Hollands Maandblad. Jaargang 1991 (518-529)
(1991)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 31]
| |
De reizende broeder
| |
[pagina 32]
| |
daad te bewegen. Dat zou echter te maken kunnen hebben met krampachtige spiersamentrekkingen als gevolg van de onwennige houding van de arm. Het glas moet vrij kunnen bewegen en daarom mag de arm niet op de tafel rusten. Het enige dat we van de zittingen overhielden, waren stijve armen. Bij de spiritistische vereniging waar ik lid van ben en waar ik sociologisch onderzoek verricht, hoorde ik dat enkele leden onder begeleiding van een medium een ‘kruis-en-bord’-groepje wilden formeren. Omdat het onderzoek naast het interviewen van leden en geïnteresseerden ook bestaat uit het deelnemen aan een aantal activiteiten, heb ik me meteen aangemeld. Het gebruik van dit hulpmiddel berust op dezelfde vooronderstellingen die bij het ‘glaasje-draaien’ worden gehanteerd, namelijk dat de geesten van overledenen door middel van kosmische krachten voorwerpen kunnen laten bewegen. Via het glaasje en het kruishout worden dan berichten van ‘gene zijde’ aan aardbewoners doorgegeven. Opvallend is evenwel dat wanneer deze hulpmiddelen niet door mensenhanden worden vastgehouden, de geesten geen boodschappen kunnen doorgeven. Het kruishout bestaat uit twee dunne latjes van elk ongeveer veertig tot vijftig centimeter, die op de helft van de lengte door een lange metalen pen aan elkaar zijn geklonken. Er moeten altijd vier aanzittenden zijn om de uiteinden vast te houden. Het bord bestaat uit een stuk karton met cijfers, letters en woorden, zoals dat ook bij het ‘glaasje-draaien’ wordt gebruikt. Om de lezer een indruk te geven is elders in dit artikel een voorbeeld van een dergelijk bord weergegeven. De twee zittingen die het groepje heeft gehouden, hebben niet tot de verwachte resultaten geleid. Weliswaar zijn er die twee avonden een groot aantal tekens aangegeven, maar we hebben daaruit geen zinnige boodschappen kunnen distilleren. Als voorbeeld geef ik de tekens weer die het kruis bij een van de pogingen aangaf. Tussen aanhalingstekens staan de vragen die onderwijl door de aanzittenden werden gesteld. Het hout wijst iets onduidelijks aan: 9 V... ‘Bent u een manspersoon?’ Als antwoord volgt: 1 (een lange tijd gebeurt er niets, dan wordt het hout weer actief) E Ja... ‘Wat is uw naam?’ Antwoord: F R Nee... ‘Bent u Nederlander?’ Na al deze cryptische boodschappen volgen enige duidelijke ja-antwoorden (of ze juist zijn kan ik niet beoordelen). ‘Bent u reeds jong overgegaan?’ Ja. ‘Ben je Karel?’ (De overleden echtgenoot van het medium dat de vragen stelt.) Dan volgt iets wat een groet zou kunnen zijn, maar geen antwoord is op de gestelde vraag: D A A G 2... Het kruis draait een tijdje doelloos rond en dan volgt weer een onduidelijke 2... ‘Ben je alleen?’ Weer een bevestiging: Ja. ‘Is mam bij je?’ (Er wordt niets aangewezen.) ‘Kwam je uit Amsterdam?’ Met veel moeite komt het kruishout met de letters J en A, maar misschien komt dat ook omdat de aanwezigen juist die twee letters aangewezen wilden zien. Er ontstaat enige discussie, omdat niet alle deelnemers het met elkaar eens zijn en menen dat er andere letters zijn aangewezen. Ten slotte stelt de paranormaal begaafde leidster maar de volgende vraag: ‘Hoe sta je tegenover Beppie?’ (Van ons groepje kent niemand die Beppie. Het medium gaat er blijkbaar van uit dat de geest van Karel, haar overleden echtgenoot, Beppie wel moet kennen.) Het antwoord van het kruis helpt haar evenwel niet verder: 7 8. Ze poogt nog een laatste vraag: ‘Heb je nu rust gevonden?’ Ook nu komt er geen duidelijk antwoord. Het kruis blijft in de buurt van de R en de S. Daarna wordt besloten deze poging verder te staken.
De aanwezigen begrijpen dat deze pogingen niet erg succesvol zijn geweest. Andere groepjes blijken meer te bereiken. Iemand weet van een groep in een andere stad, waar via het kruishout de naam, het adres en de overlijdensdatum was bekendgemaakt van iemand die plotseling was gestorven. Leden van de groep hadden de gegevens nagetrokken en hadden zelfs met nabestaanden van de betrokkene gesproken. Helaas kan de vrouw niet meer over dat groepje vertellen, omdat ze discretie had beloofd. De deelnemers zijn hiervan duidelijk onder de indruk en zoeken verklaringen voor het eigen falen. Iemand stelt dat er in de gestelde vragen geen enkel systeem zat en dat er soms al een nieuwe vraag werd gesteld, voordat de vorige was beantwoord. Ten slotte worden we het erover eens dat enkele leden van ons groepje bij een ‘kruishoutgroep’ van een andere afdeling, in het midden des lands, gaan kijken hoe daar gewerkt wordt.
Een paar weken later is het zo ver. We mogen bij de kruishoutgroep van de andere afdeling aanwezig zijn. Vooraf drinken de leden koffie en praten wat met elkaar. Tegen acht uur worden we verzocht in het zaaltje plaats te nemen. In het midden staat een tafel met vier stoelen. De veertien aanwezigen zitten in een grote kring daaromheen. Mevrouw Groenedael, die bij deze bijeenkomsten de leiding heeft, spreekt een kort gebed uit en licht aan de nieuwelingen (ons | |
[pagina 33]
| |
dus) de werkwijze toe: ‘De mensen in de buitenkring geven hun krachten door aan de vier mensen die direct aan de tafel gaan zitten en de binnenkring vormen. Die vier nemen ieder een uiteinde van het kruishout losjes beet en wachten verder af. Als er geesten aanwezig zijn, en ik zie dat ze er zijn, dan zullen ze waarschijnlijk via het kruishout hun boodschappen aan ons doorgeven. Mensen die vanavond voor het eerst aanwezig zijn,’ ze keek ons nu aan, ‘raad ik aan om niet meteen aan de tafel plaats te nemen. Bekijk eerst eens goed hoe het gaat.’ Mevrouw Groenedael blijkt dus medium te zijn, want ze kan de geesten van overledenen zien. Vooraf worden alle deelnemers verzocht om degenen die naast hen zitten een hand te geven en zo een ‘ring van kracht’ te vormen. Dan stappen vier willekeurige personen op en gaan aan de tafel zitten. Op de tafel ligt een karton met letters en cijfers, die hier niet in een cirkel geplaatst zijn, maar in rijtjes. In de rand daar omheen zijn een aantal verwantschapscategorieën zoals vader, moeder en grootmoeder aangebracht. Verder trof ik een aantal tijdsaanduidingen zoals ‘uur, uren, dag, dagen, week, 's morgens,’ en ten slotte de begroeting ‘goedendag’ aan (zie weer het elders afgedrukte voorbeeld). De vier aanzittenden nemen ieder een uiteinde van de latjes tussen hun wijs- en middelvinger en houden dit zogenaamde ‘kruishout’ ongeveer twintig centimeter boven het karton. Voor onze ogen beweegt het hout en lijkt het alsof de aanzittenden het volgen met hun armen. Het hout gaat het eerst in de richting van elk der vier deelnemers, die teruggroeten met een gesproken ‘goedenavond’. Daarna blijft het hout draaiende bewegingen maken. Het beweegt ook naar boven en naar beneden. Als de pen door het kruispunt van de twee latjes het karton raakt, roept een van de andere aanwezigen de letter, het cijfer of het woord dat aldus wordt aangetikt. De aangetikte letters vormen een boodschap, die een of meer geesten van overledenen aan de groepsleden willen doorgeven. Vaak is het een zo vreemde combinatie van letters, dat de boodschap niet duidelijk is. In dit geval blijft het hout zijn draaiende bewegingen maken zodat het lijkt of de aanzittenden hun spieren moeten loswerken. De leidster grijpt in en vraagt aan de in de ruimte aanwezige geesten: ‘Hoort dit groepje bij elkaar?’ Maar de armen blijven een halve minuut ronddraaien. Een van de aanzittenden probeert de situatie te redden door de geesten een vraag te stellen: ‘Heeft u een boodschap voor ons?’ Het hout beloont haar ijver door in haar richting te bewegen. ‘Moet hier iemand anders zitten?’ vraagt ze. Het kruishout antwoordt haar door op het bord het woord ‘ja’ aan te wijzen. De aangewezen vrouw wordt door een ander vervangen. Zodra de vier deelnemers in hun nieuwe samenstelling het hout weer hebben opgenomen, komt het in de richting van een jonge vrouw. Ze voelt zich blijkbaar gedwongen een vraag te stellen: ‘Bent u een bekende van een van de aanzittenden?’ Het antwoord krijgt ze prompt: Ja. Een ander vraagt: ‘Voor wie heeft u een boodschap?’ Het kruis beweegt zich weer in de richting van de jonge vrouw. Zij stimuleert de geesten hun boodschappen bekend te maken: ‘Zegt u het dan maar!’ Dan wijst het hout in snel tempo een aantal letters op het bord aan: berndus. Een aantal aanwezigen schrijven de letters op die bij het aantikken hardop worden genoemd. Iemand leest zijn aantekeningen voor: ‘Bernardus’. Hij heeft uit eigener beweging de naam aangevuld, want de A was niet aangetikt. ‘Dat zou op mij kunnen slaan,’ meent de jonge vrouw, die blijkbaar een grootvader met die naam had, want ze vervolgt met: ‘Opa, heeft u een boodschap voor mij?’ Het hout antwoordt met ‘ja’. ‘Wat is de boodschap?’ Het kruis tikt weer een aantal letters aan: knoopdoorhak-kenonodigbananbel. Iemand maakt ervan: ‘Knoop doorhakken, on(n)odig... en dat begrijp ik niet, bananbel of zoiets.’ De aangesproken vrouw begrijpt het ook niet en vraagt daarom: ‘Opa, wat bedoelt u daar precies mee?’ Als antwoord volgt: duurtlang. Maar het is haar nog niet duidelijk: ‘Welke knoop bedoelt u precies?’ snluss. Dat antwoord verheldert niet veel. Ten einde raad probeert de vrouw het nog eens: ‘Kunt u wat duidelijker zijn?’ Eerst wijst het hout het woord ‘oom’ en daarna de letters bernardus aan. De vrouw liet niet echt blijken dat ze een oom met deze naam kende. Maar wie laat zich nu door zijn neefjes en nichtjes ‘oom Bernardus’ noemen? Na zo weinig medewerking van de geest besluiten de aanzittenden geen verdere vragen te stellen. Het groepje bleek dus niet erg succesvol. De leidster stelt daarom voor dat de aanzitters weer hun plaats in de kring innemen. De man die de letters hardop noemt vouwt het kruishout samen, strijkt er met zijn hand langs. Dan maakt hij met die hand een slagbeweging, alsof hij een natte hand van waterdruppels ontdoet. Spiritisten menen dat ze zo de invloed van de vorige geest van het hout afnemen. Met ijzeren logica gaan ze ervan uit dat diens invloed dan in de hand zit. Dat wordt opgelost door de slagbeweging of | |
[pagina 34]
| |
het knippen van de vingers; daarmee wordt die energie uit de hand verwijderd. Vier andere deelnemers gaan om de tafel zitten. Het hout blijkt ineens heel actief: jalaatjegevoelspreken, dat wordt gelezen als: ‘Je laat je gevoel spreken. Klopt dat?’ Allen kijken naar de jonge vrouw, die nu in de zogenaamde buitenkring zit. Ze is het ermee eens. Maar ik kan mij niet voorstellen dat deze platitude een antwoord geeft op haar eerder gestelde vraag welke knoop nu precies doorgehakt dient te worden. Maar ik heb wel vaker gemerkt dat nietszeggende algemeenheden door veel spiritisten dankbaar als onvermoede antwoorden op concrete, brandende kwesties worden aanvaard. Lang krijgt men niet de tijd om daarover na te denken, want het hout draait alweer rond en tikt nu en dan op het bord. Eerst de letters N E, het woord ‘vrijdag’ en toen volgde iets dat op een geheimcode of een mij onbekende taal leek: dejehopvankanamafoeokaa (opvallend is het grote aantal A's). Niemand blijkt de boodschap te begrijpen. Iemand vraagt: ‘Wie bent u?’ Het antwoord luidt: debroerjebamasakal. Na de pauze gaan weer vier andere deelnemers rond de tafel zitten. Enige minuten later is er nog geen zinnige combinatie van letters aangegeven. Een van de deelnemers vraagt: ‘Is de groep goed?’ Het kruishout tikt het woord nee aan. ‘Wie moet eruit?’ Het hout gaat in de richting van twee dames, die voor het eerst aan de tafel zitten. Iemand vraagt: ‘Moeten deze dames eruit?’ ja, meent het kruis. Tegen de wil van gene zijde zijn aardse stervelingen niet bestand. De twee vrouwen nemen hun plaats in de buitenkring weer in. Het medium gaat nu zelf aan de tafel zitten. De andere opengevallen plaats wordt ingenomen door een bestuurslid, dat ook mediamieke gaven heeft. Dat blijkt te werken. In een ritmisch tempo worden de letters aangetikt. Ik laat ze hier voor de leesbaarheid volgen met spaties tussen de woorden: als u rustig bent dan kanGa naar eind1 de krachten beter verdeeld worden laten wij eerst eens de vragen onder de loep nemen. Nadat de letters tot woorden zijn gevormd en hardop zijn voorgelezen, stelt de jonge vrouw, die voor de pauze een aantal onduidelijke boodschappen had gekregen, weer een vraag. Ze zit duidelijk met een probleem, waarvoor ze vanavond nog de oplossing wil horen. ‘Hoe loopt het donderdag met me af in het ziekenhuis?’ Nu blijft het kruis niet zo lang ronddraaien. Achtereenvolgens wordt aangetikt: wat net is gezegd. Afgezien van de taalkundig knullige zin, blijkt de inhoud ook onduidelijk. Enkele aanwezigen kijken snel hun vorige aantekeningen door. Iemand vermoedt dat hij het juiste antwoord weet: ‘Dat is natuurlijk de knoop doorhakken.’ Het medium knikt met haar hoofd. De jonge vrouw kijkt wezenloos voor zich uit. De boodschappen die zij van ‘gene zijde’ krijgt, zijn niet zo eenduidig als ze wenst en verlangen van haar dat ze zelf beslissingen neemt. Daarvoor komen de meeste spiritisten echter niet; ze hopen dat de geesten aan gene zijde, op grond van meer inzicht in wat zich in de toekomst zal voordoen, voor hen moeilijke beslissingen nemen. Een oudere vrouw vraagt: ‘Word ik voor of na de feestdagen geholpen?’ (Blijkbaar betreft het een operatie en de vrouw bedoelt met ‘de feestdagen’ de naderende kerstdagen.) Het kruishout blijkt goed geïnformeerd, want de vrouw wordt terechtgewezen: u moet eerst een afspraak maken. ‘Dat is zo,’ beaamt ze, enigszins beschaamd. Ook zij kreeg niet een eenduidig antwoord en ook hier wil het kruishout geen voorspellingen doen. Evenals bij de vorige vragenstelster wordt de betrokkene ertoe aangezet om zelf actie te ondernemen. Anders gezegd: om niet passief af te wachten, maar zelf invloed uit te oefenen op de gang van zaken. Even is het stil en men kijkt elkaar afwachtend aan. Maar daar komt de volgende vraag reeds. ‘Waar is Wim Troost nú?’ wil een andere vrouw weten. Het kruis hoeft zich niet lang te bedenken en tikt aan: iedr komt op afgestemde plaats die hier | |
[pagina 35]
| |
is maar u moet een kaars branden by zyn phto.Ga naar eind2 Het kruis blijft ronddraaien en een van de aanwezigen denkt dat dit de kans is om nu met haar problemen op de proppen te komen. Het medium onderbreekt haar evenwel: ‘Nee nee, dit is nog niet het hele antwoord!’ (Blijkbaar weet zij vooruit wat er verder nog volgt.) Dan begint het kruis weer te tikken: en vraag om licht op zyn pad dieGa naar eind1 hy moet gaan. De vrouw die de vraag stelde voelt zich betrapt. Dat antwoord had ze zelf kunnen weten. Ik heb goed naar de bewegingen van het hout gekeken. Aanvankelijk leek het onwillekeurige bewegingen te maken. Maar in die gevallen dat zinvolle woorden ontstonden bleek een van de vier uiteinden duidelijk bij iedere aangetikte letter het eerst naar beneden te bewegen. Doordat een uiteinde ineens naar beneden gaat, is de kans groot dat de lange pen die door het kruishout steekt, het bord met letters, cijfers en woorden raakt. Echter vanaf het ogenblik dat het medium tot de vier aanzitters behoort, is duidelijk te zien dat het uiteinde dat zij tussen wijs- en middelvinger houdt, vrijwel altijd het eerst naar beneden beweegt. Ze kan de neergaande beweging veroorzaken door haar wijsvinger naar beneden te drukken. De voorzitter van de afdeling stelt een minder persoonlijke vraag: ‘Hoe kunnen we deze avonden beter laten verlopen?’ Voor ‘gene zijde’ maakt het soort vragen niets uit. Ook nu volgt het antwoord in ras tempo: zich instellen thuis en vragen om kracht foor (!) de avond mogen wy au (?) hier onze gedachteGa naar eind1 afstemmen op hogere (ineens eindigt de zin; het volgende sluit er althans niet op aan:) laten u alle(n) en wy uit (hier schoof het hout een paar maal uit haar vingers, alsof ze de macht erover verloor. Mogelijk wilde ze een andere keuze maken dan de andere deelnemers.) onze werel (bedoeld wordt: de geestenwereld) op de uitstraling naar al diegene(n) die nog zoekende zyn in onze wereld die nog in der(?) duisternis zyn daar kunnen jullie heel veel liefde naar toesturen. In beknopte vorm staat hier met kreupele zinnen een belangrijk onderdeel van de spiritistische leer. Volgens hen zijn gedachten krachten die we kunnen aanwenden om beter contact te krijgen met de geestenwereld en de hele kosmos. In die andere wereld dolen echter ook geesten rond, die niet in de gaten hebben dat ze het tijdelijke voor het eeuwige verwisseld hebben. Daarom leven ze ‘in duisternis’, met de illusie nog in aardse sferen te verkeren. Door hun liefdevolle krachten naar deze zoekers te sturen, kunnen spiritisten hun helpen ‘het licht te vinden’. Iemand uit de buitenkring vraagt: ‘Mogen we weten wie u bent?’ Het kruis reageert door hoog boven de tafel op te stijgen. Niet alle vier uiteinden gaan gelijktijdig omhoog. Het deel dat zich tussen de vingers van het medium bevindt, stijgt het eerst en de rest moet dan wel volgen. De jonge vrouw die de knoop moest doorhakken, raakt in vervoering: ‘Ooooh, dat is de reizende broeder!’ Van opwinding drukte ze haar handen ineen. Of zei ze ‘rijzend’ met ij, omdat het kruis zo hoog oprees? Ik zag het medium glimlachen. Het antwoord op mijn vraag komt vrijwel meteen via het kruis: de reizende broeder. De vrouw was verrast door de reactie van het hout, maar wist de symbolische beweging meteen te interpreteren. De reizende broeder zal dus wel eens meer langs zijn geweest. De vraag waar ik overigens mee blijf zitten is, of ‘de reizende broeder’ ook boodschappen doorgeeft als het medium níet het kruishout hanteert. De mannen zijn deze avond, zoals bij alle spiritistische bijeenkomsten, in de minderheid. Het aantal vragen door mannen gesteld is verhoudingsgewijs nog kleiner. Na de voorzitter komt er nog een man met een vraag voor de reizende broeder. ‘Blijft mijn vader alleen?’ wil hij weten. Het antwoord is niet kortweg ‘ja’ of ‘nee’, maar een tegenvraag: bent u bezorgd om hem. Duidelijk is te zien hoe het medium stuurt. Als de aanzitters blijkbaar niet met haar meewerken, zodat de pen niet die letters kan aantikken die haar uitkomen, dan houdt ze het kruishout zo hoog dat de pen het bord niet kan aanraken. Dan blijft het ronddraaien. Maar na enige tijd heeft ze de zaak weer onder controle en gaat het aantikken gewoon verder: hy word(t) heel e goede geholpen uit de geestenwereld heb vertrouwen. Ondanks het feit dat de vragensteller geen specifiek antwoord krijgt, toont hij zich tevreden. Het lijkt erop dat ‘de reizende broeder’ niemand een direct antwoord wil geven. In een aantal gevallen begint het kruishout niet met een ‘ja’ of ‘nee’, maar stelt eerst een tegenvraag. Is de geest van ‘gene zijde’ zo slecht van de aardse zaken op de hoogte? Of moet ik het allemaal veel subtieler zien, dat ‘de reizende broeder’ door middel van vragen stellen en cryptische opmerkingen de mensen tot nadenken dwingt? De volgende vragenstelster heeft zich aangediend. Zij heeft een ander probleem: ‘Heeft mijn zoon de juiste schoolkeuze gedaan?’ De reactie is weer een tegenvraag: | |
[pagina 36]
| |
wat dat moeilyk voor hem. Op het moment dat de laatste M is aangetikt kijkt mevrouw Groenedael, het medium, de moeder vragend aan. Die kan evenwel nog niet antwoorden, want de letters moeten nog eerst tot een regel worden gevormd. Maar voor het medium was de inhoud blijkbaar reeds bekend. Pas nadat de moeder heeft bekend het niet te weten, vervolgt het kruishout: maar denk wel alles wat je in de wereld (doet) daar moet je zelf achter staat(!) begryp je my. En het medium kijkt weer vragend in de richting van de moeder, weer voordat die begreep wat de vraag was. Het hout draait nog rond en nog voordat de moeder een antwoord kan geven, begint het weer letters aan te geven: wy gaan sluiten met de bede dat ieder in zyn bunnensten(!) moet kyken dan ieder mens wat je verwacht word(?) tot de volgende keer. En daarmee werd de bijeenkomst besloten. Na afloop zitten de bezoekers bij elkaar om de geschreven teksten die door het kruishout zijn ‘doorgegeven’, aan te vullen of over te schrijven. Zoals uit bovenstaande letterlijke weergaven blijkt, vertonen de teksten een aantal fouten: sommige zinnen zijn
Voorbeeld van ouija-bord, zoals wordt gebruikt bij kruis-en-bord
incompleet, de werkwoordsvervoegingen zijn niet allemaal juist, soms zijn de verkeerde letters aangetikt. Al deze fouten moeten hersteld worden voordat de boodschap geheel duidelijk wordt. Ook moeten de vragen die door aanwezigen gesteld zijn bij de antwoorden van het kruishout worden gevoegd. Mevrouw Groenedael heeft haar mantel reeds aangetrokken en met een joviaal ‘Tot de volgende keer’ verlaat ze het pand. Zij is blijkbaar niet geïnteresseerd in de volledige teksten. Waarschijnlijk is ze daarvan reeds op de hoogte. Maar daarom is ze toch helderziend? |
|