Indische Letteren. Jaargang 18
(2003)– [tijdschrift] Indische Letteren– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 190]
| |||||||
[pagina 191]
| |||||||
Wortels opgraven met Alfred Birney
| |||||||
[pagina 192]
| |||||||
Niet hier wonen? Waarom niet? Indo's horen hier thuis, niet in Holland. Holland is voor de Belanda's, toch?Ga naar eind5 De meeste aanwezigen hebben het boek nog niet gelezen, zelfs nog niet in handen gehad, een kleine maand nadat het in Yogyakarta voor het eerst op een boekenbeurs tentoongesteld werd, maar door het fragment wordt meteen de identiteit duidelijk van Alan Noland, de hoofdfiguur in Vogels rond een vrouw. Alan Noland is een Indo-Belanda. Het Indoschap zoals Nederlanders dat opvatten is echter niet iets waar de meeste Indonesiërs vertrouwd mee zijn. ‘Indo's’ zijn in Indonesië mensen van Europese afkomst, die witter zijn dan de Indonesiërs, mooier gevonden worden en daardoor in trek zijn als filmsterren en fotomodellen. Dat andersom geldt dat Indo's mensen van Indonesische afkomst zijn, die bruiner zijn en in Nederland soms anders bejegend worden dan de autochtonen, is iets wat de Indonesiërs zich nauwelijks realiseren. Ze kennen in het algemeen ook niet de geschiedenis van de oud-Indiëgangers, de repatrianten. Evenmin maken ze een onderscheid tussen eerste- en tweede-generatie Indo's. De besprekingen van Lalu Ada Burung en de interviews met Alfred Birney waren in meer dan een opzicht een eye-opener.
De discussie in het cultureel centrum is het derde punt in Alfred Birney's drukbezette agenda van de eerste tourneedag. In de vroege ochtend was de schrijver te gast in de studio van TransTV voor een live praatprogramma, dagelijks bekeken door ruim tien miljoen kijkers. Gastvrouw was Dewi Lestari, zangeres en romancière. In de middag kwamen journalisten van Kompas, de belangrijkste landelijke krant, naar het Taman Ismail Marzuki voor een ontmoeting met Birney. Bij beide interviews viel het woord ‘magisch-realisme’. Ook recensenten maken gebruik van de term om de roman te karakteriseren. Zelfs in Indonesië, thuisland van guna-guna, raadselachtige verschijningen en wonderbaarlijke genezingen, moet het ongrijpbare een etiketje opgeplakt krijgen. Wel wordt door Ngarto Februana meteen een vergelijking gemaakt met het ‘magisch realisme waarin de meeste Javanen geloven’.Ga naar eind6 Een spookverhaal, zoals Johan Diepstraten Vogels rond een vrouw getypeerd heeft,Ga naar eind7 zouden Indonesiërs het boek niet noemen. Daarvoor is het te geloofwaardig, niet spookachtig genoeg.
De Indonesische recensenten hebben veel lof voor Birney's stijl en de driedelige opzet van de roman, telkens vanuit een ander perspectief. Het is niet alleen het wisselend gebruik van ‘ik’, ‘jij’ en ‘hij’ om te verwijzen naar de hoofdfiguur waardoor de grens tussen de verschillende delen wordt aangegeven. ‘Birney's proza is dat van slachtoffer en verslaggever’, aldus Beny Yohanes. ‘In het derde deel verlaat Alan zijn positie als slachtoffer, en wordt Birney de verslaggever.’ De Nederlandse recensent André Matthijse vindt het derde deel, dat over ‘toeris- | |||||||
[pagina 193]
| |||||||
tische uitstapjes’ verhaalt, waardoor volgens hem het magische van het boek vervaagt, het minst interessant. De Indonesische besprekers van Birney's roman zijn het niet met hem eens. Indonesische lezers lezen met Indonesische ogen en een Indonesisch hart. Details in de roman hebben voor Indonesiërs een relevantie die ze voor Nederlanders waarschijnlijk niet hebben en roepen associaties op die Nederlanders ontgaan. Daar is in de eerste plaats de zwarte vogel, waar meteen de aandacht op wordt gevestigd door de titel, Lalu Ada Burung, hetgeen ‘toen kwam er een vogel’ betekent, en door de omslag van het boek, waar een zwarte vogel op afgebeeld staat. In Indonesië is een zwarte vogel voorbode van onheil. In de roman verschijnt twee keer een zwarte vogel. Na de eerste verschijning krijgt het gezin bericht dat de grootmoeder gestorven is; na de tweede keer, als Alan Noland de vogel ziet vliegen boven het graf van zijn oma, wordt hij ziek.Ga naar eind8 Daar zijn de twee wayangfiguren die Alan Noland in Yogya heeft gekocht. Ze worden door Maudi, Alans ‘zus’, bekeken. Een figuur stelt Rama voor, de andere Krishna. Zoals Maudi het uitlegt, komen de figuren voor in verschillende verhalen en is Krishna de incarnatie van Rama.Ga naar eind9 Alan wil Rama aan zijn vader geven en Krishna voor zichzelf houden. Voor Richard Oh is dit een veelbetekenend gesprek, dat vooruitwijst naar een groter beeld en zelfs de kern is van de roman. Later, nadat hij het graf van zijn oma bezocht heeft, zal het Alan duidelijk worden dat de familie hem niet ziet als Alan Noland, maar als de schim van zijn vader.
De figuur in Lalu Ada Burung die naast Alan Noland de meeste aandacht krijgt van Nederlandse recensenten is De Arend, Alans vader.Ga naar eind10 ‘Op zoek naar de verloren vader’, schrijft Frans de Rover boven zijn recensie. In Indonesië krijgt de paranoia van De Arend meer aandacht dan zijn rol als Alans vader, of zijn rol als Nederlands marinier tijdens de onafhankelijkheidsstrijd van Indonesië. De Arend wordt, net als zijn zoon Alan en de schrijver Alfred Birney, meer als slachtoffer van de geschiedenis gezien, met wie men sympathiseert. Er wordt nimmer uit het oog verloren dat Nederlanders de kolonisators waren en de Indonesiërs de gekoloniseerden. De Indo's, geboren uit een natuurlijke seksuele ontmoeting tussen de twee groepen die in conflict zijn, werden niet erkend op papier als behorende tot de groep van de Nederlandse ouder, maar werden ook in de praktijk verdacht door de autochtone bevolking.Ga naar eind11 Dat is naar de mening van Jakob Sumardjo de kern van het probleem. De Indo's werden in een minderwaardige positie gedrongen door de Nederlanders, die daarmee hun superioriteit wilden tonen. Volgens Bent' Yohanes, spreker in Bandung, wordt Alan Noland gekweld door de Europese epistemologie, die getypeerd wordt door expansionisme, kolonisatie, overheersing, en onderdrukking van alles wat anders is, | |||||||
[pagina 194]
| |||||||
ook van de Indo's die nu in Nederland wonen. De reden waarom de Indo's in Indonesië niet paranoïde zijn, ziet Sumardjo in het verschil tussen de westerse en Indonesische filosofie. De basis van de westerse cultuur is volgens hem een dualistisch conflict dat moet uitgevochten worden met een winnaar, een superieure machthebber. In Indonesië wordt het conflict opgelost in een middenwereld, de wereld van de tjitjak, tussen vloer en dak, een meng-entiteit van twee binaire opposities. Een andere figuur, de tweelingbroer van Alan Noland, wordt door Frank de Rover beschouwd als onbelangrijk.Ga naar eind12 Door Indonesische lezers wordt Philip Noland herkend als het alter ego van Alan en van Alfred Birney. Een van de eerste vragen van de radiojournalist in Yogyakarta ging over de rol van Philip in het verhaal. Representeerde hij soms een ander soort Indo? Dat werd door Birney bevestigd; er zijn ook Indo's in Nederland die zich niet druk maken over hun afkomst. Een luisteraar belde met de vraag of die twee groepen het dan niet voortdurend met elkaar aan de stok hadden. Nee, dat was niet zo; ze lieten elkaar in hun waarde. Dat is een geruststellend antwoord voor iemand die woont in een land waar botsingen tussen diverse bevolkingsgroepen een realiteit is. ‘Het lezen van Lalu Ada Burung is zoals het lezen van ons eigen gezicht: het gezicht van het multiculturele en multi-etnische Indonesië’, schrijft Ngarto Februana. ‘Het verschil is dat in die multiculturaliteit de hoofdfiguren in de roman op een harmonische wijze met elkaar omgaan, terwijl wij nog steeds kampen met allerlei onlusten die veroorzaakt worden door culturele verschillen.’ Hij beschrijft daarmee de belangrijkste reden waarom ik Vogels rond een vrouw heb vertaald. Puur Indonesisch zijn kan niet. ‘Indonesië’ is meer een geografisch gegeven dan iets anders. Je bent in de eerste, of tweede plaats Indonesiër en in de tweede of eerste plaats Javaan, of Batak, of Madurees. Als je dan ook van Chinese, Indiase of Arabische afkomst bent, wordt de situatie nog ingewikkelder. In tijden van conflict tussen de groepen waartoe iemand behoort, komt ook zijn zelfidentiteit in gedrang. Tijdens de discussie in Yogyakarta kwam dit probleem ter sprake naar aanleiding van het gedeelte in de roman over de Molukse treinkaping, waardoor niet alleen de Molukkers maar ook de Indo's in Nederland werden gemeden. Iets vergelijkbaars is ook in Indonesië herhaaldelijk voorgekomen. De onlusten op Ambon hebben een animositeit opgeroepen bij een bepaalde bevolkingsgroep, waarvan ook mensen uit Papua, Flores en Timor het slachtoffer werden. Indonesiërs van Chinese afkomst hebben hetzelfde meegemaakt. Verdenkingen tegen enkele Chinezen werden verhaald op de hele groep. Hun lot was heel wat zwaarder dan dat van de Indo's in Nederland. En toch, zegt Jakob Sumardjo, moeten we ons ervan bewust zijn dat we wortels in ons hebben groeien en ze niet verloochenen of afkappen. Lalu Ada Burung, aldus deze recensist, ‘herinnert | |||||||
[pagina 195]
| |||||||
de Indonesische lezers eraan hoe belangrijk het is wortels op te graven.’
In de discussies werd geen onderscheid gemaakt tussen Nederlandse en Indische literatuur. Lalu Ada Burung is weliswaar door een Indoschrijver geschreven, maar het is een vertaling van een Nederlandstalige, en dus Nederlandse, roman. Bakdi Soemanto, spreker in Yogyakarta, zegt er verheugd over te zijn dat er een vertaling is uitgekomen van een Nederlandse roman. Tot dusver is de Nederlandse literatuur volgens hem in Indonesië onbekend, hoewel het land 350 jaar door Nederland gekoloniseerd is geweest.Ga naar eind13 De enige Nederlandse auteur die tijdens de discussies genoemd werd, en wel in Semarang door de schrijver Eko Tunas, is Vincent Mahieu, van wie Tjies en Tjoek vertaald zijn in het Indonesisch.Ga naar eind14 De lijst van Nederlandse auteurs die in het Indonesisch zijn vertaald is verrassend kort.Ga naar eind15 Meerdere vertalingen zijn volgens Bakdi Soemanto gewenst, om de Indonesische literatuur een bredere horizon te geven.
‘Begitulah kejadian-kejadian mendapat tempatnya masing-masing’, zegt Tante Tina, de excentrieke tante van Alan Noland. Zo vallen de dingen tenminste op hun plaats. Als Lalu Ada Burung de lezer aanspoort zijn wortels op te graven en iedereen de plaats te geven die hem toekomt, als de dingen daardoor op hun plaats vallen, heeft de roman niet alleen de Indonesische literatuur verruimd, maar ook de Indonesische lezer verrijkt.
Widjajanti Dharmowijono studeerde Germaanse Filologie en Psycholinguïstiek in Leuven. Thans hoofd van de Studierichting Nederlands van de Akademi Bahasa 17Agustus 1945 te Semarang. Werkt aan een onderzoek naar de beeldvorming van de Chinezen in Indisch-Nederlands verhalend proza. Vertaalde Vogels rond een vrouw van Alfred Birney in het Indonesisch. Binnenkort verschijnt Ikan Tanga Salah, de vertaling van Birneys roman De onschuld van een vis. Haar volgende vertaalproject is De stille kracht van Louis Couperus. | |||||||
Bibliografie
| |||||||
[pagina 196]
| |||||||
|
|