Indische Letteren. Jaargang 37
(2022)– [tijdschrift] Indische Letteren– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 76]
| ||||||||||||||||||||||||||||
De politiek van transnationale herinneringen aan de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog
| ||||||||||||||||||||||||||||
Stilte en ontkennenDe afgelopen jaren is er in Nederland steeds meer aandacht voor kolonialisme, de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog en voor wat dekoloniseren betekent in politiek, juridisch en sociaal opzicht. Ook in de Nederlandse literatuur is dat het geval. Een roman als Indische duinen van Adriaan van Dis baarde in 1994 opzien omdat dit boek het relatieve stilzwijgen over deze zaken in de samenleving ter sprake bracht. Van Dis wilde weten wat er gebeurd was met zijn familie in Nederlands-Indië voordat deze naar Nederland | ||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 77]
| ||||||||||||||||||||||||||||
kwam eind jaren veertig, en hij had moeite om daarachter te komen. De problematiek bleek herkenbaar voor veel mensen en Van Dis werd bekroond met verscheidene literatuurprijzen.Ga naar eindnoot5
Omslag van Adriaan van Dis, Indische duinen (1994).
Toen De tolk van Java in 2016 verscheen, beschreef Alfred Birney zijn roman in de ondertitel echter als een ‘autobiografische mokerslag die de clichés over Nederlands-Indië verpulvert’. Zijn hele punt was dat dat stilzwijgen juist onzin was. Er waren mensen zoals zijn vader die al jaren geschreeuwd hadden over hun ervaringen tijdens de Onafhankelijkheidsoorlog, maar niemand had naar hen willen luisteren. De kennis van en verantwoordelijkheid voor wat er in Indonesië gebeurd was, werd ontkend. Birney presenteerde een andere kijk op het publieke debat en liet - op een andere manier dan | ||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 78]
| ||||||||||||||||||||||||||||
Van Dis - zien dat er stemmen en verhalen waren die in het collectieve bewustzijn gemarginaliseerd werden. Ook Birneys boek werd bekroond.Ga naar eindnoot6
Omslag van Alfred Birney, De tolk van Java (2016).
Zowel Van Dis als Birney toont aan dat er complexe nuances zijn in wat er in Indonesië en Nederland is gebeurd tijdens en na de Onafhankelijkheidsoorlog. Ze maken duidelijk dat het kolonialisme en de Onafhankelijkheidsoorlog vele tientallen jaren later nog altijd vragen oproepen over racisme en rechtvaardigheid in de Nederlandse samenleving. Zowel in De tolk van Java als in Indische duinen is sprake van ‘witte onschuld’ en van wat Gloria Wekker ‘paradoxen van kolonialisme en ras’ noemt.Ga naar eindnoot7 Die paradoxen bestaan volgens Wekker uit de fundamentele rol die ras speelt in de huidige Nederlandse samenleving (in samenspel met gender, seksualiteit en klasse) en tegelijkertijd uit de veelvormige ontkenning daarvan. Birney beschrijft in De tolk van Java de herinneringen aan en daden van zijn vader, die tijdens de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog tolk was bij de Mariniersbrigade van het KNIL. Hij beschouwt zijn vader als een moordenaar en heeft moeite met de manier waarop deze het koloniale systeem verdedigde. De stilte enerzijds over de koloniale tijd en de oorlog, en anderzijds juist het nostalgische terugkijken - het tempo doeloe-denkenGa naar eindnoot8 - kunnen beide leiden tot het ontkennen van racisme, tot het doorwerken van het kolonialisme in de huidige samenleving en tot de weigering om de problemen op te lossen. Niet alleen de samenleving zelf, ook de politiek weigert vooralsnog iets aan deze situatie te doen. Voor wie geïnteresseerd is in vragen over gelijkheid en rechtvaardigheid, is het daarom interessant om niet alleen te onderzoeken hoe stilte werkt, maar ook hoe ontkenning van morele en politieke verantwoordelijkheid werken.Ga naar eindnoot9 De romans van Van Dis en Birney zijn in deze context ook sociaalkritische romans. Stilte en ontkenning hebben het in Nederland moeilijk gemaakt om het structurele gebruik van geweld en de oorlogsmisdaden van Nederlandse militairen tijdens de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog politiek en juridisch ter sprake te brengen. Lange tijd ontbrak hiervoor ook relevant onderzoek. Dit veranderde rond de verschijning van De tolk van Java, die samenviel met nieuw geschiedkundig onderzoek door Gert Oostindie en Remy Limpach.Ga naar eindnoot10 Transnationaal activisme in verband met de Black Lives | ||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 79]
| ||||||||||||||||||||||||||||
Matter-beweging leidde rond het jaar 2020 in Nederland tot meer aandacht voor kolonialisme en dekolonisatie. Een voorbeeld zijn de discussies over het slavernijverleden van steden als Utrecht.Ga naar eindnoot11 In 2022 werden de resultaten van een omvangrijk onderzoek over ‘Onafhankelijkheid, dekolonisatie, geweld en oorlog in Indonesië, 1945-1950’ gepresenteerd. Premier Rutte bood onmiddellijk hierna zijn excuses aan voor het gepleegde ‘extreme geweld’, waarvoor de militaire, justitiële en politieke autoriteiten verantwoordelijk waren (zonder het hierbij over ‘oorlogsmisdaden’ te hebben, zodat schadeclaims ontweken kunnen worden).
Het opsporen van landmijnen door een stootpeloton van de mariniersbrigade op het landingsterrein bij Pasirpoetih aan de noordkust van Java tijdens de ‘Eerste Politionele Actie’. Collectie UB Leiden/KITLV.
Ondanks deze binnen- en buitenlandse discussies worden herinneringen aan het geweld van de jaren veertig in Indonesië vooral vanuit een Nederlands perspectief besproken. Kijk maar naar de woordkeuzes over deze conflicten. Wat men in Nederland vaak de ‘Politionele acties’ of de ‘Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog’ noemt, wordt in Indonesië meestal de ‘Indonesische revolutie’ genoemd. Afhankelijk van waar we zijn, wanneer we er zijn en welk perspectief we hanteren, benoemen we de onderwerpen verschillend. Daar zit een politiek achter. Gaat het om sociale onrust binnen Nederlands-Indië, waarbij de inzet van de politie nodig was (‘politionele acties’)? Gaat het om een tijd | ||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 80]
| ||||||||||||||||||||||||||||
waarin Nederland zijn kolonie kwijtraakte (‘Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog’ of ‘dekolonisatieoorlog’)? Of gaat het om revolusi en agresi militer Belanda, omdat Indonesische nationalisten en vrijheidsstrijders revolteerden tegen buitenlandse overheersers en een eigen staat in het leven riepen (‘Indonesische revolutie’)?Ga naar eindnoot12 Die buitenlandse overheersers konden overigens tijdens de Tweede Wereldoorlog ook Japanners zijn. Deze politieke observaties roepen vragen op. Welke groepen en perspectieven zien we in Nederlandse vertellingen over het kolonialisme en de gewelddadige conflicten in Indonesië? Wiens herinneringen komen boven in openbare discussies? Wiens herinneringen niet? Wie hoort erbij en mag wat zeggen? Wie moet liefst zijn mond houden? | ||||||||||||||||||||||||||||
Nederlandse herinneringenRomans zoals Indische duinen en De tolk van Java laten zien dat er een relatie is tussen individuele en collectieve herinneringen aan oorlog en kolonialisme, net zoals persoonlijke en collectieve vertellingen over die herinneringen aan elkaar gerelateerd zijn. We kunnen het ene niet begrijpen zonder het andere.Ga naar eindnoot13 De romans van Van Dis en Birney zijn min of meer verkapte egodocumenten over de levensverhalen van henzelf en die van familieleden. Hun sociale kritiek op stiltes en ontkenningen zijn daarom ook bronnen van kennis over collectieve herinneringen en grote sociale veranderingen en het effect dat deze veranderingen hebben op mensen. De romans laten zien hoe verschillende mensen en groepen zich deze vertellingen toe-eigenen. Hoe zowel de individuele als de collectieve vertellingen over de herinneringen aan kolonialisme en oorlog van betekenis veranderen afhankelijk van sociale en politieke contexten.Ga naar eindnoot14 De persoonlijke vertellingen in beide romans zijn ook verbonden met de vertellingen in postkoloniaal en naoorlogs Nederlands beleid.Ga naar eindnoot15 Wetten vertelden wie er na de Indonesische onafhankelijkheid Nederlander was en wie niet. Wie er recht had op pensioen en wie niet. Wie er een oorlogsheld was en een medaille verdiende en wie verondersteld werd aan de kant van de vijand te hebben gevochten en eigenlijk een verrader was. Binnen de politiek werd er over ‘ereschuld’ gesproken en waren er lange discussies over wat ‘bijzondere solidariteit’ inhield in verband met uitkeringen en buitengewone vormen van pensioen.Ga naar eindnoot16 Deze vertellingen werden lang gekenmerkt door een gebrek aan erkenning en door een ontkenning van verantwoordelijkheid voor oorlogsslachtoffers en veteranen uit Nederlands-Indië. Volgens sommigen is deze erkenning er nog steeds niet.Ga naar eindnoot17 Het verband tussen persoonlijke en collectieve vertellingen valt, zoals gezegd, ook te herkennen in de twee romans. In Indische duinen blijkt dat verschillende familieleden een gebrek aan erkenning ondervinden en hulp nodig hebben bij het verwerken van het verleden. Deze hulp komt pas laat. Halfzus Saskia komt er bij toeval achter dat haar vader, de Indische eerste-luitenant van de KNIL Justin van Cappelen, twee jaar lang guerrilla | ||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 81]
| ||||||||||||||||||||||||||||
heeft gevoerd tegen de Japanners en de Indonesische nationalisten. Daarna is hij opgepakt en gefusilleerd. Ze wist dat hij was overleden, maar ze wist niet hoe. Saskia en haar zussen en moeder hebben in drie interneringskampen gezeten tijdens de Japanse bezetting en de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog. Haar moeder moet in Nederland nog jarenlang met het ministerie vechten voor achterstallige soldij van haar overleden echtgenoot en ook voor haar eigen pensioen. Hierbij helpt het niet dat Van Cappelen de Nederlandse nationaliteit had, voor Nederland had gevochten en in het Indische verzet tegen de Japanners en de nationalisten had gezeten. De ambtenaren gaan ervan uit dat hij, een Indische man, met de Japanners en de nationalisten had geheuld en daarmee automatisch een verrader was. Het duurt lang voor ze het tegendeel kan bewijzen, waarop ze zelf haar pensioen ontvangt en Van Cappelen eerherstel krijgt in de krant. Ze krijgt ook het aanbod een medaille voor hem te kopen. Daarna wordt de moeder stil. Ze heeft het niet meer over deze tijd.Ga naar eindnoot18
Een brenguncarrier van de ondersteuningscompagnie van het KNIL in actie bij Medan tijdens de ‘Eerste Politionele Actie’. Collectie UB Leiden/KITLV.
Ook de vader in De tolk van Java weet slechts met moeite erkenning te krijgen van de Nederlandse staat. Hij is een Indo-Peranakan en een Indische Nederlander, maar zowel tijdens de Japanse bezetting en de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog als later in Nederland heeft hij, ondanks zijn grote loyaliteit aan de Nederlandse staat, moeite om formele erkenning te krijgen. Als vrijwillige tolk wordt hij niet als een marinier erkend | ||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 82]
| ||||||||||||||||||||||||||||
door de marine, omdat hij employé speciale diensten is. Als hij moet vluchten uit Indonesië omdat hij op de zwarte lijst van de nationalisten terecht is gekomen vanwege zijn daden binnen en buiten zijn werk als tolk bij de koloniale marine, wordt hij informeel geholpen door Nederlandse mariniers. Eenmaal in Nederland krijgt ook hij geen pensioen, omdat hij geen ‘echte’ marinier was.Ga naar eindnoot19 Deze vader is niet stil. Hij heeft het altijd over deze tijd. | ||||||||||||||||||||||||||||
Geweld en de globalisering van herinneringenNederlandse koloniale literatuur werd vooral geschreven en besproken door Nederlandse lezers. Ze werd voornamelijk gepresenteerd vanuit het oogpunt van de koloniale heersers.Ga naar eindnoot20 Ook is er een traditie van postkoloniale literatuur over de migratie na de Indonesische onafhankelijkheid.Ga naar eindnoot21 Hierin komt duidelijk naar voren dat Nederland de strijd heeft verloren en dat kolonialisme wordt afgekeurd. Wat echter ongebruikelijk is in Nederlandse koloniale en postkoloniale literatuur, is het beschrijven van geweld, structureel geweld, en van het schenden van mensenrechten. Als dit al genoemd wordt, dan is het vaak op de achtergrond. Dit is ook het geval in Indische duinen. Hier gaat het erom meer over dit geweld te weten te komen, maar juist daarom blijft het geweld ook op afstand. De stilte overheerst. De tolk van Java is een uitzondering op deze regel. De vader in deze roman wil zijn dagboek uit de jaren veertig gepubliceerd krijgen in Nederland, maar dat kan hij natuurlijk vergeten. Daar staan complexe verhalen in over het geweld dat hij ondergaan heeft en over hoe hij geweld gebruikt heeft tijdens de Japanse bezetting en de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog. Hij komt naar voren als slachtoffer, maar ook als dader en als toeschouwer. Zijn beschrijvingen vielen (en vallen) niet zonder meer in goede aarde in naoorlogs (en hedendaags) Nederland. Deelname aan kolonialisme en aan deze gewelddadige conflicten was (en is) hier tenslotte moeilijk bespreekbaar. Daarom lijkt De tolk van Java ook meer op de romans van Indonesische schrijvers als Pramoedya Ananta Toer en Y.B. Mangunwijaya.Ga naar eindnoot22 Deze geven net als Birney een genuanceerd beeld van de manier waarop slachtoffers soms daders worden. Niemand is onschuldig. Het maakt niet uit of men wel of niet ‘wit’ is.Ga naar eindnoot23 Pramoedya en Mangunwijaya zijn duidelijker dan Birney in hun bespreking van de nationale en internationale politiek tijdens en na de conflicten van de veertiger jaren in Indonesië. Zij doen dit vanuit politieke stellingnames als kosmopoliet en feminist. Bij deze schrijvers is het voor alle partijen in de conflicten nagenoeg onmogelijk verantwoordelijkheid voor oorlogsmisdrijven te ontkennen. Dit maakte ook dat beiden controversieel waren in Indonesië. Birney is wat dat betreft politiek minder uitgesproken in De tolk van Java, waar de morele overwegingen overheersen, maar hij geeft Indonesische nationalisten wel een stem die begrijpelijk is in verband met (het geweld van) deze tijd. In het interdisciplinaire onderzoeksveld van herinneringsstudies gaat men ervan uit dat verschillende landen zich historische gebeurtenissen zoals de Onafhankelijkheids- | ||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 83]
| ||||||||||||||||||||||||||||
oorlog op verschillende wijze herinneren. Groepen binnen Indonesië of Nederland herinneren zich ook verschillende gebeurtenissen van de Onafhankelijkheidsoorlog. Of ze herinneren zich dezelfde gebeurtenissen op verschillende manieren.Ga naar eindnoot24 Herinneringsonderzoekers als Levy en SznaiderGa naar eindnoot25 en RothbergGa naar eindnoot26 hebben betoogd dat we vooral in verband met de Holocaust getuige zijn geweest van een globalisering ofwel universalisering van herinnering. Collectieve herinneringen aan de Holocaust maken niet meer alleen deel uit van een nationale cultuur van herinneren, maar door culturele en andere globaliseringsprocessen is dit herinneren een veel internationaler proces geworden. Dit heeft geleid tot vervolgvragen over wat er gebeurt als we in plaats van een nationaal perspectief, een transnationaal perspectief gebruiken. Wat gebeurt er in een transnationale ruimte als we het hebben over herinneringen aan kolonialisme, oorlog en geweld?Ga naar eindnoot27
Een voorbijgangster geeft eerste hulp aan een gewonde vrijheidsstrijder, die midden in Batavia een aanslag met een handgranaat heeft gepleegd. Collectie UB Leiden/KITLV.
| ||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 84]
| ||||||||||||||||||||||||||||
Het reizen van herinneringenAstrid Erll heeft het over het reizen van herinneringen. Hiermee bedoelt ze dat herinneringen niet verbonden zijn aan een plaats, een sociale groep of een natie, maar dat ze transcultureel zijn. Ze bewegen zich constant over en voorbij territoriale en sociale grenzen.Ga naar eindnoot28 Mensen nemen herinneringen met zich mee. Door te migreren of te vluchten worden herinneringen verspreid over de wereld. Migranten reizen met collectieve beelden en vertellingen over het verleden - vertellingen die zijn gebaseerd op verschillende vormen van kennis over dat verleden. Media kunnen ook herinneringen verspreiden met steeds veranderende inhoud en vorm. Zo dwalen herinneringen continu door tijd en ruimte over sociale, taalkundige en politieke grenzen.Ga naar eindnoot29 Ik heb het hier over herinneringen aan de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog en hoe deze herinneringen gedragen worden door postkoloniale migranten van Indonesië naar Nederland en hoe ze verteld worden door schrijvers als Van Dis en Birney via het medium van de roman. Dat deze herinneringen gereisd hebben, hoeft nog niet te betekenen dat ze op een bepaalde manier ontvangen worden. Het eerder geïntroduceerde gedachtegoed over het globaliseren van herinneringen aan de Holocaust maakt dat men overdreven optimistisch zou kunnen zijn ten aanzien van de kans dat genocide herhaald zal worden. Iedereen in de wereld weet toch hoe erg de Holocaust was. Helaas is dit niet zo, en dat weten we. Er zijn meer genocides gepleegd.Ga naar eindnoot30 Zelfs al reizen herinneringen aan oorlogen en kolonialisme met vluchtelingen en migranten en op andere manieren naar andere gedeeltes van de wereld, dan zijn deze herinneringen nog steeds gebonden aan de plaats van oorsprong. Daar komt bij dat politieke en sociale machtsstrijden en keuzes over wat er verteld wordt, ook aan plaatsen gebonden zijn. Ongelijkheid in macht speelt een rol bij welke herinnering domineert als de collectieve herinnering in een samenleving, en welke herinneringen of variaties op herinneringen er gemarginaliseerd worden. Zowel plaats als ruimte speelt daarmee een rol in het reizen van herinneringen. In Indische duinen reizen de ouders en halfzussen van de schrijver met hun herinneringen aan de oorlogen en het kolonialisme als postkoloniale migranten naar Nederland. Nederland overleeft de Tweede Wereldoorlog, maar verliest de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog en Indonesië als kolonie. Dit maakt dat het niet altijd voorspelbaar is met welke gevoelens de herinneringen van de migranten bejegend worden door de mensen die ze in de Nederlandse samenleving ontmoeten. Ongelijkheden in machtsverhoudingen van gender, ras, klasse en nationaliteit spelen, vaak in samenspel met elkaar, in zowel Indonesië als Nederland een rol met betrekking tot de positie die de ouders en halfzussen bekleden in de verschillende samenlevingen. Hun positie en de bejegening van hun omgeving veranderen constant tijdens de Japanse bezetting en de Onafhankelijkheidsoorlog in Indonesië. Dit is ook in Nederland het geval. Hun positie | ||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 85]
| ||||||||||||||||||||||||||||
en de bejegening van de omgeving zijn afhankelijk van de politiek rond deze ongelijkheden. In onderzoek over oorlog en vrede spreekt men vaak over categorieën als slachtoffers, daders en toeschouwers. Men wil graag de politieke en morele ontkenning van verantwoordelijkheid voor het schenden van mensenrechten en voor historisch onrecht begrijpen, evenals het verzet tegen zulke ontkenningen. Dan is het goed om te onderzoeken hoe slachtoffers, daders en toeschouwers hierover denken. Een van de eerste vragen die opkomt is ‘wie is er wat’? Bovendien: ‘volgens wie’? In Indische duinen worden de twee vaders, de moeder en dochters voornamelijk beschreven als slachtoffers van de Japanners en de Indonesische vrijheidsstrijders, die de daders zijn. Ze worden gevangengenomen, komen in kampen terecht en één van de vaders wordt gefusilleerd. Het geweld gaat in Nederland door via de kindermishandeling door vader nummer twee. Hoewel ze slachtoffers zijn en aan de Nederlandse kant staan, krijgt de familie in Nederland een koude ontvangst. De zoon kan van mening zijn dat kolonialisme verkeerd is en dat de familie aan de verkeerde kant van de geschiedenis stond, maar meer komt hij niet te weten over wat er tijdens de conflicten gebeurde.
Havenloodsen in brand tijdens de ‘Eerste Politionele Actie’ op Oost-Java. Collectie UB Leiden/KITLV.
Dit ligt anders in De tolk van Java. Hier wordt het geweld pijnlijk exact beschreven en is het duidelijk dat het geweld erg is: erg verwarrend en erg chaotisch. Het is geen gemakkelijk boek om te lezen. Desondanks is het niet altijd duidelijk wie er slachtoffer | ||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 86]
| ||||||||||||||||||||||||||||
is en wie dader, en wat de rol is van de toeschouwers, ook omdat deze rollen de hele tijd veranderen. De vader in dit boek ziet toe hoe Japanse soldaten krijgsgevangenen aan de haaien voeren en hoe Punjabi-soldaten in Engelse dienst Japanse soldaten de strot doorsnijden. Hij martelt en vermoordt Javaanse vrijheidsstrijders in dienst van de KNIL en hij maakt mensen af met wie hij nog een appeltje te schillen heeft.Ga naar eindnoot31 Birney beschrijft de verschillen tussen de posities, opvattingen, ideeën en idealen van diverse groepen in Indonesië en geeft weer wie er met wie samen wil werken of wie juist niet. Oude Indonesische vrienden vragen aan het einde van de revolutie aan de vader om naar hun kant te komen en in Indonesië te blijven, in plaats van de kant van de Nederlandse kolonialen te kiezen. Ze hebben tenslotte samen verzet gepleegd tegen de Japanners en hij komt toch ook uit Indonesië. Dat wil de vader niet. Tegelijkertijd zijn er onderlinge verschillen tussen de Indonesische vrijheidsstrijders. Zo heeft de vader na het sluiten van de vrede in opdracht van de APRAGa naar eindnoot32 en de Daroel IslamGa naar eindnoot33 overvallen gepleegd op de TNI.Ga naar eindnoot34 Hier zijn geen stereotypische goede slachtoffers en foute daders, maar je kunt hier makkelijker dan in Indische duinen niet alleen de Nederlandse of de Indische kant van de zaak begrijpen, maar ook de Indonesische kant, omdat er in deze roman een poging wordt gedaan ook de overwegingen van de Indonesiërs uit te leggen. Het maakt dat de koele ontvangst van herinneringen aan de conflicten en aan de manier waarop het geweld doorgaat in Nederland, in De tolk van Java ook in een ander licht komt te staan dan in Indische duinen. | ||||||||||||||||||||||||||||
Romans en de politiek van transnationale herinneringenWe kunnen de romans Indische duinen en De tolk van Java begrijpen tegen de achtergrond van een politiek van transnationale herinneringen aan oorlog en kolonialisme. In recent interdisciplinair onderzoek naar herinneringen door Wüstenberg en Sierp wordt deze politiek gedefinieerd als een narratieve strijd over herinneringen, die zich uitstrekt over grenzen. Zulke politiek wordt bedreven door actors op plaatselijke, nationale, regionale en globale niveaus.Ga naar eindnoot35 Het gaat hier dus niet alleen om verhalen over herinneringen aan de conflicten door politici, diplomaten, veteranen, schrijvers, journalisten en activisten uit Nederland en Indonesië, het kan ook gaan om actoren uit Japan, de VS, Engeland, Australië, de Verenigde Naties, enzovoorts. Dit zijn staten die deelnamen aan de Japanse bezetting of die deelnamen aan vredesbewarende missies of onderhandelingen rond de Indonesische onafhankelijkheid. De vraag komt naar boven wanneer geweld gerechtvaardigd is en wanneer niet. Deze kwestie werd al in de veertiger jaren internationaal besproken.Ga naar eindnoot36 Niet alle actoren hebben evenveel macht om sociale veranderingen tot stand te brengen. Niet iedereen kan evenveel doen aan vraagstukken die te maken hebben met het erkennen van oorlogsslachtoffers en veteranen, het bestrijden van structureel racisme of het verantwoordelijk houden | ||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 87]
| ||||||||||||||||||||||||||||
van schuldigen aan oorlogsmisdaden en structureel geweld. Zelfs als een postkoloniale migrant een herinnering meeneemt naar Nederland, hoeft dat nog niet te betekenen dat er automatisch naar hem of haar geluisterd wordt. Sommige vertellingen hebben het vermogen een groot publiek te bereiken, andere niet.Ga naar eindnoot37 Wanneer we het, zoals hier, over stiltes en ontkenningen hebben, is het belangrijk om de tolerantie en intolerantie van samenlevingen jegens nieuwe vertellers en vertellingen in het oog te krijgen. Waar, kunnen we vragen, zit de tegenstand tegen stiltes en ontkenningen?Ga naar eindnoot38 Soms zit die in alledaags verzet tegen vooroordelen en discriminatie. Soms in georganiseerd activisme. Soms valt deze te vinden in romans. We kunnen dit zowel in Indische duinen als in De tolk van Java onderzoeken met behulp van de wetenschappelijke benaderingen van de politiek van transnationale herinneringen. Beide romans zijn afwijkende verhalen over kolonialisme en oorlog in vergelijking met het dominante Nederlandse verhaal. Beide bevatten dagboeken uit het Indonesië van de jaren veertig, die met hun schrijvers naar Nederland zijn gereisd. In het geval van Indische duinen gaat het om het dagboek van zus Ada, dat ze schreef toen ze met haar moeder en zusters gevangenzat in kamp Bankinang. Van Dis gebruikt dit dagboek in zijn roman om de waarheid te vinden over de gebeurtenissen van die tijd, maar hij heeft meerdere bronnen nodig om daar echt kijk op te krijgen.Ga naar eindnoot39 Zijn pogingen worden beïnvloed door de stilte, de ‘witte onschuld’,Ga naar eindnoot40 en door het gebrek aan tolerantie ten aanzien van dit soort vertellingen in het Nederland van de jaren negentig (toen de roman uitkwam). De roman verzet zich tegen deze stilte en verhaalt de gevolgen ervan voor Indische mensen.Ga naar eindnoot41 Deze intolerantie is ook duidelijk en misschien wel nog duidelijker, in De tolk van Java. Hier gaat het om het dagboek dat de vader van Birney tijdens de Japanse bezetting en de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog heeft geschreven. Zowel vader als zoon gebruikt het dagboek met concrete herinneringen aan massaal geweld en oorlogsmisdaden in Indonesië met het doel om op een andere concrete plaats en gedurende andere tijden deze vertellingen openbaar en bespreekbaar te maken. De vader probeert van het dagboek een manuscript te maken en het gepubliceerd te krijgen, maar zelfs na jaren lukt dit niet.Ga naar eindnoot42 De zoon leest het dagboek nauwkeuriger op een later punt in zijn leven en vraagt zich af of alles wel waar is. Uiteindelijk lukt het Birney wel om het dagboek gepubliceerd te krijgen, als gedeelte van zijn roman. Ook hier sluit de roman aan op een maatschappelijke discussie over geweld, oorlogsmisdaden, racisme en de gevolgen van kolonialisme, die rond de tijd van publicatie in 2016 (weer) op gang komt. | ||||||||||||||||||||||||||||
BesluitRomans zoals Indische duinen en De tolk van Java vertellen over de politiek van transnationale herinneringen aan kolonialisme en oorlog. Ze stellen ons in staat historische onrechtvaardigheden zoals racisme en oorlogsmisdaden te belichten vanuit een breder perspectief dan een eenzijdig en vereenvoudigd nationaal perspectief. Dit komt door- | ||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 88]
| ||||||||||||||||||||||||||||
dat ze verschillen in macht aan het licht brengen. Maar de banden die Nederlandse en Indonesische mensen over de grenzen van staten met elkaar verbinden, zijn niet alleen door Nederlandse schrijvers beschreven. Het zou goed zijn in dit verband ook meer aandacht te besteden aan wat hedendaagse Indonesische schrijvers en bijvoorbeeld filmmakers over kolonialisme en oorlog te zeggen hebben... | ||||||||||||||||||||||||||||
Bibliografie
| ||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 89]
| ||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 90]
| ||||||||||||||||||||||||||||
Pauline Stoltz is als politicologe werkzaam aan de Aalborg Universiteit in Denemarken. Haar boek Gender, Resistance and Transnational Memories of Violent Conflicts verscheen in 2020 bij uitgeverij Palgrave Macmillan. In 2014 was ze visiting fellow bij het KITLV in Leiden. |
|