[Nummer 2]
Redactioneel
Het nummer van Indische Letteren dat voor u ligt, bevat een themadossier over de Indonesische vrijheidsstrijd. Het zal u niet ontgaan zijn dat er dit jaar, net als de afgelopen jaren, veel aandacht wordt besteed aan het gewelddadige einde van Nederlands-Indië. Zo is er de recente tentoonstelling ‘Revolusi! Indonesië onafhankelijk’ in het Rijksmuseum en werkt het Tropenmuseum aan de tentoonstelling ‘Onze Koloniale Erfenis’.
Ook op het gebied van films gebeurt er veel. Zo waren de boekverfilmingen van Max Havelaar en Oeroeg in Eye Filmmuseum naast Indonesische films te zien in het filmprogramma ‘Revolusi! De Indonesische vrijheidsstrijd verbeeld’. Daarnaast zijn er meerdere filmprojecten in productie, waarbij ook Indische Nederlanders het onderwerp zijn. Dit jaar wordt de negendelige serie van de NTR uitgezonden, waarin zowel persoonlijke geschiedenissen als de grotere gebeurtenissen uit de periode 1945-1950 aan bod komen.
Naast tentoonstellingen en films is er ook genoeg vernieuwends te lezen. Zo verscheen eerder dit jaar Maurice Swircs De Indische doofpot over verzwegen oorlogsmisdaden, wijdde Moesson een editie aan de ‘Bersiap’ en publiceerden Henk Schulte Nordholt en Harry Poeze gezamenlijk hun boek Merdeka, over de opkomst van de Indonesische Republiek. De twaalf studies die onlangs verschenen naar aanleiding van het gezamenlijke onderzoeksprogramma ‘Onafhankelijkheid, dekolonisatie, geweld en oorlog in Indonesië, 1945-1950’ (ODGOI) bieden een kritisch perspectief op de Nederlandse officiele geschiedschrijving over de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog. Het ziet er niet naar uit dat de aandacht voor het koloniale verleden in ‘de Oost’ spoedig zal wegebben.
De manier waarop we tegenwoordig naar het Nederlandse koloniale verleden kijken, is aan het verschuiven. Er worden andere perspectieven gekozen, andere accenten gelegd en andere onderwerpen bestudeerd. Alle bijdragen aan dit nummer van Indische Letteren laten dit zien, en elk artikel op een nieuwe manier. Hoewel er veel eerder sprake was van Indonesisch verzet, richten de artikelen in het themadossier zich op de laatste jaren van Nederlands-Indië. Dat wordt gedaan aan de hand van teksten die geschreven zijn over een periode van bijna zeventig jaar: van 1947 tot 2016.
Coen van 't Veer gaat in op het Nederlandse debat over de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog en het Nederlandse oorlogsgeweld. Door middel van een kritische analyse van Johan Fabricius' Hoe ik Indië terugvond (1947) kijkt hij naar een andere visie op de Indonesische Revolutie dan die van de Nederlandse officiële geschiedschrijving.