| |
| |
| |
Vier gedichten van Adrian Brown
vertaling: Hafid Bouazza
Adrian Brown werd in 1966 geboren in Engeland, en woonde nadien jarenland in Nederland. Hij is vertaler van beroep en schreef (onder pseudoniem) bijdragen voor The Nabokovian en The James Joyce Quarterly. Navolgende vertalingen betekenen het literaire debuut van zijn poëtisch werk.
*
De stemmingen van mijn lief hadden hun vier seizoenen:
Weekhartig en driftig als de herfst,
Venijnig en afzijdig als de winter,
Toegenegen en warm als de lente,
Kwijnend en zwoel als de zomer.
Haar liefde was als de vier seizoenen
En kon, binnen een paar dagen,
Zwenken van omstormde hoogten
Naar de meest betoverde valleien,
Onthaalde je op kijvende hagel
Of zonnevlagen van toegewijde liefde.
My love's moods had their four seasons:
Maudlin and feisty like autumn,
Venomous and aloof like winter,
Affectionate and warm like spring,
Languorous and sultry like summer.
Her love was like the four seasons,
And could, within just a few days,
Swing from wuthering heights
To the most enchanted valleys,
Treating you to a scolding hail
Or sunbursts of devoted love.
19-9-2006
| |
| |
Jouw afwezigheid holt een nis in mijn hart uit
Daar plaats ik je beeld en laat mijn liefde
Een gewijd licht schijnen zodat ik aanbidden kan
Ik ben bereid voor het onverwachte
Mijn liefde is het onverwachte
Een schat die meer schatten verbergt
Your absence burrows a niche in my heart
There I place your image and let my love
Shine a hallowed light so I can worship.
I am ready for the unexpected
My love is the unexpected
A treasure hiding more treasures.
| |
Herfstkatapult
Riskant is het nu om te lopen
Elke keer als een windvlaag
Rijst zullen ze je stenigen
Zoals pelgrims de duivel.
| |
| |
| |
| |
De beproeving van een lezer
Aanzienlijk het bedrag dat ik betaalde voor deze delen -
Drie boeken, een handzamer editie, gebonden in klein octavo,
Eerste druk van zijn tweede roman;
Het linnen, eens olijfgroen, was nu donker
Zoals verweerde boomschors zich nooit meer tooit
En zoals een mummie die je bij toeval ontgrondt
Waren zij muf en allengs scheurden en schilferden zij;
Het tweede boek haalde schouderophalend de achterkaft los,
Zoals een aalscholver zijn vleugel te zonnen hangt,
Maar het derde deel, meest broos, verscheurde simpelweg
In mijn eigen handen in lezen verzonken;
Een pijnscheut deed mij natrillen als een snaar,
Toen ik zag hoe zijn ontbinding zich ontvouwde,
Het naaisel was aan het eind van zijn tuier
En hoofdstukken vielen in verschillende brokken uiteen -
De laatste elf katernmerken echter,
Van Q tot 2c, werden nog steeds bijeen gehouden,
Een flinke zeedrift van tijds schipbreuk -
Honderd en negen en veertig jaren welgeteld -
En als een verdrinkende man klampte ik mij eraan
Vast en las verder, in koestering van het gladde
Ivoorgele papier, streek ik over de braille
Van de gietindruk op de ommezijde bewogen
Slechts door de huivering van mijn vingertoppen,
En bladerde begeesterd door de gesneden kartelzijden,
In allerijl naar de kust, het einde van het verhaal.
| |
| |
| |
A Reader's Ordeal
A goodly sum I paid for those volumes -
Three handsome books bound in small octavo,
First edition of his second novel;
The once olive-green cloth was now dark
As the tree's weathered bark no longer spruce
And like a mummy one by chance exhumes
They were fusty and slowly split and chipped;
The second book shrugged its back cover loose,
Like a cormorant insolates its wing,
But the third tome, the frailest, simply ripped
In my own hands while in reading immersed;
A pang left me tremulous as a string,
Watching its disintegration unfold,
The stitching was at the end of its tether
And chapters in various chunks dispersed -
The final eleven signatures, though,
Q through 2c, were still held together,
A sizeable flotsam from time's wreck -
One hundred and forty-nine years all told -
And like a drowning man I firmly clung
To it and read on, treasuring the smooth
Ivory-yellow paper, stroking the Braille
Of the type's impression on the verso
By the mere dither of my fingertips,
Flipping the cut-deckled pages with gusto,
Rushing to the shore, the end of the tale.
30-10-2008
|
|