Het had toen magisch geklonken en hij had onnozel geknikt. Hij had zich achter het stuur van zijn Chrysler New Yorker geperst en zich op weg naar het kantoor vanwaaruit hij zijn twaalf wasserettes regeerde afgevraagd wat dan precies die honger in zijn kop teweegbracht. De airconditioning van de auto had koele lucht langs zijn zwetende wangen geblazen. Hij was succesvol en hij hield van Bobby, ze hadden drie fatsoenlijke kinderen opgevoed die goed getrouwd waren, ze bewoonden een mooi huis met zwembad, ze reden in een Chrysler, een Dodge en een Jeep Cherokee, hij was een goed vaderlander en betaalde zijn belastingen en stemde republikeins, maar hij had een onvolkomenheid: hij woog driehonderd vijftig Amerikaanse ponden.
Alles wat hij at bleef aan zijn lijf hangen. En onderweg in zijn Chrysler, met de woorden van de diëtiste nog in zijn oren, turend over de weg die zinderde onder de gloeiende zon van Californië, had hij plotseling bedacht dat hij niet gelukkig was. Deze gedachte bracht hem in verwarring. Hij had de auto naar een parkeerterrein van een K-Market gestuurd en minuten voor zich uitgestaard. ‘Ik ben niet gelukkig,’ mompelde hij ontdaan. Hij had alles maar hij was niet gelukkig.
En meteen voelde hij zich schuldig dat hij zich niet gelukkig noemde. Bobby! - ze zou geschokt zijn als hij haar straks vertelde dat er iets ontbrak. Hij hield niet meer van haar. Of nee, hij hield nog steeds van haar, zeker, net als van hun kinderen en van zijn wasserettes en zijn auto's en huis en twee katten, maar er ontbrak iets. Mijn god, wat ontbrak er dan?
Het was nooit eerder tot hem doorgedrongen dat de dingen zo gecompliceerd waren. Hij wist niet wat hij miste. En daarom had hij honger, concludeerde hij met verpletterende helderheid.
Onwillekeurig bewoog zijn hand naar het contact, maar hij reed niet weg.
Ik weet niet hoe dat model eruitziet.
Twaalf maar? Ja, niet wasmachines: ruimte vol wasmachines. Heel lucratief, maar wat een leven. Wasserettes als venster op de wereld.
(de lezer schraapt zijn keel)
Ongewoon, dat ‘fatsoenlijk’ van een vader over zijn kinderen; heel koel voor een wasserette-eigenaar.
Jaja, republikeins; in kringen waar democraten voor rood doorgaan.
Rekenwerk: one pound = 450 gram, dus 350 is 315 pond, dus 162,5 kilo. Hoe dik zou dat er uitzien?
Aan zijn lijf hangen, of: in zijn lijf zitten?
Misschien toch hangen; al die kwabben.
Wat is toch zinderen? Nog altijd niet opgezocht.
Hoe is een K-Market, bijzonder of alledaags? Ik moet nodig weer eens naar Amerika.
Gestuurd? Hij ging toch zeker zelf mee, haha?
Dit is naar waarheid, het schuldgevoel; te meer omdat de zich ongelukkig noemende de neiging heeft de wereld en zijn naasten de schuld te geven - hoewel zij misschien evenmin gelukkig zijn. Breek mij de gedachten niet open. Doorlezen.
Aardig koel voor een conventionele Amerikaan, die gelijkstelling van Bobby en wasserettes en auto's. Zo zou hij het niet tegen de buren zeggen; maar hij ervaart het.
Zou dat niet beter verblindende kunnen zijn? Ik noem maar iets.
O heel mooi. In zo'n onvoltooid gebaar vereenzelvig ik mij met Freddy; en achter ons gaapt de hele wereld van we-gaan-maar, maar we gaan niet.