[Nummer 3]
Redactioneel
Op 25 januari 2002 vierde F. Springer op een speciale middag van de Werkgroep Indisch-Nederlandse Letterkunde in een volle Leidse universiteitszaal zijn zeventigste verjaardag. Zijn geboortedag vieren is niet iets wat Springer met plezier doet. ‘Verjaardagen zijn er om overgeslagen te worden’, heeft hij vaak met instemming de droefgeestige Weense schrijver Arthur Schnitzler nagezegd. Toch voelde Springer zich ditmaal na afloop van zijn feestje, temidden van familie, oude en jonge vrienden en onze Werkgroep ‘perfekt senang’ zoals hij zei. Het programma bood behalve een bijzonder optreden van de zanger Joop Visser en de presentatie van Springers nieuwste bundel Allemaal gelogen, ook voordrachten van de Springerkenners van het eerste uur: Harry Bekkering, Peter van Zonneveld en Ad Zuiderent. Geleerde vrienden in de letteren, naar wie Springer met aandacht luisterde en die hem in zijn slotwoord tot de conclusie brachten: ‘Ik moet die man nu ook eindelijk zelf eens echt goed gaan lezen...’ In dit Springernummer van Indische Letteren zijn die voordrachten afgedrukt, aangevuld met een artikel van Springers biografe, Liesbeth Dolk.
Zoals in het juninummer al werd aangekondigd, zal het symposium op 9 november 2003 op Bronbeek geheel gewijd zijn aan het KNIL in de Indische Letteren. (Het inschrijfformulier voor het symposium is dit jaar op een los blad bijgevoegd.)
De eerstvolgende lezingenmiddag vindt plaats op 10 oktober a.s. Verdere informatie over lezingenmiddag en symposium vindt u achter in dit nummer.
Liesbeth Dolk, gastredacteur