Indische Letteren. Jaargang 37
(2022)– [tijdschrift] Indische Letteren– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 60]
| |||||||||||
Verzet in een liminale ruimte
| |||||||||||
[pagina 61]
| |||||||||||
positie. Door ervan uit te gaan dat er geen concrete scheiding was tussen het koloniale verleden en de tijd erna, neem ik in dit artikel een standpunt in dat voortbouwt op wat Ann Laura Stoler duress noemt.Ga naar eindnoot8 Volgens haar is er geen duidelijke breuk tussen het koloniale verleden en het nu, maar werken de machtsverhoudingen van het kolonialisme door in het heden.Ga naar eindnoot9
Muur van interneringskamp, 1943. Collectie UB Leiden/KITLV.
| |||||||||||
[pagina 62]
| |||||||||||
De roman die in dit artikel centraal staat, speelt zich af in deze overgangstijd en -ruimte: het Japanse interneringskamp waarin Nederlandse gevangenen vastzitten, kan beschouwd worden als een ‘liminale’ ruimte of fase, ofwel een tussenruimte of -tijd waarin een overgang plaatsvindt van het oude Nederlands-Indië naar het Indonesië dat nog komen gaat. Het belang van het begrip liminaliteit voor de postkoloniale theorie is dat er aandacht is voor de culturele veranderingen in die overgangsperiode.Ga naar eindnoot10 Sociale regels, sociale posities en onderlinge banden veranderden.Ga naar eindnoot11 Door de bestudering van de Japanse bezetting vanuit deze invalshoek wordt duidelijk wat het Indonesische perspectief was en is, op de gevolgen die de liminaliteit van het interneringskamp had en heeft op de verschillende etniciteiten en hun onderlinge relaties. Liminaliteit helpt ons te begrijpen dat er geen sprake is geweest van een onmiddellijke verschuiving van Nederlands kolonialisme naar Indonesische onafhankelijkheid, maar dat er een tussenliggend identificatieproces ontstond waarin mensen van verschillende etniciteiten betrokkenheid, betwisting en toe-eigening lieten zien.Ga naar eindnoot12 | |||||||||||
Ismail MarahiminDe Indonesische auteur Ismail Marahimin werd geboren in koloniaal Medan, Noord-Sumatra, op 23 april 1934. Hij studeerde in Medan en werkte daarna als docent Engels aan het departement Engelse Taal en Literatuur aan de Universitas Indonesia in Jakarta. Na jaren les te hebben gegeven besloot hij zijn eigen scholing voort te zetten in de Verenigde Staten. In 1971 rondde hij daar een masteropleiding af aan de University of Hawai'i at Mānoa. Hij trouwde met Be Hiang Nio, beter bekend als Hiang Marahimin, die als culinair expert werkte bij het tijdschrift Femina. Ook Ismail Marahimin zelf begon een schrijfcarrière en werd bekend door zijn bijdragen aan de krant Kompas en het door Goenawan Mohamad opgerichte tijdschrift Tempo. Daarnaast was hij ook als redacteur van de tijdschriften Indonesia, Your Destination en Eksekutif werkzaam. In 1977 debuteerde Marahimin met de roman Dan Perang Pun Usai (in het Engels uitgegeven als And the War is Over en in het Nederlands te vertalen als En de oorlog is voorbij).Ga naar eindnoot13 Dan Perang Pun Usai werd in 1977 door de Dewan Kesenian Jakarta (Kunstraad van Jakarta) uitgeroepen tot beste roman van Indonesië. Enkele jaren later won Marahimin met de roman de Pegasus Prijs voor Literatuur.Ga naar eindnoot14 Ondanks lovende kritieken en verschillende onderscheidingen zou het zijn enige roman blijven. Zijn eigen verklaring was dat hij niet ijverig genoeg was om meer romans te schrijven.Ga naar eindnoot15 Marahimin overleed op 26 december 2008 op 74-jarige leeftijd in Jakarta. Tegenwoordig heeft Marahimins debuutroman de status gekregen van een literaire klassieker in de Indonesische literatuur.Ga naar eindnoot16 Opmerkelijk aan Dan Perang Pun Usai, schrijft Bharati Mukherjee, is dat we eindelijk een beeld krijgen van een ons bekende oorlog vanuit een onbekend, niet-strijdend, Aziatisch perspectief.Ga naar eindnoot17 Daarmee bedoelt Mukherjee dat het in deze oorlogsroman niet gaat om partijen die bezig zijn met gevechtshandelin- | |||||||||||
[pagina 63]
| |||||||||||
gen, maar juist om de Indonesiërs die gevangenzitten tussen twee koloniserende machten. Dit Indonesische perspectief wordt ons getoond aan de hand van personages van verschillende nationaliteiten en etnische achtergronden.
Pakanbaroe aan de Siak-rivier in Oost-Sumatra. Collectie UB Leiden/KITLV.
| |||||||||||
Dan Perang Pun UsaiDe roman Dan Perang Pun Usai speelt zich af in de nadagen van de Tweede Wereldoorlog in het Sumatraanse dorp Teratak Buluh, ten zuiden van de stad Pekanbaru. De roman telt drie hoofdstukken, die ieder beginnen met een lied in een andere taal. Elk lied vindt zijn oorsprong in een ander land. De allereerste woorden in Dan Perang Pun Usai zijn in het Nederlands, namelijk die van het kinderlied Vader Jacob. Hoofdstuk 2 begint met het Japanse kinderlied Momotarō, dat is gebaseerd op Japanse folklore. Hoofdstuk 3 begint met de tekst Tam Tam Buku, een traditioneel Indonesisch kinderspel. Net als de liederen komen de personages in het boek uit Nederland, Japan en Indonesië. De roman begint op een dinsdag, half augustus 2605 van het Japanse Showa-kalendersysteem, ofwel 1945 anno Domini. Het eerste hoofdstuk introduceert de geweld- | |||||||||||
[pagina 64]
| |||||||||||
dadige Japanse sergeant Kiguchi, die onder leiding staat van luitenant Ose. Deze Ose commandeert tien Japanse soldaten en woont in het interneringskamp samen met de Javaanse Satiyah, die als huishoudster aan hem is toegewezen. Waar Ose zachtaardig, vriendelijk en geduldig is en oog heeft voor detail, daar brengt Kiguchi de geïnterneerden gebroken botten en andersoortige verwondingen toe.Ga naar eindnoot18 De roman bevat zeer gewelddadige passages, met name over mishandelingen in het interneringskamp en met beschrijvingen van hara-kiri (een traditionele Japanse vorm van zelfmoord), op het moment dat Japan heeft gecapituleerd. Vooral het einde van de roman is zeer gewelddadig, en met name schokkend omdat de rest van de roman voornamelijk gaat over het dagelijkse leven onder de Japanse bezetting. Voor de Indonesiërs gaat het dan om het aanpassen van het dagelijkse leven, voor de Nederlanders is het een kwestie van overleven en voor de Japanners gaat het om het uitvoeren van hun taken in het kamp. Kiguchi merkt op dat er spanning in de lucht hangt. Enerzijds voelen de Japanners dat er wat te gebeuren staat in het kamp en dat de Nederlanders zich voorbereiden om in actie te komen, anderzijds voelen ze ook dat de Tweede Wereldoorlog in Azië een onverwachte wending neemt. Zo vraagt Ose zich af welke geheime bom er een week eerder door de Verenigde Staten op Hiroshima en Nagasaki is geworpen. Het vermoeden dat de Nederlanders wat in hun schild voeren, is gegrond, want een groep bereidt een ontsnappingspoging voor. Binnen het Nederlandse kamp is er echter een tweestrijd gaande tussen de groep van de voormalige bokser en KNIL-sergeant Wimpie en de voormalige kapelaan en KNIL-luitenant Van Roscott, beter bekend als de ‘Pastoor’. Wimpie en de zijnen willen ontsnappen, Van Roscott wil blijven. Een neutrale derde groep, onder leiding van de kok Freddie, verkeert nog in dubio. De verschillende kampen zijn ontstaan door het gedrag van Wimpie, die een maand eerder een aanvaring had met zijn medekampgenoot Dem, een voormalig sergeant van de Koninklijke Marine en lid van het Nederlandse zwemteam tijdens de Olympische Spelen van 1936. De gespannen sfeer is ontstaan doordat de schedel van Dem is verbrijzeld tijdens een ‘ongeluk’ waarbij hij overleed. Bij hun poging om te ontsnappen worden de Nederlanders geholpen door de Indonesische romusha (dwangarbeider) Kliwon. Deze helpt Freddie bij het koken en boodschappen doen. Kliwon helpt de groep van Wimpie niet geheel vrijwillig. In een daad van onzorgvuldigheid heeft hij namelijk aan Wimpie bekend dat hij in het verleden overspel heeft gepleegd en daarom is overgeplaatst naar dit kamp aan de zuidelijke oever van de Kampar Kanan-rivier. Op de noordelijke oever is het dorp Taratak Buluh gevestigd, waar Lena woont, de dochter van de rijkste man van het dorp en de jonge vrouw op wie Kliwon inmiddels een oogje heeft. Uit angst dat Wimpie zijn geheim bekend zal maken, helpt Kliwon de Nederlanders ontsnappen. Daarbij heeft hij de hulp ingeschakeld van de vrijgevochten Paktua Hasan, die, in vergelijking met de andere personages, het minst worstelt met de veranderende tijden en loyaliteiten. Paktua Hasan en Kliwon hebben een pad vrijgemaakt in de jungle en de Nederlanders zijn van plan om zodra de gelegenheid zich voordoet, via dit pad het oerwoud in te gaan richting een daar geïsoleerde gemeenschap. | |||||||||||
[pagina 65]
| |||||||||||
Omslag van And the War is Over (2002). Particuliere collectie.
Dan Perang Pun Usai schakelt tussen bovengenoemde personages en voegt daar nog een aantal andere aan toe. De belangrijkste verhaallijnen betreffen echter grofweg de relatie tussen Satiyah en Ose, de liefde van Kliwon en Lena en de ontsnappingspoging van de Nederlanders. In een beperkt aantal pagina's weet Marahimin een complex verhaal te vertellen aan de hand van vluchtige scènes waarin verschillende personages beelden oproepen van het leven in Japan, de binnenlanden van Sumatra en koloniaal Java.Ga naar eindnoot19 Doordat er snel geschakeld wordt tussen personages, tijden en locaties, wordt het overgangs-aspect van liminaliteit in het verhaal benadrukt. | |||||||||||
[pagina 66]
| |||||||||||
LiminaliteitIn dit artikel richt ik mij vooral op de geplande ontsnappingspoging van de Nederlanders, omdat deze laat zien hoe de stichting van Indonesië werd voorafgegaan door een ambigue overgangsfase. Bjørn Thomassen legt uit dat liminaliteit verwijst naar overgangsmomenten of perioden waarin eerder gestelde grenzen van denken, zelfinzicht en gedrag versoepelen waardoor er ruimte ontstaat voor noviteiten, nieuwe verbeeldingen, constructie, maar ook vernietiging.Ga naar eindnoot20 De Japanse bezetting kan bij uitstek gezien worden als ‘het tussenliggende’ op weg naar een onafhankelijk Indonesië. In tegenstelling tot verhalen over de oorlogsjaren waarin geweld en strijders centraal staan, gaat het hier om een periode waarin weliswaar sprake is van een bezetting, maar waarin ook een betrekkelijke stabiliteit bestaat zonder op het eerste gezicht ingrijpende gewelddadige gebeurtenissen. Tegen het einde van de roman vinden die uiteindelijk wel plaats, waardoor het effect ervan des te schokkender is. Daarbij kan het Japanse interneringskamp gezien worden als een liminale ruimte en tijd, hoewel liminaliteit als thema in de gehele roman voorkomt. Vertaald naar Dan Perang Pun Usai komt liminaliteit, het vervagen en veranderen van grenzen, op verschillende manieren in de roman voor. De ligging van het kamp versterkt de liminaliteit nog verder. Zo speelt de roman zich niet af op Java, en ook de auteur was niet afkomstig van Java. Daaruit vloeit een ander perspectief voort dan wat vaak gegeven wordt in Indonesië, aangezien Java een dominante positie inneemt binnen de post-koloniale herinneringscultuur in het land. Het decor van Sumatra creëert een landelijke verbeelding van de oorlog in tegenstelling tot stedelijke verbeeldingen van Jakarta of Yogyakarta. Dit decor schept een afstand tussen wat er zich allemaal in het hart van de oorlog afspeelt en de gebeurtenissen in het interneringskamp. De personages bevinden zich in een soort perifere tussenruimte, wat bijvoorbeeld te zien is aan het feit dat pas wanneer Ose naar de stad Pekanbaru geroepen wordt, hij te horen krijgt dat de oorlog al voorbij is. Hetzelfde geldt voor de onduidelijkheid over het inzetten door de Amerikanen van atoombommen. De setting benadrukt dit verder doordat het verhaal zich afspeelt om en in een interneringskamp bij een rivier omgeven door jungle met alleen een dorp aan de overkant. Vooral aan de hand van de Indonesische personages wordt duidelijk dat de Japanse bezetting ervaren wordt als een liminale periode, een overgangsfase bij uitstek. Zo anticiperen de Minangkabau-handelaren op een gegeven moment al op de Japanse overgave voordat deze bekend is bij Ose. Toch is het vooral de romusha Kliwon, die vrij letterlijk een tussenpositie inneemt. Enerzijds is hij bezig met het najagen van zijn eigen behoeften in de liefde in Taratak Buluh, anderzijds is hij voortdurend bezig de Nederlanders te helpen om te ontsnappen. Zijn mobiliteit laat met name zijn liminaliteit zien: hij kan ongestoord het interneringskamp in- en uitlopen omdat hij er niet gevangenzit: | |||||||||||
[pagina 67]
| |||||||||||
Kliwon hadn't been around the barracks the entire day. He wasn't there in the morning to help Freddie cook or in the afternoon to take the food out to the embankment where the detainees were working. He wasn't even there after roll call to help dish up the evening meal. During their month and a half in Taratakbuluh, Kliwon had done this four or five times. No one questioned him on his comings or goings because he wasn't actually a member of the group.Ga naar eindnoot21 Hoewel hij wel in het kamp slaapt en samenwerkt met de Nederlandse kok Freddie, is hij niet aan deze plaats gebonden zoals de Nederlanders dat zijn. Voor Kliwon is het interneringskamp zijn slaap- en werkplek, voor de Nederlanders is het hun beperkte liminale wereld. | |||||||||||
De Nederlandse geïnterneerdenIn tegenstelling tot wat Bharati Mukherjee in The Washington Post over de roman schreef, heeft Marahimin wel degelijk ook oog voor het Europese perspectief op de oorlog, hoewel het niet centraal staat.Ga naar eindnoot22 Ook worden de Nederlanders structureel op een andere manier beschreven dan de rest. De meest significante Indonesische en Japanse personages krijgen bijvoorbeeld een achtergrondverhaal, bij de Nederlanders blijft dit beperkt. Maar Wimpie, die als een van de belangrijkste personages beschouwd kan worden, krijgt wel een achtergrondverhaal, waaruit duidelijk wordt dat hij op de mulo een klasgenote heeft proberen te verkrachten. Toch komt heel nadrukkelijk het uitzichtloze perspectief van het interneringskamp naar voren en de wens om daar actief verandering in aan te brengen. Tegelijkertijd wordt het zinloze van de ontsnappingspoging gereflecteerd, zoals later in de roman zal blijken. Wanneer de roman begint, zitten de 31 Nederlandse geïnterneerden al anderhalve maand gevangen in het interneringskamp in Teratak Buluh. Eerder zaten ze vast in Pekanbaru, waar ze de hele dag moesten werken, en waar ze geslagen en gemarteld werden. Ze hadden er nooit genoeg te eten en werden gedwongen om te slapen in barakken die veel te klein waren. Sinds hun verhuizing naar Teratak Buluh hebben ze meer vrijheden gekregen. De Japanse sergeant Kiguchi concludeert daarom dat hun leven nu hemels is.Ga naar eindnoot23 Zover willen de Nederlandse geïnterneerden uiteraard niet gaan, maar ze ‘schreeuw[d]en als kleine kinderen’ na aankomst en verzamelen fruit van de rubberbomen om te eten.Ga naar eindnoot24 Ze klauteren in bomen, zijn ontevreden met alleen het eten van appels, zetten fuiken om vis te vangen en maken een vuurtje om noten te roosteren. Alles wordt op een speelse toon beschreven en de Nederlanders lijken zelfs een beetje kinderachtig. Dit bevestigt dat de verhoudingen nu veranderd zijn. Het gaat hier namelijk om het subtiel omdraaien van de manier waarop de Indonesiërs in veel koloniale literatuur worden gerepresenteerd. Daarin wordt de oorspronkelijke bevolking immers vaak als naïef en kinderlijk gerepresenteerd; nu zijn het de Europeanen.Ga naar eindnoot25 De Nederlanders hebben weliswaar een cruciale rol in de roman, maar ze treden niet per definitie op als hoofdpersonages. Zoals gezegd schakelt de roman tussen de perspec- | |||||||||||
[pagina 68]
| |||||||||||
tieven van verschillende personages. Binnen alle verhaallijnen spelen de Nederlanders wel een rol, maar doordat ze slechts een summier achtergrondverhaal krijgen, blijven ze aan de oppervlakte. George Kearns stelt dat het echte belang van Dan Perang Pun Usai niet zozeer ligt in de ironie van de beschreven situaties, maar in de details van het dagelijks leven. Als voorbeeld geeft hij de representatie van de moslimbevolking, die bezig is met handeldrijven, vasten tijdens de Ramadan en het vinden van een geschikte huwelijkskandidaat, bijna alsof er geen militaire bezetting gaande is.Ga naar eindnoot26 Verder zegt Kearns: ‘Marahimin is een opmerkelijk ingetogen, ongebonden schrijver. Japanse en Nederlandse bezoekers worden afgeschilderd als afwisselend fatsoenlijk en kwaadaardig. De toon is eenvoudig: “Deze mensen waren hier, ze deden wat ze deden, nu zijn ze weg.”’.Ga naar eindnoot27 Deze typering van de Japanners en Nederlanders als bezoekers, als tijdelijk aanwezigen, laat zien dat liminaliteit vooral op hen van toepasing is en niet zozeer op de Indonesiërs.
Sterk vermagerde man, vermoedelijk een krijgsgevangene uit kamp Pakan Baroe bij Pakanbaroe. Collectie UB Leiden/KITLV.
| |||||||||||
[pagina 69]
| |||||||||||
Het Japanse interneringskampIn het interneringskamp bevinden de Japanners, Indonesiërs en Nederlanders zich in een liminale situatie. Er zijn zes centrale scènes in de roman die zich afspelen in het kamp. Nadat de Nederlanders al eerder zijn geïntroduceerd, begint een scène wanneer de mannen zich in de barakken hebben verzameld: ‘I still don't see what use there is in running away’, zegt de Pastoor op fluistertoon tegen de rest.Ga naar eindnoot28 Zijn zorgen betreffen degenen die achterblijven: in zijn ogen zullen zij zonder twijfel worden gemarteld. Bovendien is de oorlog volgens hem bijna voorbij. Hoewel de Nederlanders al een jaar berichten horen dat Tokyo en Osaka zijn gebombardeerd, honderden Japanse schepen zijn gezonken en duizenden Japanse soldaten zijn gedood, zijn ze nog altijd niet bevrijd. ‘Almost a year now. But what's really been downed is us, Pastor, not the Japanese’, zegt Wimpie.Ga naar eindnoot29 Dit verschil van opvatting tussen de mannen over het al dan niet ontsnappen duurt inmiddels al meer dan een maand en door de onzekerheid over de fase waarin de oorlog zich nu bevindt, hebben ze besloten dat het aan het individu is om te beslissen wat te doen. Is de oorlog bijna voorbij? Moeten we een ontsnappingspoging doen? Dat zijn de twee vragen die de Nederlanders voortdurend bezighouden. Het antwoord op de eerste vraag heeft directe consequenties voor de al dan niet zinvolheid van een ontsnappingspoging. Dem had deze discussie in de kiem willen smoren, maar de ergernis die hierover ontstond, leidde tot een gevecht tussen Dem en Wimpie, en daarna tot ‘het ongeluk’ waarbij Dem overleed. Voor de Pastoor is de wereld buiten het kamp te gevaarlijk: hij heeft er geen vertrouwen in dat een stelletje half uitgehongerde Nederlandse gevangenen in de Sumatraanse jungle kan overleven. Het verstrijken van de tijd wordt binnen het kamp anders ervaren dan erbuiten. Voor de Nederlanders in het kamp lijkt de tijd stil te staan en gebeurt er maar weinig. Buiten het kamp gebeurt er echter van alles en nemen de gebeurtenissen voor de Indonesiërs een vlucht. De Pastoor lijkt dit te beseffen wanneer hij zegt dat Wimpie te veel vertrouwen heeft in de inheemse Paktua Hasan. Hij heeft hem immers nooit ontmoet. De Pastoor beargumenteert dat Wimpie geen idee heeft van wat Paktua Hasan echt denkt en voelt: ‘“For three and a half years this country has been occupied by Japan. We have no idea what the Japanese have taught them”’.Ga naar eindnoot30 Wimpie houdt echter vast aan opvattingen uit de Nederlandse koloniale tijd: ‘Piss on the natives. I've been with locals since I was a kid, Pastor. The first woman I had was a native woman. Who says I don't know what they're like inside?’ Wimpie gaat door met zijn koloniale opvattingen wanneer hij beweert dat de Indonesiërs allemaal hetzelfde zijn, ‘no better than slaves who will always choose the better master’. Volgens hem hebben de Japanners als ‘master’ alleen maar lijden gebracht en hij is er dus van overtuigd dat de inheemse bevolking de Nederlanders zeker terug wil hebben.Ga naar eindnoot31 Wimpies denken is uiteraard een misvatting. Paktua Hasan's hulp is gericht op Kliwon en niet direct op de Nederlanders. Daar komt bij dat Kliwon de Nederlanders helpt uit angst voor Wimpie. | |||||||||||
[pagina 70]
| |||||||||||
Voor de Nederlanders staat de tijd dus vrijwel stil. Hun liminale situatie wordt bepaald door de twee vragen of de oorlog bijna voorbij is en of ze moeten ontsnappen. Voor de Japanners gaat het vooral om het uitvoeren van hun taak tot de oorlog voorbij is. Wanneer Ose naar Pekanbaru wordt geroepen, geeft Kiguchi van die opvatting blijk door zijn opmerking over de manier waarop Ose het kamp bestuurt: ‘What he [Ose] saw as a problem was in fact very simple. The detainees were not being treated in the way that prisoners of war should be treated. Maybe the war would end soon but the detainees were still prisoners and should be treated as such.’Ga naar eindnoot32 Kiguchi laat de Nederlanders een spoordijk repareren, waarbij de helft van de groep bevel krijgt om te werken en de andere helft om te slapen. Wanneer het de beurt van de Pastoor is om te werken, weigert hij. De Pastoor wordt in zijn gezicht geslagen en in zijn kruis geschopt, waardoor hij van de dijk valt. Kiguchi beveelt de gewonde Pastoor vervolgens om te gaan slapen. Dit voorval leidt ertoe dat de Pastoor, in plaats van door zijn kampgenoten te worden gesteund, geen aanhangers overhoudt en dat iedereen behalve de Pastoor wil ontsnappen. Voor Kiguchi is zijn taak als bewaker een gegeven. Voor Ose is dit minder sterk het geval. Pas helemaal op het einde, wanneer de Japanners al hebben gecapituleerd, wordt zijn roeping duidelijk: ‘Now, finally, he felt that he too was part of this war and part of the people involved in it. He was no longer a spectator but a participant who had helped to lead the ten men under him to shame and defeat.’Ga naar eindnoot33 De Japanse bezetting wordt door de Japanners niet bevraagd, maar wordt dus gezien als een plicht. Na de Japanse overgave verschuift hun bewakende rol naar een beschermende rol voor de mensen in het land. Dat Indonesiërs de Japanse bezetting als liminaal ervaren, is eerder al beschreven aan de hand van de vrijheid die Kliwon heeft in het verlaten van het kamp. Het voor Indonesiërs liminale karakter van het kamp wordt ook benadrukt door het personage Satiyah. Zij komt uit Mersi, aan de rand van Purwokerto in Centraal Java. Satiyah was eerst getrouwd met een onderwijzer, die tijdens de Japanse bezetting voor de Japanners ging werken. Zelf begon ze een handel in smokkelwaar op de zwarte markt, maar zij is ontmaskerd door een Indonesische crimineel die voor de Japanners werkt. Door hem wordt ze in een seksueel gewelddadige relatie gedwongen. Wanneer haar man hierachter komt, bezwijkt hij onder de ontzetting die dat teweegbrengt. Satiyah verlaat Java voor Sumatra en gaat werken voor de Japanners. Zij wordt echter verkracht door Ose's vriend majoor Shinji en probeert daarna zelfmoord te plegen. Zij overleeft dit en wordt vervolgens toegewezen aan Ose. In het interneringskamp in Teratak Buluh voelt Satiyah zich vrijer. Hoewel de relatie tussen Ose en Satiyah platonisch is, groeien ze dichter naar elkaar toe en Satiyah vraagt zich af wat ze zou doen als Ose haar fysiek zou benaderen. Andersom voelt Ose ook veel voor Satiyah, maar is hij er niet zeker van of hij haar mee terug naar Japan kan nemen. De Japanse bezetting en het interneringskamp in het bijzonder zijn voor Satiyah een duidelijke tijd van veranderingen. Hoewel ze in eerste instantie nooit gedacht had voor de Japanners te gaan werken, laat staan naar Sumatra te gaan, heeft ze zich over laten halen door een eigenaar van een eetkraam die zegt dat | |||||||||||
[pagina 71]
| |||||||||||
de Japanners stabiliteit bieden wat betreft inkomen. Nu ze in het interneringskamp is, maakt ze dingen mee die laten zien dat de tijden compleet veranderd zijn: She had never dreamed of seeing the day when a white-skinned large-nosed ndoro tuan [...] would carry water for her bath. But that was what was happening now and every other day as well. She had always thought that white men were beings of a higher level, deservering of both fear and respect. Communication with such beings was a risky business for on the one hand it could mean honor and respect but on the other it might just as well mean banishment from one's own people.Ga naar eindnoot34 | |||||||||||
Ontknoping van geweldHet antwoord op de vraag hoe de personages de veranderingen en transities van de Japanse bezetting ondergaan, verschilt dus per personage. Liminaliteit als een overgangsfase waarin eerder gestelde grenzen van denken, zelfinzicht en gedrag veranderen, wordt des te duidelijker in de gewelddadige ontknoping van de roman. De Nederlanders wachten de hele roman op het juiste moment voor hun ontsnapping. Dat moment dient zich aan wanneer de Japanse soldaten onverwacht een vlagceremonie houden. Wat de Nederlanders niet weten, is dat Ose voor de laatste keer een vlagceremonie met zijn mannen heeft gestart omdat hij op het punt staat de Nederlanders te vertellen dat Japan zich heeft overgegeven. Wanneer de Japanners de barakken ingaan om de geïnterneerden te halen, ontdekken de Japanners dat de Nederlanders net zijn ontsnapt en wordt duidelijk hoe Ose uit de Japanse bezetting is gekomen: He knew immediately what had happened and laughed nervously to himself but then felt sadness and guilt rise inside him. Supposing that he had conveyed the news immediately, the Dutch would still be here, undoubtedly singing and shouting with happiness while they, the Japanese, would be forced to watch. The indescribable mixture of emotions he could see pictured on the men's faces - the shame, sadness, disappointment, hurt, and pain - made him almost relieved the Dutch had escaped.Ga naar eindnoot35 Wat volgt is een achtervolging, die in bloed eindigt. Nadat de Nederlanders, inclusief de op het laatste moment van gedachten veranderde Pastoor, zijn ontsnapt, gaan ze naar Kliwon in de jungle. Gezamenlijk lopen ze in de richting van een brug waar Paktua Hasan hen opwacht. Daar vinden zij ook Lena, die op zoek is gegaan naar haar geliefde Kliwon. In het kamp zijn de Japanse soldaten door de ontsnapping ontdaan van hun betekenis: Ose's ondergeschikten zijn teleurgesteld, verward en voelen zich volledig verloren, maar Ose is vastberaden en voorziet ze van een nieuwe taak: ‘Go after them, catch them, and bring them here. If necessary, shoot them.’Ga naar eindnoot36 De Japanners weten de Nederlanders bij de brug bijna in te halen, maar dan heeft Wimpie de brug al verwoest. Wimpie, Paktua Hasan en vrijwel alle Nederlanders staan veilig aan de overkant. De Japanse soldaten staan dan oog in oog met de Pastoor, Lena en Kliwon, die niet meer konden oversteken voordat Wimpie de brug kapot maakte. Wanneer Ose de situatie | |||||||||||
[pagina 72]
| |||||||||||
gadeslaat, is hij teleurgesteld. ‘Schiet!’, beveelt hij zijn mannen en de Pastoor, Lena en Kliwon worden gedood. Terug in het kamp beschouwt Satiyah de situatie: ‘Outside, it was silent. She sensed that something was wrong and all of a sudden felt completely alone in a strange and foreign world. The Dutch and Japanese had suddenly vanished and now she was alone, completely alone.’Ga naar eindnoot37 Mede door de trauma's uit haar verleden lijkt Satiyah niet te verlangen naar het einde van de Japanse bezetting. Wanneer Ose na het neerschieten van de Pastoor, Lena en Kliwon terugkeert naar het kamp, vraagt hij Satiyah of ze terug naar huis wil. Ze antwoordt ontkennend en vertelt hem dat ze gelukkig is in het kamp en dat het leven thuis moeilijk voor haar is. Ose blijft op haar terugkeer aandringen, maar Satiyah weigert Ose achter te laten. Wanneer Ose vervolgens mededeelt dat Japan de oorlog heeft verloren, reageert ze ontzet: ‘The news came as a shock. Satiyah's mouth dropped open and her eyes blinked in disbelief at the truth on Ose's face. She shook her head back and forth.’Ga naar eindnoot38 Als ze beseft dat Ose binnenkort weg moet, schreeuwt ze zo hard dat ze er zelf van schrikt. Ze bijt op haar lippen om haar tranen in te houden, maar begint toch te huilen.
Auto wordt bij Taratakboeloeh per veerpontje over de Soengai Kampar-kanan gevaren. Collectie UB Leiden/KITLV.
| |||||||||||
[pagina 73]
| |||||||||||
Elk personage heeft de Japanse bezetting op een andere manier ervaren, ieder komt anders uit deze periode - als ze het er al levend van afbrengen. Ose's grenzen worden uiteindelijk verlegd tijdens de gewelddadige scène bij de brug. Waar hij in het begin van de roman beschreven wordt als zachtaardig, vriendelijk en geduldig, zo eindigt zijn karakterontwikkeling in de irrationele moord op de Pastoor, Lena en Kliwon. De Nederlanders hebben zich gedurende de roman beziggehouden met de vraag of ze moesten ontsnappen. Of hun besluit om dit daadwerkelijk te doen, het juiste was, is discutabel. Ze ontsnappen eigenlijk te laat, omdat de Japanse bezetting dan al voorbij is. Voor de Pastoor eindigt het zonder meer dramatisch met zijn dood. Hetzelfde geldt voor Lena en Kliwon, die eigenlijk zo min mogelijk met de Nederlanders te maken wilden hebben. Satiyah blijft in verwarring achter doordat de kampperiode ten einde loopt. Zij had vrede met de status quo van deze overgangsfase, maar is niet klaar voor wat er komen gaat. Van de onvermijdelijke onafhankelijkheid die snel zou volgen, is nog weinig te merken in de roman. Deze transformatie zou echter spoedig volgen. | |||||||||||
BesluitDan Perang Pun Usai is een fictief verhaal over de Japanse bezetting vanuit een Indonesisch perspectief. Het uitgangspunt van de roman is een verhaal over de kolonisatie van Indonesiërs, door zowel Nederlanders als Japanners.Ga naar eindnoot39 Door het verhaal te lezen aan de hand van het begrip ‘liminaliteit’ heb ik gekeken naar wat dit Indonesische perspectief op het koloniale verleden oplevert. Hierbij heb ik mij specifiek gericht op het Japanse interneringskamp als een liminale ruimte en de Japanse bezetting als een liminale fase: hoe er een culturele verandering plaatsvond binnen ruimte en tijd en hoe sociale regels, posities en banden veranderden. Vanuit het Indonesische perspectief worden de Indonesiërs, Japanners en Nederlanders gerepresenteerd en wordt beschreven hoe de liminale fase uiteenlopende effecten op hen heeft. Hoe ervaren zij de veranderingen, hoe reageren zij erop en hoe veranderen ze zelf? De ontwikkeling die Satiyah en Kliwon doormaken, laat duidelijk zien dat de Japanse bezetting een voortzetting is van de kolonisatie van het Indonesische volk. Zo moet zowel Satiyah als Kliwon (gedwongen) werken voor de Japanners. De ene onderdrukker is vervangen door de andere. De liminale periode van de Japanse bezetting legt een proces bloot waarbij Satiyah en Kliwon gedwongen worden hun betrokkenheid en loyaliteit aan te passen. Satiyah heeft zich moeten ontwikkelen van een vrouw van een docent tot handelaar op de zwarte markt tot uiteindelijk een huishoudster in een Japans interneringskamp. Kliwon was als romusha een dwangarbeider, maar eindigt in een kamp waar hij vrij is om in en uit te lopen. De band, al dan niet ongemakkelijk, die hij met de Nederlanders heeft, is een van de redenen dat ook hij verblijft in de liminale ruimte van het kamp. De liminale fase is in die zin ook een transitieproces van een gekoloniseerde naar een onafhankelijke identiteit. | |||||||||||
[pagina 74]
| |||||||||||
De Japanners zijn nog meer dan de Nederlanders gebonden aan de liminale ruimte van het kamp. Zij worden zodanig gerepresenteerd dat hun drijfveren direct gekoppeld zijn aan de begrenzing ervan. De ontreddering na de capitulatie bevestigt dit, want op het moment dat Japan capituleert, valt die wereld in duigen. Dit kantelpunt in de macht leidt bij sommige Japanners zelfs tot het plegen van zelfmoord. Voor Ose zet de ontsnapping uit het kamp juist eindelijk zijn motivatie in gang. Hij lijkt, al dan niet tijdelijk, een doel te hebben. Voor de Nederlanders veranderen in het kamp tijd en ruimte aanzienlijk. Zij komen vanuit de koloniale samenleving in een kampomgeving. Ondanks de relatieve vrijheden bestaat hun wereld uit de bevelen van de Japanners en hun verlangen om te ontsnappen. Mede daardoor blijven de Nederlanders oppervlakkig beschreven. Dit wordt het duidelijkst na hun ontsnapping. Zij ontsnappen uiteindelijk wel, maar nadat zij eenmaal de jungle bereikt hebben, is het onduidelijk wat hun lot is. Als lezer moeten we zelf de invulling bedenken. In Indonesische verhalen over het Nederlandse kolonialisme is het makkelijk om de Nederlanders slechts als daders te representeren, maar een verhaal met als setting de liminale ruimte van het Japanse interneringskamp doet wat anders met dit perspectief. Wat namelijk opvalt aan Dan Perang Pun Usai is dat de nadruk in de representaties van de Nederlanders niet ligt op slachtofferschap en leed, zoals in de Nederlandse bronnen, maar dat de Nederlanders juist worden afgebeeld als personages met de macht om iets te doen, hoe beperkt dan ook. Hun ontsnappingspoging is een vorm van verzet in een liminale ruimte. | |||||||||||
Bibliografie
| |||||||||||
[pagina 75]
| |||||||||||
Arnoud Arps (1990) is media- en cultuurwetenschapper aan de Universiteit van Amsterdam. Zijn onderzoek richt zich op de rol van media en populaire cultuur (in het bijzonder literatuur en film) binnen de cultural memorystudies, postkoloniale studies en mediastudies, met Nederlands-Indië en Indonesië als belangrijkste onderzoeksonderwerpen. Via www.arnoudarps.com kan er meer informatie gevonden worden over zijn onderzoek, lezingen en publicaties. |
|