Indische Letteren. Jaargang 20
(2005)– [tijdschrift] Indische Letteren– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 61]
| |
‘Geven, geven van alles, wat in je was’Ga naar eind1
| |
[pagina 62]
| |
Ems van Soest (collectie Lilian Ducelle).
| |
[pagina 63]
| |
prijs in de categorie zes tot tien jaar en mocht dus tien boeken uitzoeken: ‘Mijn keus, gedaan bij Toko G.C.T. van Dorp & Co te Semarang, varieerde van Zeven Jongens van A.C.C. de Vletter, tot het Cirkuskind van Felicie Jehu en de Kinderbijbel van Pontoppidan.’Ga naar eind5 Hiermee begon een glanzende carrière als publiciste van meisjesboeken, romans, feuilletons en de latere Moesson-artikelen vol weemoed en verlangen. Een bijzondere carrière, met ups and downs, met jaren vol roem en eer, maar ook met jaren waarin zij, ooit gevierd en gelauwerd, moest uitleggen wie zij was. Daarvoor schoten woorden te kort, want haar leven omspande twee wereldoorlogen, grote maatschappelijke omwentelingen, een Indische jeugd en Haagse kantoordagen. Die elementen zijn terug te vinden in haar werk, en meer dan dat. Juist door die grote veranderingen opent zich een venster dat uitzicht biedt op de leefwereld van vrouwen in Indië, waarover Ems herhaaldelijk schreef. Als vrouw? Ja. Ems van Soest groeide op in een tijd waarin vrouwen golden als ‘personae miserabiles’, mensen die voor de Nederlandse wet onmondig waren. De conservatieve moraal dicteerde dat ware vrouwelijkheid zich uitte in een bestaan als echtgenote-van en moeder-van. Vrouwen die intelligent en ambitieus waren, begrepen dat zij moesten woekeren met de mogelijkheden die ze hadden. Uitzonderlijke vrouwen schreven voor de krant, reisden en publiceerden reisverslagen, of leefden stug een onafhankelijk bestaan. Schrijven als vrouw, leven als vrouw, met alle kansen en beperkingen die er waren, dat keert terug in het leven en werk van Ems van Soest. In kleine details, maar ook in grote kwesties, is dit vrouwelijk perspectief aanwezig. Zeker als het om drie levensvragen gaat: wat zal de toekomst brengen, wat is het juiste om te doen en heeft het leven eigenlijk wel zin? | |
‘Altijd weer nieuwe moed’Met De Pauw (1930) begon het succes van Ems van Soest. Ze zou ruim twintig jaar regelmatig meisjesboeken publiceren. Volgens het bekende recept: opgewekt van toon, positief van inhoud, en met zelfstandige meisjes in de hoofdrol die in de regel een gelukkig huwelijk sloten. Zo was het traditionele vrouwbeeld dat deze decennia beheerste, en dat de meisjesboeken zo'n succes behaalden, kwam ook doordat ze goed op de moraal aansloten. Het waren boeken die men rustig in handen kon geven van de jonge generatie. De ster van Ems van Soest steeg: de pers was haar gunstig gezind, lezeressen verslonden haar boeken en zelfs de jonge prinsesjes op Soestdijk schreven fan mail. Indië was een constant element in deze boeken, soms als achtergrond, dan weer als doordringende factor die toon en sfeer bepaalde. Echt ‘Indische romans’ zou Ems voor volwassenen schrijven, toch was Indië in de meisjesboeken zelden afwezig. | |
[pagina 64]
| |
De Pauw (1930).
| |
[pagina 65]
| |
Hoe zou dat ook anders kunnen? Indië was deel van Ems van Soest. Zij was twee jaar toen ze met haar ouders uit haar geboorteplaats Hilversum naar Midden-Java ging. Haar eerste bewuste indrukken moeten die van de thee-onderneming Ngargoloko-Malebari zijn geweest. Daar groeide ze op in een liefdevol en bijzonder gezin. Haar vader Willem van Soest (1865-1932), haar Padangse moeder Emma van Angelbeek (1867-1945)Ga naar eind6 en haar twee broers Wim (1896-1928) en Jan (?-1963). Een familie die talent had om te schrijven: Wim publiceerde onder de schuilnaam ‘Theo’ in De Reflector, moeder had onder meer in de Preangerbode geschreven en dan was er nog overgrootvader Johannes van Soest (1807-1850),Ga naar eind7 destijds bekend van de Oost-Indische bloempjes; Gedichtjes voor de Nederlandsch-Indische jeugd (1846). In de Moesson-artikelen zou Ems keer op keer het geluk beschrijven van een Indische jeugd; in haar meisjesboeken bleef dat merendeels op de achtergrond. Meisjes moesten vooruit kijken, naar de toekomst, en die was voor meisjes duidelijk: trouwen, huishouden en kinderen krijgen. Ziehier, het vrouwelijk perspectief dat als ‘normaal’ gold. Die weg volgen de meeste jonge meisjes in deze boeken dan ook. Maar al in haar tweede boek Op den achtergrond (1931) laat Ems zien dat het ook anders kan lopen. Wanneer Gritty ontdekt dat de man van wie ze houdt, de voorkeur geeft aan haar zusje, kiest ze een andere levensweg. Niet als een mindere weg, en daarmee wees Ems haar jonge lezeressen indirect op een alternatief. Gritty glipt 's avonds uit de ouderlijke woning, om beter na te kunnen denken: Ze keek naar de djalaks; naar de zonneblikkering rondom, op de kiezels, op de dakpannen; naar alle lichte blijheid rond haar, die geen droefheid te dulden scheen. Zo laat Ems van Soest weten: er is een ander en volwaardig bestaan mogelijk naast dat van het huwelijk. Werk hebben waarin je vervulling vindt, waardoor je je kunt ‘ontplooien’ zoals het tegenwoordig heet. Een vrouwelijk perspectief dat zeker in populaire meisjesboeken voorzichtig gebracht moest worden, maar dat er wel stond, en hier en daar terug keerde. Het bood uitzicht op een zelfstandig bestaan, zoals mannen dat vanzelfsprekend bezaten. | |
[pagina 66]
| |
Ems van Soest en haar moeder Emma van Angelbeek (collectie Lilian Ducelle).
| |
[pagina 67]
| |
‘Tusschen twee werelden’In 1938 verscheen Theeland, de eerste roman die Ems van Soest voor volwassenen schreef. Anders van toon, zwaarder van inhoud. Het boek vertelt over de twintig jaren die het Hollandse echtpaar Maria en Willem van Renkum doorbrengen op de Indische thee-onderneming Bariloko Ngargomali. Een moeilijke tijd, door de grote afhankelijkheid van de oogst, het gebrek aan geld, het opvoeden van de kinderen, de vaak problematische maar soms harmonieuze omgang met de Indonesische bevolking. Het verhaal eindigt tragisch: ondanks al die lange werkdagen moet de onderneming verkocht worden. De meeste gebeurtenissen in Theeland zien we door de ogen van Maria van Renkum. Zij verliet een villa in het Gooi om Willem naar Indië te volgen en besloot, wat er ook gebeurde, achter hem te staan. Dat impliceert niet dat zij een passieve vrouw is, Maria heeft temperament genoeg om zich wezenloos te ergeren aan anderen en verveelt zich in de eenzaamheid die haar kan overvallen. Na een aantal jaren overlijdt haar man. Hun oudste kind sterft en de twee die haar overgebleven zijn, willen weg uit Indië. Wat te doen? Zoals de Nederlandse huwelijkswet eist, heeft zij haar echtgenoot gevolgd. Anderzijds is zij met Indië vergroeid geraakt. Maria gaat terug. Als ze op de kade staat en naar de boot kijkt die hen naar Nederland zal voeren, maakt ze de balans op: Twee graven laat zij in Indië achter. Twee levenden voert zij met zich mee. Haar hart is verdeeld tusschen twee werelden, maar zij weet, dat de levenden haar meer nodig hebben.Ga naar eind9 Als een ‘goede moeder’ volgt Maria haar kinderen, zoals ze eerder een ‘goede echtgenote’ was. Een klassiek vrouwenleven, een leven bij de gratie van anderen, waarin opoffering belangrijk is. Maar ook een leven dat juist daardoor nieuwe mogelijkheden bood, uitzonderlijke ervaringen en inzichten gaf, die Maria van Renkum in haar mooie Gooise villa nooit had opgedaan. Was dit het juiste om te doen? De vraag lijkt gemakkelijker te beantwoorden in Een wajang in Gods handen (1946). De haat tegen Japanners is voelbaar (‘Vunzig dwergentuig!’Ga naar eind10), de wanhoop om de veranderingen die in Indië plaats vinden evenzeer. In Den Haag zal Ems van Soest daar ontzet kennis van hebben genomen. Misschien was Indië voor haar het droomland gebleven? In Nederland verloor ze haar moeder en verloor ze bij de bombardementen op het Bezuidenhout veel dierbare familie-eigendommen. Daarna wachtte een lang gevecht met de Nederlandse bureaucratie over de vergoeding van materiële schade. Ems werkt dan weer op kantoor. De gloriejaren als schrijfster van meisjesboeken zijn voorbij. In de jaren '60 en '70 wordt haar leven almaar moeilijker. De broer met wie ze woonde, overlijdt, haar ogen gaan achteruit. Ze heeft wei- | |
[pagina 68]
| |
nig inkomsten en moet erg zuinig leven. En ze vereenzaamt. Indië is weg. Wat moet ze, in dat kleine kamertje in het bejaardentehuis? | |
‘Summum van weelde’In 1977 stond er in het blad Tong Tong een oproep.Ga naar eind11 De redactie vroeg om gegevens van de schrijfster Ems van Soest, kennelijk niet wetend dat deze in dezelfde stad woonde. De vrouw achter de oproep was journaliste en uitgeefster Lilian Ducelle, die al snel Ems wist over te halen om haar herinneringen aan Indië te publiceren. Een lange reeks artikelen volgde, met vele foto's uit Ems' persoonlijke archief. Zij keek terug naar het verleden, naar het vooroorlogse Indië en vertelde daarover. Idealiserend, maar met veel feiten. Soms schreef Ems artikelen waarin ze zich ontpopte als een geestig vertelster die destijds scherp had rondgekeken en de meest curieuze details had weten te onthouden. Maar dat idealiseren stond voorop. De droefheden die er waren, kregen een theatrale beschrijving, waardoor ze minder droevig leken. Het huwelijk van haar ouders werd een sprookjeshuwelijk, haar broers de beste mannen die ooit hadden geleefd en de thee-onderneming een hemelse omgeving waar een kind gelukkig opgroeide. Een voorbeeld: Die tuin! Wat moet mijn vader daar een liefde, geduld, creativiteit in hebben gelegd! Hoe werd mijn moeder nooit moe dat werk van zijn handen, in samenwerking met de natuur, te prijzen! En hoe nam ik dat summum van weelde als iets vanzelfsprekends aan.Ga naar eind12 Ja, Ems keek terug met een vastberadenheid die geen enkele wanklank toeliet. Haar leven was rijk geweest aan uitersten. De veiligheid van de tuin, de glorie van haar carrière, maar ook de verschrikkingen van de oorlog en het nooit-meer-terug-kunnen naar Indië. En de eenzaamheid in het bejaardentehuis, die opgeheven werd door de weemoeds-artikelen in Moesson. Daar kwamen brieven op van anderen, die Indië ook zo misten. In hetgeen ze publiceerde leek ze het antwoord te geven: de zin van haar leven was onverbrekelijk verbonden met Indië. In alles wat ze schreef, keerde Indië terug, waarheen ze ook ging, ze herkende ze Indië. Haar laatste jaren vulde ze met herinneren aan wat voorbij ging: weer Indië. Ems overleed in 1984. Moesson herdacht een Indisch schrijfster: als een opmerkelijk auteur en ook, en misschien vooral een bijzondere vrouw.Ga naar eind13
Vilan van de Loo is conductrice van het Damescompartiment Online. http://www.damescompartiment.nl/ |
|