't Hoorns vermaeck'lijck treck-schuytje
(1663)–Anoniem Hoorns Vermaeklijck treck-schuytje, 't– AuteursrechtvrijWijze: De Jager die hadder op zijnen hoed.
O Bruidegom!
Zijd wellekom
Met uwe Bruid!
Ik wenkje
En schenkje
Een Roomer wijn,
Die uit moet zijn:
Fa laal de raal deriere,
| |
[pagina 138]
| |
Ha! ha ha! ha! ha!
Of 'k wenkje,
En schenkje
Een volle Fluit.
Komt vrolijk zijn,
Dan van de Wijn?
Ik brengj' een dronk;
Eer 't Wigje
Zijn schigje
Door felle brand
Op u vermand:
Fa laal de raal deriere,
Ha! ha ha! ha! ha!
Eer 't Wigje
Zijn schigje
Schiet door uw' lonk
O zoet geluit!
Dat door u spruyt;
Als ik u smaak;
Mijn geesje
Geneesje
Uit zwaarigheid
In vrolijkheid:
Fa laal de raal deriere,
Ha! ha ha! ha! ha!
Mijn geesje
Geneesje
Van droeve spraak.
Speelnoodjes, hoe!
Zied' gy niet toe?
De Fluit is leeg;
En pasje
| |
[pagina 139]
| |
Het glasje
Nu voor een aâr
Niet weêrom klaar?
Fa laal de raal deriere,
Ha! ha ha! ha! ha!
En pasje op 't glasje
Dan niet te deeg?
Had ik de vogt,
Waarnà ik zogt,
In mijn bestier;
Ik dronkze
En schonkze
Eerst voor de Bruid,
En Bruigom uit:
Fa laal de raal deriere,
Ha! ha ha! ha! ha!
Ik dronkze
En schonkze
Dan aan uw' Vier.
Zoo vat dan an
De volle kan;
Maar niet en morst,
En leegze
En veegze
Eens schoontjes uit
Tot ons besluit;
Fa laal de raal deriere,
Ha! ha ha! ha! ha!
En leegze
En veegze
Eens voor verhorst.
F.P. |
|