Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1871
(1871)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1801-1900]– Auteursrechtvrij
[pagina 23]
| |
Verslag over den staat der Boek- en andere Verzamelingen, gedurende het verstreken maatschappelijke jaar 1870-1871.Mijne Heeren!
Ik zal ditmaal bijzonder kort zijn, en niet te veel van uw geduld vergen. Want ik heb u weinig te zeggen, en dat weinige is niet bijzonder opwekkend. Uit de boekenlijst, die hierachter volgt, zal u blijken, dat onze boekenschat, in vergelijking van de aanwinsten der laatste jaren, weinig is toegenomen. Aangekocht is er bijna niets. Het Bestuur had om wijze redenen, waaromtrent de rekening van den Penningmeester u zal inlichten, besloten, dat er geen enkel boek gekocht mocht worden. Zelfs de bibliotheek van wijlen Mr. J. van Lennep, zoo rijk in werken van Nederlandsche dichters en prozaschrijvers, zoo belangrijk vooral voor de tooneellitteratuur, waarbij zooveel voorkwam dat in onze kostbare verzameling wordt gemist, - zelfs die bibliotheek werd verkocht, zonder dat één boek in eigendom aan de Maatschappij overging. Meer behoef ik niet te zeggen. Toch wachtte mij ter elfder ure nog eene verrassing. Wij had- | |
[pagina 24]
| |
den een partij duplicaten onder den hamer gebracht, en uit de opbrengst er van kon de aankoop bestreden worden van boeken, die mij dezer dage voor de bibliotheek werden aangeboden, namelijk eene editie van Huygens' Korenbloemen van 1672 en eene van Joannes Antonides' Gedichten 1714, beide op groot papier, met wit papier doorschoten, in 5 deelen keurig gebonden en verrijkt met tal van eigenhandige gedeeltelijk uitgegeven aanteekeningen van Bilderdijk. De boeken zijn ter tafel, gij kunt dus M.H. over de waarde van deze aanwinst oordeelen. De meeste leden van onze Maatschappij - waarom niet alle? - die in het afgeloopen jaar iets hebben uitgegeven, hebben mij terstond, of op een vriendelijken wenk, een exemplaar van hun geschrift doen toekomen. Bijzondere vermelding verdienen de volgende geschenken. Van Mejufvrouw Bogaers te Rotterdam kregen wij, uit de nalatenschap van haar vader, een prachtexemplaar van diens werken, en eene, volgens de getuigenis van onzen Voorzitter en den Heer van den Bergh te 's Gravenhage, zeer belangrijke verzameling van Boheemsche en Magyaarsche letterkunde. Hoe dankbaar ook voor dit geschenk, gaarne had ik toch gezien dat onze boekerij althans enkele kruimkens waren toegewezen van den voor onze Nederlansche letterkunde zoo rijken disch, waaraan de koninklijke bibliotheek zich mocht vergasten. Doch wie weet of niet deze of gene zich door hetgeen wij verkregen opgewekt zal gevoelen tot de beoefening van die talen, waarvoor nog weinig liefhebberij schijnt te bestaan. Mag ik oordeelen naar de belangrijke hulpmiddelen voor de studie van verschillende talen, die wij bezitten, en die van jaar tot jaar met een dikker laag stuifzand bedekt worden, dank zij de krijgshaftige oefeningen van artilleristen en cavalleristen op het Ruïne-plein, dat ten vorige jare in een | |
[pagina 25]
| |
tooverachtigen feesttuin was herschapen, - dan wordt deze tak van wetenschap, ook onder onze academieburgers, weinig beoefend. Door eene gunstige beschikking van ons medelid, den Heer W.J. de Voogt te Amsterdam, werd de waarschijnlijk eenige verzameling van geschriften en stukken over de April-beweging van 1853 van wijlen zijn broeder, den predikant van Haastrecht H.L. de Voogt, in onze boekerij opgenomen. De stukken zijn alle in alphabetische orde, volgens den catalogus door den overledene uitgegeven, in portefeuilles gerangschikt. Mevrouw Bosboom-Toussaint vereerde ons een exemplaar van de nieuwe uitgave harer werken en de Noord-Amerikaansche generaal Watts de Peyster, die onze boekerij, ik zou haast zeggen met weldaden overlaadt - een beschamend voorbeeld voor leden, die ons zelfs hunne letterkundige werken onthouden - schonk ons: Military Maps, illustrating the operations of the Armies of the Potomac and James, May 1864 to April 1865, including Battlefields etc.; uitgegeven door het Departement van Oorlog 1869. Van onze andere verzamelingen heb ik niets te melden. Er is niets bijgekomen en, helaas, ook niets afgegaan. Ik althans wensch niets liever dan dat een stedelijk Museum van Oudheden ons eerlang zal willen ontlasten van die steenen kogels en andere zwaarwichtige voorwerpen, die bij ons niet op hun plaats zijn. Van onze steeds meer verweekende zegel-collectie zal ik maar niet spreken. In de laatste maanden is er nog al wat gebonden en ingenaaid, dank zij de gunstige beschikking van den Penningmeester, die hiervoor een post had uitgetrokken. Onze genootschapswerken beginnen er inderdaad fatsoenlijk uit te zien. Uit het Supplement kwamen zooveel boeken voor den dag in erbarmelijken toestand, dat de binder | |
[pagina 26]
| |
handen vol werk had. Maar - wanneer de Secretaris u straks de rekening van het afgeloopen boekjaar zal hebben medegedeeld, zult gij begrijpen M.H. dat er ook in dit opzicht weinig gedaan mag worden. Omtrent het gebruik van onze bibliotheek heb ik niets nieuws te zeggen. Er werden althans niet minder boeken gevraagd dan vroeger, ook door vele die geen leden zijn van onze Maatschappij. Het aantal studenten, dat, ondanks de kleine ruimte, in de zittinguren kwam werken is merkbaar toegenomen. Had ik weinig ingekomen boeken te catalogiseeren, ik kreeg daardoor meer tijd beschikbaar voor het bewerken van den nieuwen catalogus, ofschoon ik daaraan bijna geregeld ook den Dinsdag- en Donderdag-morgen heb gewijd. Want het werk omvatte veel meer dan ik dacht. De standcatalogus van het Supplement was er volstrekt niet op ingericht om afgeschreven en gedrukt te kunnen worden. Alle titels moesten worden nagezien, verbeterd en bijgeschreven, en tal van verzamelingen gedichten, redevoeringen, brochures enz. bleken nog ongecatalogiseerd te zijn. Ik ben dus betrekkelijk nog weinig gevorderd. Doch het werk gaat geregeld voort, en zal, zonder onvoorziene storingen, gereed zijn, als de voorraad op is van den ouden catalogus, die ter nauwernood strekt tot het volgend jaar. Of de finantieële toestand van onze Maatschappij dan zal gedoogen den nieuwen catalogus ter perse te leggen, is een moeielijk vraagstuk, waarover ik niet heb te beslissen. Gelijk ik met een zucht aanving, zou ik met klaagliederen kunnen eindigen. Maar waarom u, voor de hoeveelste maal wel, gewezen op de behoefte aan andere lokalen voor onze boekerij, op het gevaar voor brand, op een zoldering zwoegende onder den last der opgetaste | |
[pagina 27]
| |
boekenvracht, op volkomen plaatsgebrek, op gemis van behoorlijke ruimte en gelegenheid tot werken in de leeskamer, op de noodzakelijkheid om eene beslissing te nemen in deze aangelegenheid, daar in 1874 het tegenwoordig huurcontract afloopt. 't Zou toch niet baten. Onze Maatschappij, gesteld dat zij zich vleien kon met eene krachtige ondersteuning van lands- of stads-regeering (hetgeen waarlijk toch niet te onredelijk zijn zou), gesteld dat zij besluiten wilde tot eene finantieele maatregel, verkeert in veel slechter toestand dan in de laatste jaren. Thans is het kanon aan 't woord. Niet de vreedzame beoefenaars der letteren, maar de mannen van bloed en staal leiden de beschaving, zoo het heet. Ook wij moeten onze door handel en nijverheid, door landbouw en veeteelt vergaarde penningen aan Beaumont-geweren, aan monitors uitgeven en in kruitdamp zien opgaan. Schikken we ons dan maar in 't onvermijdelijke en hopen we op beter tijden! Ik laat thans in alphabetische orde de titels volgen van alle boeken, waarmede onze boekerij is verrijkt. | |
Lijst der bijgekomene boeken.*J.G.R. Acquoy, Herman de Ruyter. 's Hertogenb. 1870. *P. Alberdingk Thym, Schets der algemeene geschiedenis. Amst. 1870. Almanak (Leidsche Studenten), jaarg. 1829, '31 tot '35. - G: Sijthoff. Almanak (Utrechtsche Studenten) 1836, 1843-'45, '47-51, '53. - G: Sepp. | |
[pagina 28]
| |
*P.J. Andriessen, De Kolossus der negentiende eeuw. Amst. 1869. J. Antonides van der Goes, Alle de gedichten, 3de druk. Amst. 1714, 4o. Met aant. van Mr. W. Bilderdijk. B .... geb. S ...., Het Doopfeest of de Peter. Blijspel. Brussel z.j. - G: Bodel Nijenhuis. W.B. Bartlett, De Pelgrim-vaders. Met aant. door E.B. Swalue. Leiden 1859. *D.J. den Beer Poortugael, Een winstgevend vrouwelijk handwerk. Utr. 1870. *W. de Berchen, De nobili principatu Gelrie et ejus origine. E cod. archetypo, qui Noviomagi servatur, descripsit breviterque annotavit L.A.J.W. Sloet v.d. Beele. Hag. Com. 1870. M. Bloch (Ballagi), Grammatik der ungarischen Sprache. 3de Aufl. Pesth 1849. - G: Mej. Bogaers. M. Bloch (Ballagi), Taschen Wörterbuch der ungarischen und deutschen Sprache. Pesth 1848. 2 Th. - G: Dez. *A. Bogaers, Adams eerstgeborene. Amst. 1843. A. Bogaers, Gedichten. z. pl. 1859. A. Bogaers, Dichtbloemen uit den vreemde. z. pl. 1852. A. Bogaers, Lierzang toegewijd aan de nagedachtenis van H.M. Louise Marie. Rott. z.j. A. Bogaers, Jochebed. Haarl. 1861. A. Bogaers, 1813-1868 Jubelzang. Haarl. 1863. A. Bogaers, De togt van Heemskerk naar Gibraltar. z. pl. 1860. A. Bogaers, Balladen en andere dichtstukjes. z. pl. 1862. A. Bogaers, Tollens. Leeuw. 1857. A. Bogaers, Verhandeling over het wezen der uiterlijke welsprekendheid. Leiden 1840. *A.L.G. Bosboom-Toussaint, Romantische werken. Arnhem 1869, Dl. I. *J.H. Bormans, Observations philologiques et crit. sur le texte du Roman de Cléomadès, publié par M.A. Van Hasselt. Liège 1867. St. Bouchin, De volmaekte magistraet. Dordrecht 1659. *W.G. Brill, De bewondering het beginsel der ware kennis. Toespraak. Leiden 1870. W.G. Brill, Nederlandsche spraakleer. Dl I. 4de uitg. Leiden 1871. | |
[pagina 29]
| |
L. v.d. Broek, J.C.J. van Speyk. Lierzang. Rotterd. 1831. - November 1813 herdacht. Rott. 1831. *J. Bronkhorst, Een heerlijke uitkomst of Sanherib voor Jerusalem. z. pl. of j. *A.J. De Bull, Gedichten. Afl. 1 en 2. Th. Burian, Lehrbuch der böhmischen Sprache, 2de Aufl. Prag. 1843. - G: Mej. Bogaers. *Calderon de la Barca, Het leven een droom. Toneelspel. Uit het Spaansch door A.S. de Kok. Amst. 1871. Catalogus der Tentoonstelling van Zeeuwsche oud- en merkwaardigheden, gehouden te Middelburg. 2de druk. Middelb. 1870. - G: G.N. de Stoppelaar. W. De Clercq, Naar zijn dagboek. 1811-1824. Niet in den handel. Haarl. 1871. - G: D. de Clercq. *M. Cohen Stuart, Van Sedan naar Straatsburg. Rott. 1870. M. Cohen Stuart, De genius des oorlogs. 2de druk. Rott. 1870. *J.F.W. Conrad, Verhandeling over de Hondsbossche Zeeweering. z. pl. of j. 4o. J.J. Denier v.d. Gon, Hollands krijgsroem in Augustus 1831. 's Gravenh. 1831. Gedachten-beelden (Dichterlijke), 1ste bundel. Amsterd. 1801. *J.I. Doedes, Inleiding tot de leer van God. Utr. 1870. *J.I. Doedes, Parijs en Rome in den wereld-historischen zomer van 1870. Utr. 1870. W. Eekhoff, De stedelijke Bibliotheek te Leeuwarden. Leeuw. 1870. - G: Gemeentebestuur Leeuwarden. J. Egberts Risseeuw, Acht nuts-verhandelingen. Oostburg 1870. - G: Bodel Nijenhuis. *J.H. Eichman, Eene bladzijde uit het verhaal van Leidens beleg en ontzet toegelicht. Leiden 1870. J. Eigeman, Leerrede over Handelingen IX: 1-11. Rott. 1870. - G: N.N. *W.B.J. Van Eyk, Het openbaar lager onderwijs van Europeanen in Nederl.-Indië. Dev. 1870. | |
[pagina 30]
| |
A.W Engelen, Staatshervormen. Gron. 1845. A.W Engelen, Dichterlijke nanutsvoorlezing. Gron. 1839. A.W Engelen, Dichterlijke brief aan H. Riedel. Gron. 1833. J. Erdélyi, Népdalok és Mondák. Pesten 1846. - G: Mej. Bogaers. J. Erdélyi, Magyar közmondások könyve. Pesten 1851. - G: Dez. K.J. Erben, Pjsne národnj. V Praze 1852. - G: Mej. Bogaers. A. Fáy, Szepirodalmi összes munkái. Pest 1847. 12 Dln. - G: Mej. Bogaers. Rhynvis Feith, Fanny, een fragment. Amst. 1787. - G: Bodel Nijenhuis. H.O. Feith, Ordelboek van den etstoel van Drenthe. Gron. 1870. E. Fenyes, Magyarország. Pesten 1842 '43. - G: Mej. Bogaers. *J.G.W. Fynje, Levensberigt van F.W. Conrad. 's Gravenh. 1870. 4o. Met portret. Frederik de Syvende til Danmark. Om Bygningsmaaden af Oldtidens Jaettestuer. Kjöbenh. 1862. - G: Sloet v.d. Beele. Die Freiheit des Unterrichters mit besonderer Rücksicht auf das Königr. der Niederlande. Bonn. 1829. H. Kr. Fridrikssyni og M. Grúnsyni, Stafrófskver handa Bórnum. Kaupmannahöfn 1854. - G: C.J. Bottemanne. J. Fogarasi, Wörterbuch der deutschen und ungarischen Sprache. 3de Aufl. Pest 1852. 2. Th. - G: Mej. Bogaers. Garay, Handbuch ungarisch-deutscher Gespräche. Pesth 1847. - G: Mej. Bogaers. J. Garay Az., Arpádok. Pest 1848. - G: Mej. Bogaers. L.A. Gebhardi, Die Allg. Geschichte d. Konigr. Norwegen u. Danemark. 2 Th. Halle 1768, '70. 4o. Gedenkschrift van het 250jarig bestaan der Remonstrantsche Broederschap. Rott. 1869. - G: J. Tideman. J. Geel en A. Simons, Voorlezingen gehouden in het Lees-Museum te Utrecht. Utr. 1830 - G: Sijthoff. Geschichte Ungarns. Pest. 1848. - G: Mej. Bogaers. | |
[pagina 31]
| |
(A. Gijsberti Hodenpijl), Bundel Redevoeringen. - G: Bodel Nijenhuis. (J.H. Grave) Coupletten gezongen door Mej. Hoedt en de HH. v.d. Linde en Ruffa in den schouwburg te 's Gravenh. 16 Augustus 1831. H. de Groot, Inleidinge tot de Holl. regts-geleertheyt. Amst. 1860. - G: J.J. Smits. H. Grotii, Quaedam hactenus inedita. Amstel 1652. 12o. J.G.H. Hahn, Van medewerkingen in den Staat. Den Haag 1799. M.C. van Hall, Aan de Nederlandsche helden op de Citadel van Antwerpen gesneuveld. Amst. 1833. V. Hanky, Rukopis kralodvorsky, 10de uitg. V Praze. 1851. - G: Mej. Bogaers. V. Hanky, Polyglotta kralodvorského Rukopisu. V Praze 1852. - G: dez. J. Van Harderwijk Rz., Van Speyk. Dichtstuk. Rott. 1831. - Onze leus. Rott. 1831. - De schim van Willem I aan Nederland (1831). A. Heemskerk, De wijze van levering, eigen aan den koophandel. 's Gravenh. 1871. *J.P. Heye, Metrische vertalingen 1865-1870. J.P. Heye, Onsterfelijkheid. Een sinfonisch gedicht. Amst. 1870. J.P. Heye, Een stem der Toekomst. Amst. 1870. *W.L. Van Helten, Drie kluchtspelen der 17e eeuw, uitgeg. met aant. Rott. 1871. P.C. Hoofts, Hendrik de Groote. Mitsg. de rampsaligheden der verheffinge van den huize van Medicis. Amst. 1665. - G: J.J. Smits. W. v.d. Hoonaard, Hulde aan Z.K.H. den Prins van Oranje. Amst. 1831. A. v.d. Hoop Jr, De kanonneerboot. Rott. 1831. A. v.d. Hoop Jr, De Koning in het leger. Rott. en Amst. 1831. L. Hortensii, Satyrae VIII ad Th. Zulenum. Ultr. 1552. *W.J.A. Huberts, Historisch-geographische Atlas der algem. en vaderl. Geschiedenis. 4de druk. Zwolle. 1870. Jana z Hwezdy, Ballady, romance, powesti a legendy. W Praze 1843. - G: Mej. Bogaers. | |
[pagina 32]
| |
*J.B. Brn van Hugenpoth tot den Berenclauw, Inleiding tot waarheid in staatsbeleid. Utr. 1865. J.B. Brn van Hugenpoth tot den Berenclauw, De gemeente, hare vrijheid en hare financiën. Utr. 1867. J.B. Brn van Hugenpoth tot den Berenclauw, (R. Pays), De kloosters in Nederland aan de grondwet getoetst. Utr. 1861. J.B. Brn van Hugenpoth tot den Berenclauw, Hetzelfde werk. Vijfde oplaag. Utr. 1863. J.B. Brn van Hugenpoth tot den Berenclauw, 1868: Mijn droom, 1871: De revolutie. Amst. 1871. J.B. Brn van Hugenpoth tot den Berenclauw, Onze vermaken. Utr. 1868. J.B. Brn van Hugenpoth tot den Berenclauw, (R. Pays), Hoe en wat? Staatkundige beschouwingen. Utr. 1864. J.B. Brn van Hugenpoth tot den Berenclauw, Onderwijs!!! Petitie!!! 's Hertogenb. 1863. C. Huygens, Korenbloemen. Nederl. gedichten. 2de dr. Amst. 1672. 2 Dln. 4o. Met aant. van Mr. W. Bilderdijk. W.J.C. Ridder Huyssen van Kattendyke, Uittreksel uit het dagboek, gedurende zijn verblijf in Japan 1857-'59. 's Gravenh. 1860. Inventaris van het oud archief der gemeente 's Gravenhage 1868. - G: Gemeentebestuur. Jaarboekje der Maatschappij van Weldadigheid 1868 en '70. Amst. - G: H.M.C. v. Oosterzee. W.J.A. Jonckbloet, De schoolwet-agitatie. Amst. 1866. W.J.A. Jonckbloet, Feestrede ter gelegenheid van den 300sten verjaardag van den slag bij Heiligerlee. Winschoten 1868. J.K.J. de Jonge, Geschiedenis van de diplomatie gedurende den Oostenrijkschen successie-oorlog en het congres van Aken. Leiden 1852. *W.C.M. de Jonge van Ellemeet, Museum Catsianum. Utr. 1870. *Th. Jorissen, Constantin Huygens, I. Arnhem 1871. Miklós Jósika, Abafi. Regény. Pest 1851. - G: Mej. Bogaers. Miklós Jósika, Regényci. Pesten 1840-'45. - G: Dez. J. Jungmanna, Slowesnost. W Praze 1846. - G. Mej. Bogaers. *J.P. de Keyzer, Een bloemkrans. Leesboek. Arnhem 1871. H.H. Kleyn, De heldendood van J.C.J. van Speyk. Amst. 1831. | |
[pagina 33]
| |
J.A. Klokman, Schetsen en novellen. Doetinchem 1870. - G: L.A.F.H. Brn v. Heeckeren. H. Kroese, Gedichten. 1839. F. Kölcsey, Minden Munkái. Pesten 1840. 5 Dln. - G: Mej. Bogaers. J. Kool, Oratio de artibus quibus Augustus callide Rempub. R. invasit. Traj. ad Rh. 1696. 4o. - G: v.d. Schaaff. Keur, Dit is de Kuere van den lande van Zeelandt (1495). Vlissingen z.j. 4o. - G: J.J. Smits. *A. Kuyper, Kerkeraads-protocollen der Hollandsche gemeente te Londen 1569-1571 (Werken der Marnix-Vereeniging. Ser. I Dl. I). Utr. 1870. *G. Kuyper Hz., Beginselen der Nederlandsche Spraakleer. 2de druk. Utr. 1871. G. Kuyper Hz., Elements de grammaire Neerlandaise à l'usage des etrangers. Nouv. edit. La Haye 1870. *E. Laurillard, Wederom krijg. Toespraak. Amst. 1870. E. Laurillard, Wat is er geschied? Toespraak. Amst. 1870. *C. Leemans, Het Rijksmuseum van Oudheden en het Rijks Ethnographisch museum te Leiden gedurende 1869. Leiden 1870. J. van Lennep, Hij is niet meer! Herinnering aan H. Dahmen. Amst. 1838 4o. - G: Sijthoff, even als de volgende: J. van Lennep, De bouwkunst. Leerdicht. Amst. 1842. J. van Lennep, De ijzeren spoorweg van Amsterdam op Haarlem. Lierzang. Amst. 1837. J. van Lennep, Jacobaas weeklacht. 3de druk. Amst. 1842. J. van Lennep, De Heer van Culemborg. In muzijk gebragt door H.W. van Gelder. Amst. z.j. J. van Lennep, Jagerslied. In muzijk gebragt door W.H. Brachthuizen. Amst. z.j. P. van Limburg Brouwer, Het leesgezelschap te Diepenbeek. Gron. 1848. - G: Sijthoff. P. van Limburg Brouwer, Charicles en Euphorion. Gron. 1831. - G: Dez. P. van Limburg Brouwer, Proeve eener recensie, door een niet recenserend schrijver. Gron. 1839. - G: Dez. P. van Limburg Brouwer, Schoonheden der Grieksche Treurspel-dichters. Nieuwe uitg. Amst. z.j. - G: Dez. | |
[pagina 34]
| |
*A. van der Linde, Benedictus Spinoza. Bibliografie. 's Gravenh. 1871. A. van der Linde, Schellings wijsbegeerte der openbaring. Amst. 1862. A. van der Linde, Spinoza. Seine Lehre und deren erste Nachwirkungen in Holland. Gött. 1862. A. van der Linde, (M. Obolensky et A. v.d.L.) Histoire des guerres de la Moscovie par Izaac Massa de Haarlem. Brux. 1866. 2 tom. A. van der Linde, Isaac Massa van Haarlem. Amst. 1864. A. van der Linde, De schaakpartijen van Gioachino Greco. Nijm. 1865. A. van der Linde, Bibliografie van Haarlem. Haarl. 1867. A. van der Linde, Balthasar Bekker. Bibliografie. 's Gravenh. 1869. A. van der Linde, (B. Huydecoper) Aanteekeningen op het ontwerp van spelling voor het aanstaande Nederl. Woordenboek. Nijm. 1863. A. van der Linde, De Nederlandsche geloofsbelijdenis. 2e dr. Nijm. 1865. A. van der Linde, Het oudste gezangboek in de Nederl. geref. Kerk. 's Gravenh. 1869. A. van der Linde, Le Duel. Brux. 1866. A. van der Linde, De Haarlemsche Costerslegende wetenschappelijk onderzocht. 2e uitg. 's Gravenh. 1870. J. van Lodensteyn, Bloemlezing uit zijne gedichten. Met inl. d.A.W. Bronsveld. Rott. 1867. - G: Bodel. Lofdicht op de conferentie te Londen (1833) z. pl. (V. Loosjes) Neerlands vijfhoek. Haarl. 1833. C. Loots, Bij den vrijwilligen heldendood van J.C.J. van Speyk. Amst. 1831. - Chassé op het puin der citadel van Antwerpen. Amst. 1833. J.A.C. Los, Het kruis (gedicht). Dordr. 1871. A. Manzoni, De verloofden. Vert. d.P. van Limburg Brouwer. Gron. 1849 4 Dln - G: Sijthoff. Ph. J. de Neckere, Bewerp van Vlaemsche spelling. Yper. z.j. H.A. Nerdeni, Initia academiae Franequerensis. Franek. exc. Aeg. Radaeus 1613 4o. Neerlands Koning. Gereciteerd door Mevr. J.C. Hoedt geb. Bingley. Rott. 1830. *J. Nolet de Brauwere van Steeland, Gedichten. Dl. III. Amst. 1871. *C. Van Noorden, Europäische Geschichte im 18en Jahrh. Abth 1. Düsseldorf. 1870. | |
[pagina 35]
| |
J.J.F. Noordziek, Beschrijving van twee Prachtexemplaren der in het Fransch uitgegeven werken van A. de Vries. z. pl. of j. A.A. v. Oldenbarneveld, gen. Witte Tullingh, De omwenteling van 1813 te 's Gravenhage. Utr. 1869. - G: R. Fruin. (E.M. Overdorp geb. Post), Het land, in brieven. 4de dr. Amst. 1792. - G: Bodel Nyenhuis. Ign. Pap, Elemi költészet-tan Veszprém 1846. - G: Mej. Bogaers. Hemelschen Panassus-bergh, Leyden 1676. 12o obl. - G: P.A. Tiele. I.B. Pichl, Spolecensky Zpêvník Česky. 10de uitg. V. Praze 1852. - G: Mej. Bogaers. K. Pohl, Grammatik der polnischen Sprache 5te Aufl. Breslau 1849. *J.J. Prins, Het kerkrecht der Nederl. hervormde kerk. Leiden 1870. J.J. Prins, Het besluit der synode van 1870 betrekkelijk de doopsformule uit hare handelingen toegelicht. Leiden 1870. *S.J.E. Rau, Smart en troost. Een lied. Utr. 1870. *L.W.E. Rauwenhoff, De actualiteits-politiek van de synode der Nederl. herv. kerk in 1870. Leiden 1870. H. Ravesteyn, De staf des woords onder de verbrekinge van den staf des broods. Amst. 1741. - G: J.J. Smits. Recensent (De), 4 Dln. Amst. 1787-'93. J.N. Reméle, Lehrbuch der ungarischen Sprache 3de Aufl. Wien 1850. - G: Mej. Bogaers. J.N. Reméle, Analyse ungarischer Classiker. Wien o.j. J.N. Révai, Grammatica hungarica. Pestini 1806. 2 vol. - G: Mej. Bogaers. Revolution, die Magyarische 2de Aufl. Pesth 1850. - G: Mej. Bogaers. Fr. Ridderus, Historischen Hollander. Rott. 1674. 4o. *H. Riedel, Horatius en zijne uitgevers. Leeuw. 1870. | |
[pagina 36]
| |
*P. Romeijn, Over godsdienstonderwijs op de school. Schoonh. 1871. Le Sage, Gil Blas de Santillana. Prelozil I.K. Zbraslawsky. W Praze 1848. - G: Mej. Bogaers. H.J.A.M. Schaepman, De pers. Een gedicht. Amst. 1868. P.J. Schaffarik, Geschichte der slawischen Sprache und Literatur. Ofen. 1826. - G: Mej. Bogaers. E. Schedii, De Dis Germanis. Amst. 1648. - G: J.J. Smits. *W. Scheffer, Arthur Schopenhauer. Leiden 1870. H.C.F.C. Schellerup, Almanak um àr eptir Krist faeòing 1871. Kaupmannahöfn. - G: C.J. Bottemanne. H.J. Schimmel, Joan Woutersz. Amst. 1847. - Twee Tudors. Amst. 1847. - Gondebald. Amst. 1848. - Giovanni di Procida. Amst. 1849. - Lodewijk de Elfde. Amst. 1850. A.D. Schinkel, Bijdragen tot de oude Nederl. letterkunde. Leiden 1849. *G.D.J. Schotel, Den boom der Schriftueren van VI personagien. Utrecht 1870. C. Scribani Antverpia. Antv. 1610. 4o. M. Siegenbeek, Proeven van Nederduitsche dichtkunde uit de 17de eeuw. 3de druk. Nieuwe uitg. Amst. z.j. 1786. Chr. Sigwart, B. de Spinoza's kurzer Tractat von Gott, dem Menschen und dessen Glückseligkeit. Tüb. 1870. - G: A. v.d. Linde Silvio Pellico, Poesie scelte. Parigi 1840. 12o. - G: Bodel Nyenhuis. Skyrslur, um Landshagi á Islandi III. Kampmannahöfn 1864. - G: Sloet v.d. Beele. E. Slanghen, Voogdgedingen in de landen van Overmaze. Roerm. 1870. - G: Sloet v.d. Beele. E. Slanghen, Bijdragen tot de geschied. van Limburg Amst. 1865. - G: Dez. *M. Smiets, Bilderdijk. Letterkundige voordracht. Antw. 1868. | |
[pagina 37]
| |
(C.H. Smits), Ridder Van Speyk voor Antwerpen, en (A. Kloppert) hulde aan den heldenmoed van Van Speyk. Rott. 1831. R.H. van Someren, Zeereis met het schip Hollandia, kapitein Willem Willemszn. 2de druk. Amst. 1831. - Waar moet het heen? 2de druk. 's Gravenh. 1833. *J. Soutendam, Keuren en ordonnantiën der stad Delft. Delft 1870. Historisch spel der boekdrukkunst. - G. Pleyte. *F.J. Stahl, De politieke en kerkelijke partijen in Europa. Uit het Duitsch d. A. v.d. Linde. Nym. 1865. Statuta et leges fundamentales Academiae Frisiorum quae est Franequerae. Leov. 1748. fol. J. Fr. Sumavského, Cesko-Nemecky (böhm.-deutsches Wörterb.) V Praze 1848 - G: Mej. Bogaers. Em. Takács, Die Kunst in 18 Lectionen ein Kern-Magyar zu werden. Wien 1852. 12o. - G: Mej. Bogaers. A. Telders, Bijdrage tot eene Geschiedenis van het bezit in de doode hand. Utr. 1868. *B.D.H. Tellegen, Duitschland en Nederland. Gron. 1870. J. Teleki, Hunyadiak kora Magyarországon. Pesten 1852. - G: Mej. Bogaers. Tidskrift for Philologi og Paedagogik, Aarg. 7 en 8. Kjöbenhavn 1866-70. - G: O. Schwartz. Fr. Toldy, Handbuch der ungrische Poesie. Pest u. Wien 1828. 2 Bde. - G: Mej. Bogaers. Fr. Toldy, A. Magyar nemzeti irodalom története. Pesten 1851. - G: Dez. G.E. Toepler, Lehrbuch der ungarischen Sprache. Th. II. 2de Aufl. Pest 1842. - G: Mej. Bogaers. Onze Tolk, Jaarg. I. Deventer 1870. 4o. - G: Rogge. (H. Tollens), 's Konings verjaardag 24 Aug. 1831. Rott. 1831. - Lied der Leidsche studenten. Amst. 1831. - De algemeene bededag in Nederland. Rott. 1832. - De val der citadel van Antwerpen. Rott. 1833. J. Sl. Tomicek, Lehrbuch der böhmischen Sprache. Prag 1851. - G: Mej. Bogaers. | |
[pagina 38]
| |
An entertaining Tour containing a variety of incidents in a journey through part of Flandres, Germany and Holland. London 1791. *Fr. W. Valentiner, Herr Prof. Hjort vor den Richterstuhl der Wahrheit gestelt. Kiel 1859. J.H. v.d. Veen, Een storm uit het Noorden. Een gedicht. Sneek 1870. J.J. Verhoeff, Uitboezeming aan het oude Nederland. Utr. 1830. L.G. Visscher, Iets over Jacob de Coster van Maerlant. Utr. 1838. - G: Bierens de Haan. *J. v. Vloten, Humaniteit, de blijde boodschap der 19de Kristen-eeuw. Amst. 1869. J. v. Vloten, Vrije studie. Voordracht. Haarl. 1868. J. v. Vloten, Noord-Nederlandsche karakterfeilen. Haarl 1868. J. v. Vloten, Beknopte geschiedenis der Nederl. letteren. 2de druk. Tiel 1870. J. v. Vloten, Bloemlezing uit de Nederl. prozaschrijvers der 17de eeuw. Arnhem 1870 1ste en 2de helft. J. v. Vloten, De Levensbode Dl. II, III. Dev. 1866-'68. J. v. Vloten, J. Luykens, Duitsche lier. Schied. 1860. J. v. Vloten, Het leven en de uitgelezen zangen en dichten van J. Revius. Schied. 1863. J. v. Vloten, Het leven en de uitgelezen gedichten van J. Stalpert van der Wiele. Schied. 1865. J. v. Vloten, P.C. Hooft's Warenar en Schynheiligh. Schied. 1869. H. Vogelsang, Het hooger onderwijs in Nederland. 's Gravenh. 1870. Volksboekjes uit de 19de eeuw. Amst. en Dev. (1870). 14 stuks. - G: Sloet v.d. Beele. De zingende Zwaan, de zingende Kruijer en andere verzamelingen van volksliederen. Nederl. Volksromans. Deventer (1870). 7 stuks. 4o en 8o. - G: Sloet v.d. Beele. Vörösmarty, Minden Munkái. Pesten 1845-'47. - G: Mej. Bogaers. *G.G. Vreede, La reconstruction de l'empire d'Allemagne. Utr. 1871. *J.J. de Vries, Het kennelijk onvermogen (burgerlijk faillissement). Amst. 1870. | |
[pagina 39]
| |
*De Wachter, Tijdschrift onder directie van Dr. H.J.A.M. Schaepman en Dr. W.J.F. Nuyens. Haarl. Utr. 1871. Waer. historie van wijlen J. van Olden-Barnevelt. Amst. 1669. - G: J.J. Smits. *J.J. Wap, Toespraak bij het 40 jar. herinneringsfeest van de Kon. Mil. Akademie te Breda. Breda 1868. J.J. Wap, P. Nieuwland. 's Gravenh. 1870. J.J. Wap, Herinnering aan P. en J.A. Weiland. 's Gravenh. 1869. J.J. Wap, Tekst der gezangen, gezongen op het volksconcert bij de onthulling van het Monument van 1813. *A.W.P. Weitzel, Het leven van Jhr. H.J.J.L. Ridder de Stuers. Breda 1862. K.A. Wytisek, Der kleine Cech. Wien 1850. 12o. - G: Mej. Bogaers. M. Westerman, H.J. Rooseboom en J.C. Westerman, Voor het vaderland. Dichtstukken. Amst. 1830. M. Westerman, H.J. Rooseboom en J.C. Westerman, De Nederlandsche vlag. Amst. 1830. - De landstorm. Amst. 1832. De Wilden van Europa. 2de druk. Amst. 1768. - G: J.J. Smits. C.G. Withuys, Hollands vlag. 3de druk. Amst. 1831. E.F.H. Wolf, Kerk-inwijding te Homoet. Leerr. Delft 1870. - G: Bodel Nyenhuis. W.N. Wolterink, Uit den Geuzentijd. Dordr. 1869. - G: H.M.C. v. Oosterzee. *W.P. Wolters en H.C. Rogge, Bloemlezing uit de gedichten van E. Hoofman, J. Antonides v.d. Goes, J. de Decker en J. Oudaen. Amst. (1871). Mary Worthley Montague, Letters written during her travels in Europa, Asia and Africa. Paris 1800. - G: Bodel Nyenhuis. *G.A. Yssel de Schepper, Lotgevallen van Christiern II en Isabella van Oostenrijk. Zwolle 1870.
Wij ontvingen ten vervolge en tot aanvulling: The histor. Magazine and Notes and Queries 1869 1-3. - Congres international de statistique II, III - Catalo- | |
[pagina 40]
| |
gue de la bibliothèque Wallonne, Suppl. 3. - Putnam's Record of the Rebellion X, XI. - Verslag van Burg. en Weth. te Leiden aan den Gemeente-Raad, 1870. - Jaarboekje voor het notaris-ambt, 1871. - Volks-Alm. voor Nederl. Katholieken, 1871. - Geldersche volksalm., 1869, '70. - Drentsche volksalm. 1868. - W.J.F. Nuyens, Geschiedenis der Nederl. beroerten, IV. 2. - Gids 1870. - Wetenschappelijke bladen, 1870. - De Katholiek, 1869. - De oude tijd, 1870. - Los en vast, 1870. - Vaderl. letteroef., 1870. - Navorscher, 1870. - Werken van H. Conscience, Afl. 75 en volg. - C.P. Tiele Vergelijkende geschiedenis der Oude godsdiensten, II, 1. - De Potter en Broeckaert, Geschiedenis van de gemeenten van Oost-Vlaanderen XI, XII. - J.A. Obreen. De Noord Amerik. oorlog. Afl. 2-4. - Leidsche Courant, 1869. - Leidsch Dagblad, 1870. - Verslag van het Gymnasium te Leiden 1870. - Leidsche weesverzen, 1871. - De Toekomst, 1870. - Bibliotheek van Middel-Nederl. letterkunde, afl. 3-5. - Taal- en letterbode II, 1-3 -. Vlaamsch Idiotikon, afl. 11. - De Vries en Verwijs, Woordenb. der Ned. taal, afl. 5-7; tweede reeks, afl. 1, 2. - P. Leendertz, Gedichten van P.C. Hooft, afl. 6, 7. - R.C. Bakhuizen van den Brink, Studiën en Schetsen, afl. 2-5. - A. Kuenen, Godsdienst van Israel, II. - Annales Academici, 1865-'66. - Van Doorninck, Bibliotheek der Nederl. anonymen, afl. 9. - Bijdr. voor de vaderl. geschiedenis, VI. - F. Muller, Beredeneerde beschrijving van Nederl. historieplaten Afl. 2. - J.J. Backer Dirks, De Nederl. zeemagt in hare verschillende tijdperken geschetst, III. - Grimm's Deutsches Wörterbuch, IV. Abth. II, 3, 4, V. 10. - Kühn und Schleiger, Beiträge zur vergl. Sprachforschung, VI. 4. - Haupt, | |
[pagina 41]
| |
Zeitschr. f. Deutsche Alterth., III. 1. - Wackernagel, Deutsches Kirchenlied, III. 9-12.
Wij hebben overdrukjes ontvangen van: J.E. Banck 1, J.T. Bergman 1, J. de Bosch Kemper 1, J.H. Bormans 2, L.R. Beynen 1, W.G. Brill 1, R. Chalon 3, J.F.W. Conrad 2, W.J.M.E. Dercksen 1, K. Frommann 1, R. Fruin 2, H. Gerlings Cz. 1, J.P. Heije 1, D. Harting 1, F. von Hellwald 1, J.E. Hooft van Iddekinge 1, J.G. de Hoop Scheffer 1, H.Q. Janssen 2, Th. Jorissen 2, A.M.C. Koning 1, J.P. de Keyser 11, A.L. Lesturgeon 13, A. v.d. Linde 3, L. Oldenhuis Gratama 3, C.W. Opzoomer 1, W.N. du Rieu 1, H.C. Rogge 3, Ch. Rahlenbeck 1, W.P. Sautijn Kluit 1, G.D.J. Schotel 1, C. Sepp 1, J.J. Smits 2, J. Soutendam 12, O.W. Star Numan 2, E. Steenmeyer 1, J.W. Staats Evers 1, L.A.J.W. Sloet van de Beele 4, W.H.D. Suringar 1, K. Sybrandi 1, H.W.T. Tydeman 1, P.A. Tiele 1, C.P. Tiele 1, G.W. Vreede 6, J. van Vloten 6, C. Vosmaer 4, A. de Vries 1, R. Westerhoff 1, Watts de Peyster 2, W.P. Wolters 1, J. de Wal 1, W.N. Wolterink 1, Q.X.Z. 1.
Van Binnen- en Buitenlandsche Genootschappen ontvingen wij het volgende: Kon. Akad. v. Wetensch.: Versl. Afd. Letterk. 2de R. I; Afd. Natuurk. N.R. IV; Jaarb. 1870; Progr. certaminis poet.; Versl. v.d. Comm. v.d. overblijfselen d. vaderl. kunst, 1870. - Kon. Oudheidk. Gen.: Versl. 1870. - Indisch Gen.: Versl. 1870. - Friesch Gen.: Versl. 42. - Zeeuwsch Gen.: Zelandia illustrata 3. - Prov. Utr. Gen.: Verslag 1870; P.H. Asman, Proeve eener geneesk. plaatsbeschrijving v. Leeuwarden; P. Harting, Mémoire sur le | |
[pagina 42]
| |
genre potérion. - Histor. Gen. te Utrecht: Kronijk 1869; Werken N. S, 13. - Vereen. tot daarstelling v. eene alg. openb. bibl. te Rotterdam: Verslag 12. - Maatsch. tot Nut v. 't Algemeen: Volksalm. 1871; Kleine stukjes No. 59, 60. - Instit. v. Doofstommen te Groningen: Alg. verslag 1870. - Koninkl. Bibliotheek: Versl. 1870. - Rijksarchief: Versl. 1870. - Penningkabinet: Verslag 1869. - Soc. hist. et d'archéol. du Limbourg: Public. VI, VII. Institut archéol. Liégeois: Bull. X. Catalogue descriptif du Musée prov. de Liège. - Soc. archéol. de Namur: Rapport 1870. - Soc. de l'histoire de Belgique: M. de Montpleinchamp Histoire de l'Archiduc Albert; L. Galesloot, Chronique des évènements à Bruxelles 1780-1827; A. Delvigne, Memoires de Martin Antonio del Rio. - Willemsfonds, Uitgaven No. 67; Jaarb. 1871. - Soc. d'émulation pour l'étude de l'hist. et des antiq. de la Flandre: Ann. 3me Ser. V; Compte rendu 1870. Société pour la recherche des monuments hist. dans le Grand-Duché de Luxembourg: Publ. XXV. Histor. u. antiq. Gesellsch. in Basel: Beiträge IX. - Histor. Verein d. fünf Orte Uri etc.: Geschichtsfr. XXV. - Histor. Verein in Mittelfranken: Jahresber. XXXVI. - Histor. Verein für den Niederrhein: Archiv N.F. I, II. - Abtheil. des Künstlervereins für Bremische Gesch. und Alterthümer: Jahrb. V. - Schlesische Gesells. f. vaterl. Kultur: Abhandl. Phil. Hist. 1870; Naturw. und Medicin 1868/70. - Bergischer Geschichtsverein: Zeitschr. V, VII. - Oberlausitzische Gesells. d. Wissenschaften: Neues Magazin XLVII; Scriptores rerum Lusaticarum N.F. IV. - Histor. Verein f. Steiermark: Mitth. 18; Beiträge VII. - Histor. Verein für Niedersachsen: Zeitschrift 1869. - Ferdinandeum f. Tirol und Vorarlberg: Zeitschr. 3e F. XV. - Schleswig-Holstein-Lauenb. Gesels.: Zeitschr. I. - Ver- | |
[pagina 43]
| |
ein für Lübeckische Gesch. und Alterthumskunde: Bericht 1867, '68; K. Klug Die Unterdrückung der Herrnhuter in Lübeck - Museum Francisco-Carolinum: Bericht 27, Beiträge 24. - Histor. Verein von und für Oberbayern: Jahresber. 31; Archiv XXVIII, XXIX, Catal. II. - German. National-Museum: Anzeiger 1870; - Histor. Verein zu Osnabrück: Mitth. IX. - Kön. Böhmische Gesellsch. der Wissenschaften: Sitzungsber. 1869; Abhand. 6e F. III; W.R. Weitenweber Repertorium sammtl. Schriften 1769-1868. - Vaterl. Museum Carolino-Augusteum: Jahresbericht 1870; - Verein f. Mecklenburgische Gesch. und Alterthumsk.: Jahrb. XXXV. - Gesellsch. für Pommersche Gesch. und Alterthumskunde: Baltische Studien XXIII. - Gesells. f. nützliche Forschungen: Von Wilmowsky, Die römischen Moselvillen bei Nennig. - Verein für Nassauische Alterthümer und Geschichtsforschungen: Annalen X; K. Rossel, Urkundenbuch der Abtei Eberbach. - Kais. Akad. d. Wissens. zu Wien: Sitzungsber. LXIII. - Kais.-Kön.-Geogr. Gesellschaft zu Wien: Mitth. N.F. III. - Voigtländische Alterthumsforschende Verein. Mitth. nebst Jahresber. 40. - Anthropol. Gesells. in Wien No. 4, 5. Comité Flamand de France: Bulletin V. Smithsonian Institution: Report 1868; Patent office Report 1867. |
|