Hollands Maandblad. Jaargang 1991 (518-529)
(1991)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 17]
| |
SublimatieIk vermoed dat hij huilend schreef
aan zijn laatste sonate, dat groot
lied van afscheid. Schubert.
Omdat het niet helpt. Dat hij
weet heeft van liefde geneest niet
het vermolmd geslacht. Evenmin
kan hij sterven zoals hij zingt.
Wij ontkomen niet aan de schreeuw
die de keel vernielt, aan de slag
die de vuist verbrijzelt.
(Schubert, Sonate in Bes, D.V. 960)
| |
La foliaWanhoop zit wijdbeens aan de keukentafel.
Als ik haar, moede werkster, bezig laat
komt van mijn dagprogramma niets terecht.
Zij maakt een wind van onrust in het huis
zodat papieren vliegen, koude in de gangen
staat. Uit kast en laden haalt zij tover
en geplakt verdriet van vroeger, zonder
dat ik wil. ‘Als u vandaag de buitenboel
eens deed,’ zeg ik, verkleed als held. Haastig
sluit ik de deur waar ik dan duizelig
en hijgend tegen leun. Hoe lang nog tot ik
hand in hand met haar verdwijn, uitzinnig
dansend boven het ontvlamde veld?
| |
[pagina 18]
| |
Klein duetDe warme herfstzon in het park
kleurt stof en blaren donkergoud.
Terwijl wij gaan over oud gras langs
grind langs vijver langs plataan
slingert het lied achter ons aan.
Wat zwaarte heeft zakt weg: boom,
steen en aarde. Over twintig jaar
maakt dat wat niet in licht, niet
in gewicht te vangen is de tranen
los over oud vel, doet stijve
schouders schokken: teder spel
van stem om stem in stem.
| |
AndanteAls de tocht niet meer voert naar de
plaats waar alles weer goed komt,
wat houdt haar gaande? Rood zand
op het fresco verbleekt, troost verkleint
tot een blik, tot een handpalm.
Als niet wanhoop met windkracht tien
in haar rug staat, wat houdt haar in gang?
De straatstenen houden haar gaande,
ogen likken de gevels, de keel
is gulzig naar lucht. Haar houdt
in gang het plezierpaard lijf dat
geen halt verstaat. Haar hakken
slaan vuur uit de tegels. Dat zij gaat
houdt haar gaande. Zij gaat.
(Brahms, Sextet opus 18, deel 11)
|
|