kwam blauw, grijs (celadon?) en ander porcelein voor. Dit waren schenkkannen van Perzisch model, die in de 16e eeuw te Ching-tê-Chên werden gemaakt.
Toen de Hollanders in 1597 er in slaagden zelf den weg naar Indië te vinden, was het spoedig met de Portugeesch-Spaansche opperheerschappij in Indië gedaan en troffen zij het eerste Chineesch porcelein aan in de Portugeesche handelsschepen, de Kraken, die zij in de straat van Malakka en elders buit wisten te maken. Dit blauwe kraakporcelein is ons uitstekend bekend omdat de oud Hollandsche stillevenschilders, bijna een eeuw lang aan dit porcelein een eereplaats op hunne schilderijen gaven. Overal wordt dan over dat wonderproduct uit het verre Oosten geschreven in de land- en reisbeschrijvingen, de geschiedboeken, de dagbladen, koopmansboeken, inventarissen, catalogi, geuzenliedjes, bij de schrijvers van onze boekjes met zinnebeelden of emblemata en zèlfs in de werken van onze eerste letterkundigen.
Aanhalingen uit Johannes de Brune, Vader Cats, Jeroen Jeroense, Jan Luycken, Rusting, Smids, Schenk en zelfs Vondel lichtten dit toe.
De hoofdbronnen zijn echter de geschriften onzer kooplui en hun medewerkers: in 't Daghregister van het Casteel Batavia, Valentijns oud en nieuw Oost Indiën, Joan Nieuwhoff's Gezandschap naar den Chineeschen keizer, Dr. O. Dappers 2e en 3e Gezandschap enz. enz.
Na het aanknoopen van handelsbetrekkingen met Japan, eerst op het eiland Hirado, van 1641 af op het eilandje Deshima in de haven van Nangasaki, zien wij ook Japansch porcelein op de markt verschijnen. Het Kakiemon-, het meer algemeene Imari- en zelfs het meer zeldzame Kutani-porcelein.
Natuurlijk bleef door de afgeslotenheid van China zoowel als van Japan veel aldaar aan onze voorouders onbekend en mocht het mooiste porcelein niet worden uitgevoerd, terwijl de bijzondere charme, die uitgaat van het Japansche aardewerk en steengoed door onze voorouders nooit begrepen is. Het verbod van uitvoer trof speciaal de monochrome Chineesche porceleinen. Wat echter het blauw en wit, het famille verte, het famille rose, het famille noire en andere soorten porcelein betreft, is in de 17e en 18e eeuw door de V.O.C. ook van het allermooiste in Europa ingevoerd. De van ouds gevormde collecties als die van August de Sterke keurvorst van Saksen, omstreeks 1700 bijeengebracht en die nog in het Johanneum te Dresden bewaard wordt, zijn via de kantoren van de V.O.C. te Amsterdam in Europa ingevoerd.
De spreker ging bij zijn lezing uit van de chronologisch opgestelde collectie Chineesch porcelein, die hij in het Museum het Princessehof te Leeuwarden heeft verzameld. Foto's hieruit, die hij had laten maken voor zijn eerstdaags te verschijnen handboek over dit onderwerp liet hij zien.
Eenige series Chineesche aquarellen en gouaches, die in de lezingszaal tentoongesteld waren, gaven een zelfs voor leeken bevattelijken indruk van de wijze waarop dit wonderproduct dat zoo'n grooten invloed op het Hollandsche leven in de 18e eeuw heeft gehad, vervaardigd werd.