnsinck over: De reis om de wereld van Joris van Spilbergen van 1614 tot 1617; (2) Dr C.C. Krieger over: Nederlands rol bij de openstelling van Japan voor de Europeesche cultuur; | |
[pagina 190]
| |
(3) Dr M.D. Ozinga over: Middeleeuwsche kerkenbouw in Friesland en Groningen; (4) Dr J.H. Kramers over: Omar Chajjam en zijn invloed op de letterkunde; (5) Dr H.E. van Gelder over: Rembrandt de Etser; (6) Dr F.M.G. de Feyfer over: De ontdekking van den bloedsomloop en de Leidsche Medische Faculteit; (7) de heer Nanne Ottema over: Chineesch porcelein en de Oud-Hollandsche bronnen daarover uit de 16e, 17e en 18e eeuw. Verkeersmoeilijkheden hebben den spreker op 1 Mei verhinderd om naar Leiden te komen, zoodat in de laatste maandelijksche vergadering geen voordracht kon worden gehouden. Verslagen van deze lezingen zullen worden afgedrukt in het Jaarboek. Aan alle genoemde sprekers zij ook hier dank betuigd voor hunne medewerking. Het bezoek der vergaderingen is iets verminderd; in het vorige jaar bedroeg het gemiddelde aantal bezoekers der vergadering 35, in dit jaar 34; het hoogste aantal was 51, het laagste 23. In de vorige jaarvergadering is medegedeeld, dat van Duitsche zijde eenige archivalia betreffende kloosters te Emmerik en te Neder-Elten werden opgeëischt, krachtens een bestaande overeenkomst tot het uitwisselen van archiefstukken. Op grond van het oordeel der geraadpleegde Nederlandsche deskundigen is toen besloten tot afgifte der stukken na den oorlog (zie Jaarboek 1941/'42, blz. 178). Op grond van naderen aandrang van Duitsche zijde heeft het Bestuur besloten zijn toestemming te geven om deze archivalia reeds thans ter beschikking te stellen. In het vorig jaarverslag werd medegedeeld, dat de illustratie van de aan de leden uit te reiken rijmprent bij het bekroonde gedicht van Jan Prins (C.L. Schepp) ‘Coen's verscheiden’, zou worden geleverd door den heer Pam Rueter (Jaarboek 1941/'42, blz. 171). De Commissie, die hiervoor de zorg op zich had genomen, kon het ingezonden ontwerp niet aanbevelen; daarna is aan den heer J.F. Doeve opdracht gegeven om deze illustratie te maken. Zijn teekening is, eenige maanden later dan was overeengekomen, ontvangen: een penteekening, die in zwart en één kleur zal worden gedrukt. De Commissie van voordracht voor de toekenning van den Wijnaendts Francken-prijs aan een werk op het gebied van Levensbeschrijving en Cultuurgeschiedenis uit de jaren 1939-1942, heeft aan het bestuur be- | |
[pagina 191]
| |
richt, er wegens de bijzondere tijdsomstandigheden van af te zien om deze voordracht te doen. Het archief van het bestuur wordt geordend. Met deze omvangrijke taak heeft Mej. Mr M.E. Blok zich belast. Een groot deel van het werk is, sedert er in het eind van October mede werd begonnen, reeds verricht, zoodat waarschijnlijk over eenige maanden de voltooiïng mag worden verwacht. In de Jaarboekcommissie kan de locosecretaris Dr G.I. Lieftinck wegens zijn vele bezigheden de zorg voor de levensberichten niet langer op zich nemen. Hetgeen hij daarvoor in de afgeloopen periode heeft verricht, verdient bijzonderen dank. Het bestuur heeft in November aan de leden bericht gezonden, dat het bereid was met deskundige raadgeving dengenen van dienst te zijn, die brieven en handschriften in hun bezit, belangrijk voor onze letterkunde of letterkundige geschiedenis, bij verhuizing of gevaar in veilige bewaring wenschen te brengen en in het onzekere verkeeren over de vraag hoe daaraan te voldoen. Hierop is één vraag om inlichting ontvangen. Het aantal leden in Nederland bedraagt heden 477. Het getal van de Nederlandsche leden in het buitenland en van de buitenlandsche leden bedraagt tezamen vermoedelijk 145. |
|