[Nummer 3]
Redactioneel
In dit nummer vindt u twee van de drie lezingen die op vrijdag 15 juni jl. gehouden zijn. Kees Ruys vertelde over zijn fascinatie voor het leven en werk van Aya Zikken en zijn bijna dertigjarige vriendschap met haar, die hem er een paar jaar geleden toe brachten om een biografie over haar te schrijven. Die biografie verschijnt dit najaar. Olf Praamstra probeerde nieuw licht op Max Havelaar te laten vallen door Multatuli te beschouwen als een Indo-Europees auteur. Uit de discussie die daarop volgde bleek dat een stelling die op veel weerstand kon rekenen. De derde lezing, die van Paul Bijl over ‘Koloniale nostalgie en de herinnering aan koloniaal geweld’ zal in een later nummer van Indische Letteren verschijnen.
Ook presenteerde Reggie Baay die middag zijn nieuwe roman Gebleekte ziel, het tragische en waargebeurde verhaal van een jonge Balinese edelman die naar Nederland gestuurd wordt om hem te ‘bleken’ en zo te ontdoen van zijn inheemse identiteit. Op grond van de eerdere boeken van Reggie Baay over de njai deed Fred Lanzing een klein onderzoek naar het ‘werkelijke’ leven van deze vrouwen. Zijn bevindingen treft u in dit nummer aan.
Foto's van de bijeenkomst van 15 juni - en van eerdere - vindt u op de vernieuwde website van de Werkgroep. Onze webredacteur Vilan van de Loo heeft afscheid genomen van de redactie om tijd vrij te maken voor andere projecten, waaronder haar biografie over Melati van Java die volgend jaar zal verschijnen. Maar de Werkgroep blijft zij trouw; en wij zijn haar buitengewoon dankbaar voor het vele werk dat zij gedurende een lange reeks van jaren voor ons heeft verzet. Onze nieuwe webredacteur is Hans Kleijn, die wij van harte welkom heten.
Verder herinner ik u aan de lezingenmiddag op 21 september, die eerder al is aangekondigd. Chiara Beltrami spreekt over het werk van Madelon Székely-Lulofs, Mirre van der Heiden over Loes Nobel en Gerard Termorshuizen over een wel heel bijzondere Indische journalist. Ook worden er drie nieuwe Indische boeken gepresen-