Hollands Maandblad. Jaargang 1991 (518-529)(1991)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 26] [p. 26] [Toon Tellegen Gedichten] Toon Tellegen A keek over de rand van een afgrond, werd duizelig en riep: B, neem die afgrond mee! B vouwde hem op, stopte hem weg en vroeg hoe zij A dan en of A eigenlijk nog wel - A krabde achter zijn oor - zij verwierpen een wolk, een tuin, een oceaan en vonden zich uiteindelijk in een steppe gelijk die van de Koeban - A zwierf daarin, B had gezorgd voor reusachtige afstanden, een onmetelijke hemel, leeuweriken en een enkele met stomheid geslagen Kozak of Kirgies, en als A riep dan was B er niet - zelfs niet voor zijn geestesoog, dat hadden zij zo afgesproken tot hun onuitsprekelijk verdriet. Een vlinder op de grond vloog op, een verbrand papiertje met een ziel - het laatste wat ik van haar zag ik weet het niet ik keek niet goed ik was reeds druk doende denkbeeldig mijn hoed mijn knellende hoed uit respect ik wilde mijn hoed voor haar wilde ik mijn hoed afnemen ik dankte de hemel en die zomerdag dat ik niet op haar ziel had getrapt het had gekund ik had naast haar gestaan ik had op de grond gestampt het was toevallig niet in de loop der dingen opgenomen geweest maar ook niet meer dan dat. [pagina 27] [p. 27] Ik zag twee mensen in elkaar verdwijnen, één mens liep weg - dat is een wet, zei een stem die van mijn stem verschilde als een naald van een hooiberg - de kakofonie, de kraaien op de draden langs de innerlijke rivier - als ik in mijzelf verdween wie zou er dan weglopen, welke vreemdeling zou dan verdwalen in mijn duisternis? Ik zag overal mensen, duizenden mensen die in elkaar verdwenen, iets anders zag ik niet. De man, de onhandige man die in de afgrond valt - klaprozen en voorouders die hem groeten: dag nazaat dag suizende nazaat en modderige voeten - die zijn gedachten te voorschijn haalt uit albums en schriften, ze vergroot en versnippert - de snippers vallen met hem mee, maar minder hard - hij nadert het punt - daar is het punt waarop hij zijn laatste dit is mijn laatste gedachte denkt die man dit is hem dus spookt door het hoofd van die man die onhandige man die soms even had geglinsterd als een rivier in de nacht hij suist en valt - verre verwanten groeten hem: dag verre verwant dag verre verre verwant! Vorige Volgende