Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1943
(1943)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1901-2000]– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd[III.] Verslag van den bibliothecaris aant.III. De bibliothecaris leest vervolgens zijn verslag omtrent de Bibliotheek voor:
Moge het aantal boeken, tijdschriften en overdrukken, waarmede de Bibliotheek dit vereenigingsjaar vermeerderd werd, zooals te begrijpen is, wederom geringer zijn dan dat in het vorige verslag vermeld, er blijft toch altijd reden om zich te verheugen over de belangstelling, die de Bibliotheek ondanks de ongunst der tijden, van verschillende zijden mocht ondervinden. Het aantal tijdschriften en vervolgwerken, waarvan afleveringen verschenen, verminderde in Nederland, België en Duitschland aanzienlijk, alleen uit Zweden en Denemarken ontvingen wij geregeld de publicaties der genootschappen en bibliotheken, waarmede de Maatschappij in ruilverkeer staat; inzonderheid de bibliotheken te Göteborg, Lund en Uppsala zonden in ruil voor uitgaven van de Maatschappij belangrijke boekwerken. Met de overige landen bleef het ruilverkeer geheel achterwege; wij hopen dat spoedig de achterstand geheel zal worden | |
[pagina 192]
| |
ingehaald en dat geen ongewenschte gapingen als droeve herinnering aan deze verschrikkelijke tijden zullen achterblijven. Het aantal boeken, waarmede de Bibliotheek vermeerderd werd, bedroeg 326 tegen 406 in het vorige jaar. Eén aanwinst verdient bijzondere vermelding: door tusschenkomst van Dr W.A.C. baron van Vredenburch te 's-Gravenhage ontvingen wij uit de nalatenschap van Mej. C.M. Scholl van Egmond aldaar een aantal kinderboeken uit het begin en het midden der 19de eeuw, benevens enkele werken van Nic. Beets en een exemplaar van het album met afbeeldingen van de ‘Optocht gehouden door de Studenten der Leidsche Hoogeschool op den 7 Februari 1835, voorstellende de intogt van Ferdinand en Isabella in Grenada op 6 Januari 1492’, dat in de Leidsche Bibliotheek niet aanwezig was; vooral ook belangrijk in verband met Beets' gedicht de Maskerade. Het voorbeeld van Dr Van Vredenburch, die voor deze verzameling, die hij ongaarne in vreemde handen zag overgaan en die hij wenschte te doen bijeenblijven, een plaats in de Bibliotheek der Maatschappij verzocht, moge ook anderen aansporen de Bibliotheek in voorkomende gevallen te bedenken. Van den Heer J.C. Mollema, die zijn Geschiedenis van Nederland ter Zee mocht voltooien, ontvingen wij dit 4de en laatste deel van het fraai uitgegeven en geïllustreerde werk. In een bij dit verslag gevoegde lijst vindt men de namen van personen en instellingen die de Bibliotheek met geschenken vereerden; hun allen wordt hierbij nog eens uitdrukkelijk dank gebracht voor hun belangstelling, inzonderheid het viertal uitgevers, die bij hen uitgegeven boeken afstonden. Deze lijst vertoont dezelfde vermindering als reeds ten opzichte der tijdschriften vermeld werd; het aantal schenkers daalde van 58, waaronder 9, uitgevers, in 1941-'42 tot 34, waaronder 4 uitgevers; het aantal ontvangen overdrukken daalde van 120 tot 41 (zie Bijlage II, blz. 201). Door aankoop, vooral ook langs antiquarischen weg, werd de Bibliotheek zoo veel mogelijk uitgebreid. Handschriften werden dit jaar niet voor de Bibliotheek verworven; Dr G.G. Kloeke schonk ons een vijftal brieven van E.A. Borger aan ds L.W. van der Weide, benevens een afschrift van Borgers gedicht ‘Phylax’ ter zilveren bruiloft van J.H. van der Palm (Nov. 1811). Dit verslag moge besloten worden met een woord van dankbare herinnering aan ons eerelid Prof. Dr L. Knappert, die tot voor kort in de Commissie voor de Bibliotheek de geschiedkundige wetenschappen vertegenwoordigde. |
|