Indische Letteren. Jaargang 33
(2018)– [tijdschrift] Indische Letteren– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 282]
| |||||||||||||||||||||||||
Door bewondering gedreven
| |||||||||||||||||||||||||
Maria DermoûtHelena Anthonia Maria Elisabeth Ingerman werd geboren op 15 juni 1888 in Pekalongan op Midden-Java.Ga naar eindnoot3 Haar moeder overleed toen Maria slechts een half jaar oud was, en tot haar zesde leefde ze afwisselend bij haar vader en familie in Neder- | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 283]
| |||||||||||||||||||||||||
land. Omdat haar vader hertrouwde, keerde ze terug naar Nederlands-Indië. Tot haar twaalfde kreeg ze thuis les van haar stiefmoeder; daarna ging ze voor een jaar naar een meisjeskostschool in Soerabaja, waarna ze in 1901 naar Nederland vertrok. Na twee jaar lang de Middelbare School voor Meisjes in Haarlem bezocht te hebben, stapte ze over naar het Stedelijk Gymnasium omdat ze rechten wilde studeren.Ga naar eindnoot4 Haar leraar Nederlands liet haar kennismaken met de Noorse mythologie en het werk van Perk, Gorter en Van Eeden. In 1905 namen haar ouders Maria mee terug naar Indië. Kort na aankomst in Indië kreeg Maria de mazelen en voor herstel ging ze naar het bergdorp Tosari, waar ze mr. Isaac Johannes Dermoût ontmoette. Op 6 juni 1907 traden ze in Semarang in het huwelijk.
Maria Dermoût in haar huis in Noordwijk, 1958. Foto: Larry Burrows, Life magazine.
Na jarenlange omzwervingen door Nederlands-Indië, terwijl mr. Dermoût steeds | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 284]
| |||||||||||||||||||||||||
hoger opklom binnen de rechtbank tot hij uiteindelijk president werd van zowel de Raad van Justitie als van het Hooggerechtshof in Batavia, vertrok het echtpaar in 1933 vanwege gezondheidsredenen voorgoed naar Nederland. De belangrijkste periode voor Maria was die op Ambon, waar ze vier jaar woonde. Door de vaak lange afwezigheid van haar man kreeg haar schrijverschap daar vorm. Pas in 1949 durfde Maria haar werk aan Johan van der Woude, schrijver en haar latere biograaf, te laten lezen. In april 1951 verscheen Nog pas gisteren bij Querido en er werden een paar korte verhalen in De Gids opgenomen. Op 22 augustus 1952 overleed haar echtgenoot in Arnhem. In 1954 kwam Maria na een drukke periode weer tot schrijven, waarna de boeken vrij snel na elkaar uitkwamen: in oktober 1954 Spel van tifa-gongs, in november 1955 De tienduizend dingen, in november 1956 De juwelen haarkam en in november 1958 De kist. In 1958 en 1959 verschenen diverse vertalingen van De tienduizend dingen en Nog pas gisteren. De Engelse vertaling van De tienduizend dingen zou haar beroemd maken in Amerika. In januari 1956 ontving Maria de jaarlijkse Culturele Prijs van de Gemeente Arnhem. Op 3 februari 1957 kreeg ze last van een maagzweer en moest ze worden opgenomen; na een herstelperiode woonde ze afwisselend in Nederland en Zwitserland. In de zomer van 1961 werd een geluidsopname gemaakt waarop Maria Dermoût het verhaal ‘De olifanten’ uit de bundel Donker van uiterlijk voorlas. Dit was haar laatste literaire activiteit. Op 27 juni 1962 overleed ze op 74-jarige leeftijd. In 1963 werd De sirenen postuum uitgegeven, in 1964 Donker van uiterlijk. | |||||||||||||||||||||||||
Hans WarrenJohannes Adrianus Menne Warren werd geboren op 20 oktober 1921 in Borssele.Ga naar eindnoot5 In 1928 ging Hans voor het eerst naar de Openbare Lagere School van Borssele, waar de hoofdonderwijzer Hubrecht de Priester hem enthousiast maakte voor plantkunde; Indië had ook zijn belangstelling.Ga naar eindnoot6 In 1935 ging hij naar het Lyceum in Goes, waar hij onder andere les kreeg van Ernst Jacobi, de latere directeur van Artis. Dit zorgde voor een verdere verdieping van zijn interesse in de natuur.Ga naar eindnoot7 In 1941 deed Warren eindexamen. In deze tijd hield hij een Natuurdagboek bij, maar omdat hij ruimte nodig had om zijn gevoelens te kunnen uiten, begon hij in 1942 een Geheim Dagboek. Na de oorlog werkte Hans als ambtenaar van de burgerlijke stand in Borssele. In deze periode had hij verschillende korte relaties met mannen. In 1949 ontmoette hij Helen Fergu- | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 285]
| |||||||||||||||||||||||||
son. Hans en Helen begonnen een relatie, maar een paar maanden later verbrak zij deze. In 1951 kwamen ze weer bij elkaar. Dat jaar begon Warren ook literaire recensies voor de Provinciale Zeeuwse Courant te schrijven. In 1952 trouwden ze. Ze kregen drie kinderen: Amanda in 1954, Beryl in 1956 en Gideon in 1958.
Hans Warren op het Pykeswegje bij zijn boerderijwoning in Kloetinge, 1985. Foto: Jaap Wolterbeek, collectie ZB. Beeldbank Zeeland.
Warren en zijn vrouw vertrokken kort na hun huwelijk naar Parijs, waar Warrens homoseksuele gevoelens weer naar boven kwamen. Dit leidde tot spanningen in het huwelijk, maar stimuleerde ook zijn dichtader, wat leidde tot de publicatie van drie bundels. Tijdens het verblijf in Parijs bleef hij voor de Provinciale Zeeuwse Courant schrijven en vertalingen maken. In 1957 verhuisde het gezin naar Kloetinge. In 1966 bracht hij een bloemlezing uit en in 1968 werd hij door Bert Bakker uitgenodigd om nieuwe gedichten bij hem te publiceren. Zijn vriendschap met Gerrit Komrij beïnvloedde hem positief op creatief vlak. De jaren zeventig waren een bloeiperiode. In 1971, 1973 en 1976 bracht Warren een nieuwe bundel uit, in 1974 en 1975 zelfs twee bundels per jaar. Vanaf 1969 vertaalde hij werk van De Sade en later ook werk van Kavafis. Verder ontving hij enkele prijzen: de Pierre Bayle-prijs in 1970 en de Zeeuwse prijs voor kunsten en wetenschappen in 1971. In 1977 werd hij benoemd tot ridder in de orde van Oranje-Nassau. Na een huwelijk van 23 jaar scheidden Warren en Helen in 1975. In 1978 ontmoette Warren Mario Molegraaf. Samen maakten ze diverse vertalingen. In 1981 werd de eerste uitgave van Warrens Geheim Dagboek gepubliceerd. Ook maakten Warren en Molegraaf vanaf 1985 jaarlijks een dagkalender met gedichten. Verder publiceerden ze enkele bloemlezingen van gedichten. Na lange tijd ernstig ziek te zijn geweest overleed Hans Warren op 19 december 2001 op tachtigjarige leeftijd in het zieken- | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 286]
| |||||||||||||||||||||||||
huis in Goes. In 2012 is er onder Mario Molegraafs redactie een compilatie van de Geheime Dagboeken verschenen bij Bert Bakker: Geheim Dagboek 1942-2001. Molegraaf werkt aan een biografie over Hans Warren. | |||||||||||||||||||||||||
Oost en WestAl in 1958 schreef Hans Warren: Maria Dermoût is niet alleen de grootste ‘Indische’ schrijfster: zij is een der allerbelangrijkste Nederlandse prozaïsten tout court, een schrijfster die, als zij in een wereldtaal schreef, algemeen tot de groten gerekend zou worden.Ga naar eindnoot8 Eén van de dingen van Maria Dermoût waardoor Warren gefascineerd werd, was haar mogelijk Indische afkomst. Hier was enige onduidelijkheid over, waardoor het idee ontstond dat zij misschien het kind was van een minnares van haar vader. Zelf ontkende zij dat altijd hartstochtelijk.Ga naar eindnoot9 Toch komt Warren er na haar dood regelmatig op terug, vooral omdat hij in haar een ideale verbinding tussen Oost en West zag. Hij kon bijna niet geloven dat dit mogelijk was zonder een druppel Indisch bloed in haar aderen: In Maria Dermoût was op een welhaast ideale manier het oosterse met het westerse versmolten. De wijze van vertellen, de oosterse wijsheid en mystiek, de hang naar het occulte, het diep verbonden zijn met de natuur en de krachten van levensgebieden waarmee de meeste westerlingen reeds lang het contact verloren hebben - ze komen van haar Indische kant.Ga naar eindnoot10 In een kritiek uit 1963 komt Maria Dermoûts versmelting van Oost en West voor het eerst aan bod. Durfde hij het wellicht niet aan dit te schrijven terwijl zij nog in leven was, uit angst hun relatie te beschadigen? Hij zegt hier dat haar ziel bijna geheel oosters was en van oosterse mystiek doordrenkt, net als haar verteltrant, die volgens hem bijna zuiver oosters is. Daarnaast bezat zij een zeldzaam brede interesse en een grote drang naar het exacte, wat Warren als iets typisch westers ziet. Meer dan tien jaar na haar dood komt de biografie door Johan van der Woude uit. Warren leest deze, maar vindt het eindresultaat een teleurstelling: | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 287]
| |||||||||||||||||||||||||
Wat me bovenal teleurstelt is dat hij zo terughoudend schrijft over haar afkomst. [...] Bij het bestuderen van Maria Dermoût en haar oeuvre is het werkelijk van belang te weten of ze Indisch bloed had. Couperus en Du Perron hadden het, en toch zijn zij typisch Europese auteurs. Maria Dermoût zou het dus niet hebben gehad en juist zij is in zo sterke mate door Oost en West gevoed.Ga naar eindnoot11 Deze versmelting komt opnieuw terug in een recensie uit 1973 over haar Verzameld Werk. Hij zegt hier dat het Oosten en het Westen in haar persoon op een bijna ideale manier waren samengevloeid: haar gelaat was Europees, maar ze had oosterse handen. Ook beschikte zij over een heel eigen cultuur, waarin de oosterse mystiek en de westerse filosofie samengevoegd waren in haar geheel eigen levensopvatting. In 1991 gaf Warren zijn persoonlijke top tien van auteurs. Maria Dermoûts Verzameld Werk staat op de eerste plaats: ‘Proza van betoverende schoonheid waarin oosterse mystiek en westerse exactheid samengaan.’ In 1992 vraagt Warren zich wederom af of Maria westers of oosters was. Uiteindelijk blijkt het niet echt uit te maken: hij vindt dat in haar persoon en werk het beste uit twee culturen bij elkaar kwam.Ga naar eindnoot12 Warren schrijft dat Maria's werk één fundamentele boodschap heeft, namelijk dat de verhouding tussen de Indonesische bevolking en de Nederlanders niet altijd slecht geweest is, dat er ook veel mensen van goede wil waren. Zij zou deze mensen een hart onder de riem willen steken, door te laten zien dat alles niet zo had hoeven lopen als er meer onderling begrip en tact was geweest.Ga naar eindnoot13 Wanneer Warren het Verzameld Werk van Maria Dermoût in handen heeft, denkt hij terug. Eens had hij een gesprek met haar gehad, met als doel een stuk over haar te schrijven, maar hij had niet heel veel opgeschreven: Ik zit met het Verzameld Werk van Maria Dermoût in handen, zou zij hebben voorvoeld dat ik nimmer het stuk geschreven heb nadat ze me zoveel uit haar leven had verteld? Ze merkte dat ik zo goed als niets had genoteerd. Na een stilte kwam er nog, aarzelend: ‘Ik heb altijd de eenzijdigheid tegen willen gaan. De grote groep Nederlanders in Indië [willen] rechtvaardigen die open, eerlijk, als gelijken met de Indonesiërs omging. Het is me van jongsaf door mijn vader ingeprent: niet je laarsjes laten dichtrijgen door een bediende. Zelf doen.’ Daarna: ‘Ben ik een schrijfster? Ik ben instrument, zonder initiatief bijna, het wordt me gegeven. Ik hoor de personen spreken. Dat schrijf ik op.’Ga naar eindnoot14 | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 288]
| |||||||||||||||||||||||||
En in een bespreking van datzelfde werk vraagt hij zich af of haar wereld een voorgoed voorbije wereld is: zij leefde gedeeltelijk nog in tempo doeloe, maar aan de andere kant tekende ze ook Europeanen die alle Indonesiërs volkomen in hun waarde lieten.Ga naar eindnoot15 Uit een recensie uit 1998 blijkt dat Warren haar de meest Indische auteur vindt: ‘Er is geen Indischer auteur in onze literatuur aan te wijzen dan Maria Dermoût.’ Toch valt haar werk niet binnen de gewone kaders van Nederlands-Indische literatuur: ze kijkt niet om in weemoed, en ook niet ‘in wrok, hoewel haar zoon in een Japans kamp overleed. De schrijfster lijkt eerder met Oosterse dan met Westerse ogen te kijken naar haar land van herkomst.’Ga naar eindnoot16 | |||||||||||||||||||||||||
Persoonlijke ontmoetingenHans Warren nam het initiatief tot het eerste contact. Op de website die door Maria Dermoûts kleindochter is gemaakt, staat het volgende: ‘Ze leert hem kennen in 1951 als hij een kritiek over Nog pas gisteren schrijft. Maria bedankt hem dan met een briefje, daarop volgt weer een briefje en wederzijdse bezoeken.’Ga naar eindnoot17 Verder blijkt uit een interview dat niet Maria Dermoût, maar Hans Warren de eerste brief geschreven heeft: ‘Ik heb mijn hele leven haast nooit zelf contact met een schrijver opgenomen. Bij Maria Dermoût wel. Uit die brief is een heel prettige vriendschap ontstaan.’Ga naar eindnoot18 Alleen de brieven van Maria Dermoût aan Hans Warren zijn bewaard gebleven, maar vermoedelijk schreef hij brieven in dezelfde trant terug. De eerste brieven betreffen voornamelijk de kennismaking van de dichter met de schrijfster: Maria bedankt hem voor zijn brief, geeft een routebeschrijving naar de Blokkendoos (het huis in Noordwijk waar zij woonde), en bedankt hem voor zijn bezoek. Op 25 juli ontmoetten Hans Warren en Maria Dermoût elkaar voor het eerst, en op zondag 17 augustus 1958 bezochten Hans en Helen Warren de bewoners van de Blokkendoos. Hij noteerde in zijn Geheim Dagboek dat hij verwachtte dat zij ‘dierbare vrienden’ zouden worden.Ga naar eindnoot19 In 1959 kwam Maria een aantal dagen bij de familie Warren logeren.Ga naar eindnoot20 Op hun beurt logeerden de Warrens ook bij Maria en haar familie: 10 nov. - Afgelopen weekend, van zaterdag tot en met maandag, waren Mabel en ik bij Maria Dermoût in Noordwijk aan Zee. Zaterdag de achtste heb ik een vrij intiem gesprek met haar gevoerd. We hadden dit jaar vaker contact met haar. | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 289]
| |||||||||||||||||||||||||
We waren ook 21, 22 en 23 juli in Noordwijk, terwijl Maria Dermoût en haar dochter Ettie Kist bij ons logeerden van 6 tot en met 10 augustus.Ga naar eindnoot21 Maria hechtte veel belang aan zijn mening. In een brief van 4 augustus 1958 vroeg ze hem wat hij van haar verhalen uit De kist vond.Ga naar eindnoot22 Was het iets? Was het ook iets om uit te geven? Blijkbaar gaf hij positieve kritiek, want in september leverde ze de bundel in bij de uitgeverij, en op 8 september schreef ze hem een brief waarin ze dit vertelde en haar onzekerheid uitte. Ze stelde grote prijs op de vriendschap met hem en Helen. Begin januari 1959 liet zij hem weten hoe De kist door het publiek was ontvangen. In september werd Maria Dermoût voor Elseviers Weekblad gevraagd iets te schrijven over een gedicht dat ze mooi vond. Ze wilde een gedicht vanuit het Engels vertalen en vroeg Warren om hulp: ‘Beste Hans, een noodkreet van deze domme prozaïste aan de Dichter! Kan deze vertaling zo? [...] Ik liet expres de vele Chin[ese] namen weg - die zeggen ons toch niets.’Ga naar eindnoot23 Eind van dat jaar was ze weer in Zwitserland en schreef naar Hans over de ‘kruidenaftrekseltjes’ van de Zwitsers. Ook beschreef ze het landschap dat ze zo prachtig vond.Ga naar eindnoot24 Op 11 maart 1960 moest Helen Warren kandidaatsexamen Frans doen in Leiden. Ze krijgt een aardig briefje van Maria waarin ze schrijft dat ze voor haar ‘het wieletje zal draaien van de goede wensen.’Ga naar eindnoot25 Voor haar 72ste verjaardag op 15 juni 1960 ‘vluchtte’ Maria naar de Warrens in Kloetinge. Of ze de rust vond die ze zocht, is niet duidelijk - met drie kleine kinderen in de buurt - maar ze was er wel positief over: Oorspronkelijk was het plan dat wij in Goes in het hotel zouden slapen, maar zij hadden alles al voor ons in orde gebracht en daardoor werden het nogal drukke dagen in het piepkleine, (wel schilderachtige van 300 jaar her) arbeidershuisje aan de rand van de boomgaard, maar ook met het wctje van annodazumal! Hun drie ondeugende kinderen! en Hans' honderden duiven en ook andere zeldzame gevogeltes.Ga naar eindnoot26 In juli 1960 vindt Maria dat ze al veel eerder terug had moeten schrijven, maar haar ziekte gooide roet in het eten. Ook vertelt ze nog over werk waar ze mee bezig is, maar dat ze daar waarschijnlijk pas in het najaar weer aan toe zal komen. In augustus 1960 schrijft ze dat ze niet aan de ‘schrijverij’ toekomt. Gedurende de winter van 1961-1962 bleven ze elkaar schrijven, terwijl Maria in Zwitserland verbleef. Dit waren de laatste uitgebreide brieven die zij schreef. Ze | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 290]
| |||||||||||||||||||||||||
vindt het nog steeds jammer dat er zoveel afstand tussen hen is, en spreekt daar enigszins weemoedig over. De brieven bevatten voornamelijk geschrijf over alledaagse zaken als ‘wat is er de afgelopen tijd allemaal gebeurd’, ‘hoe gaat het met de gezondheid’, ‘hoe ziet de omgeving eruit’ en hier en daar een verwijzing naar literatuur. Vermoedelijk zijn de brieven slechts bedoeld om de contacten bij te houden, en werden meer intieme zaken persoonlijk besproken. Uit vrijwel alle brieven blijkt een vertrouwdheid met elkaar die alleen door goede vriendschap verkregen kan worden.
De Blokkendoos, het huis van Maria Dermoût aan de Atjehweg in Noordwijk. Collectie Regionaal Archief Leiden en Omstreken.
| |||||||||||||||||||||||||
Warren over Dermoûts schrijfstijlBijna dertig jaar na haar overlijden heeft Warren nog steeds veel bewondering voor Maria Dermoût: ‘Ik herlas De tienduizend dingen van Maria Dermoût, voor het eerst in misschien twintig jaar. Ik vind het nog steeds een zeer goed boek, al is er hier en daar een slappe pagina, een stilistische struikeling, een herhaling. Maar wat een kracht, een poëzie, een originaliteit, een mensenkennis.’Ga naar eindnoot27 Hoe Warren Dermoûts werk mettertijd hoger gaat waarderen, blijkt bijvoorbeeld uit een vergelijking van zijn recensie van De tienduizend dingen naar aanleiding van het verschijnen van haar Verzameld werk in 1970, met zijn bespreking van Het een-én-het-ander, een studie over De tienduizend dingen door Guus Houtzager uit 1992. In 1970 schrijft Warren nog: ‘Verhaaltechnisch valt er na de eerste twee stukken “Het eiland” en “De tuin Kleyntjes” nog al een breuk, die in het slotverhaal “Allerzielen” wat wordt gelijmd, een tikkeltje onhandig mogelijk.’ Maar in 1992 schrijft hij: | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 291]
| |||||||||||||||||||||||||
Toen het boek in november 1955 verscheen, heeft niemand gezien dat het in wezen een roman is, maar dan één zo baanbrekend nieuw van vorm dat zelfs geroutineerde boekbesprekers meenden dat het een verhalenbundel was waarvan sommige onderdelen, vooral het slothoofdstuk ‘Allerzielen’ best gemist kon worden.Ga naar eindnoot28 De vorm waarin Maria Dermoût haar werk gegoten heeft, is voor Warren een bron van inspiratie. Over de stijl van de verhalen uit het boekje Spel van tifa-gongs zegt Warren bij publicatie: Ze zijn van een fijnheid, een rijpheid, een kleurigheid, en vol van 'n gracieuze magische betovering die de lezer volkomen in de ban slaan. Dit is vertellen bij de gratie Gods; sober, zeer verheven en toch met de trilling van een grote, levende maar ingehouden ontroering op de achtergrond, wat de lezer soms een brok in de keel brengt.Ga naar eindnoot29 In een recensie stelt hij dat zij, door haar innige vertrouwdheid met het land en het volk, en haar intuïtie en inlevingsvermogen, haar werk de absoluut authentieke toets kon meegeven die het nu bezit. In november schrijft hij nogmaals een kritiek, en daarin noemt hij haar werk: eveneens belangrijke, schone scheppingen, getuigend van een uiterst beschaafd vertellerschap, van een (tot ons aller schande) haast verdwenen distinctie, een zeldzame gevoeligheid voor nuances en inleving, en van een fijne wijsheid.Ga naar eindnoot30 Tijdens een bespreking van haar Verzameld werk zegt hij dat Maria Dermoût zelf beweerde geen stijl te hebben, maar hij vindt dat ze schreef zoals ze sprak, bijna volkomen oosters. Op die manier werd ze volgens hem één van de allergrootste schrijfsters en zeker de grootste Indische schrijfster. In 1998 schrijft Warren zijn laatste recensie over Maria Dermoût, wanneer haar werk opnieuw uitkomt in de Salamander-reeks. Hij zegt dan dat vorm en inhoud bij haar een ideale versmelting aangaan, dat haar werk veel wegheeft van poëzie en dat zij een betoverende stijl heeft. Hij voegt eraan toe dat zij zelden benoemt, maar des te meer suggereert, en dat dát hetgene is wat de roman zijn zinderende lading en zeldzame geheimzinnigheid geeft. Dit alles sluit naadloos aan op wat Warren altijd al heeft beweerd: in Maria Dermoût is sprake van een welhaast ideale versmelting van Oost en West. Hoe ouder | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 292]
| |||||||||||||||||||||||||
hij wordt, hoe meer voorbeelden hij hiervan ziet. Ook lijkt hij Dermoûts werk steeds meer te gaan waarderen. Waar hij eerst De tienduizend dingen nog ‘wat gelijmd, een tikkeltje onhandig mogelijk’ noemt, is dat zo'n twintig jaar later een ‘roman ... baanbrekend nieuw van vorm’ geworden. | |||||||||||||||||||||||||
BesluitBlijkens de gegevens die gevonden zijn in de biografieën, de dagboeken, de correspondentie en recensies kan geconcludeerd worden dat de relatie tussen Maria Dermoût en Hans Warren vanaf het begin goed was. Gedurende de ruim vier jaar dat zij met elkaar omgingen, hadden ze vrij intiem contact, wat te zien is in de correspondentie en het dagboek van Warren uit die periode. Na Maria Dermoûts dood is, zoals gezegd, Hans Warren haar werk met de jaren steeds meer gaan waarderen. Het enige waarover Warren met Maria Dermoût van mening verschilde, was haar Indische afkomst: hij bleef ervan overtuigd dat zij Indisch bloed had, al heeft zij dat altijd ontkend. In ieder geval vond hij dat zij een ideale versmelting was van Oost en West, zo niet wat haar uiterlijk betrof dan toch wel op het gebied van de cultuur: zij had een neiging tot oosterse mystiek én tot westerse exactheid. Dit is een terugkerend thema in de recensies en de dagboeken; in de correspondentie komt het niet voor. In ieder geval getuigen zowel Maria Dermoûts correspondentie als Warrens recensies en dagboeken van een hechte vriendschap, van groot vertrouwen en van wederzijdse bewondering.Ga naar eindnoot31 | |||||||||||||||||||||||||
Bibliografie
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 293]
| |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
Archieven
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 294]
| |||||||||||||||||||||||||
Colinda Verhelst (1991) studeerde Nederlandse Taal en Cultuur aan de Universiteit Leiden. Na het behalen van haar Masterdiploma maakte zij een rondreis door Japan en Nieuw-Zeeland. Indonesië staat nog hoog op de lijst. Momenteel werkt zij op de communicatieafdeling van een cateringbedrijf. Zij hoopt in de toekomst haar liefde voor boeken en taal nog verder te kunnen implementeren in haar werk. |
|