Positief denken
Hennie Bekker
De kat heeft hyperventilatie, de cavia bevindt zich in een identiteitscrisis. Man is aan zijn tweede jeugd bezig en ik word geconfronteerd met een aantal rimpels, die mijn gezicht verveloos maken. Vriendinnen van me zijn tijdloos door het volgen van een goeroe of graven in onbespoten tuinen.
Ik doe nivea op, maar het helpt niet, het vet dringt zich door tot een zorgend gezicht.
Eén keer in de week ga ik naar een psychiater, die bezig is met mijn vorige leven toen ik nog een kaaps viooltje was.
We bevinden ons in een poel van grijze haren en het wordt er niet beter op.
Soms verlang ik naar de tijd toen mijn kinderen nog klein waren. Je moest niks, je mocht de hele dag met een kinderwagen heen en weer lopen en de problemen waren voor een ander.
Ik heb wat in parkjes gezeten.
Om vijf uur nam je een pilsje, kregen zij een ijsje en wanneer zij jankten smeet je ze in een kinderwagen en voerde je ze af.
Urenlang konden we een verhandeling houden over onze kinderen. We hadden allemaal wonderkinderen.
De een was nog vlugger dan de ander.
Mientje heeft twee tandjes en ze is pas drie maanden.
Er werden zelfs kinderen met tandjes geboren.
Het was het enige dat we hadden om over te praten.
Een enkele keer gooide een moeder het eens over een andere boeg, maar zij werd direct afgetroefd door eentje, die vertelde dat haar Godeliefje papa zei, terwijl haar kind nog maar amper kon kruipen.
Pas toen ik ben gaan werken begonnen de problemen. Bejaardenverzorgster met onregelmatige diensten.
Ik moest gaan organiseren en als ik ergens de pest aan heb is het wel aan organiseren.
Nu heb ik geen baan meer.
Ik tik, maar volgens man is dat geen baan.
Ik doe in ieder geval iets en voel me bijna gelukkig als ik aan de schrijftafel zit.
Het is fijn om een doel in het leven te hebben, wanneer de kinderen de deur uit zijn en man van negen tot zes werkzaamheden buitenshuis heeft.
We zijn een beetje verloren, maar vinden onze weg wel.
Soms doe ik een luie gymnastiekoefening of loop tot grote bewondering van de dochters een beetje trendy over een eenzame boulevard.
Heel beauty met zorgzaam aangebrachte make-up.
De dochters zijn verpletterend mooi en man is lief en reuze aardig.
In vrijwillige eenzaamheid probeer ik dingen te schrijven.
Hoe depressiever ik ben hoe beter het verhaal.
Moedig sla ik aangeboden kopjes koffie af.
‘Nee, dank je, ik moet schrijven.’
Op zonnige momenten zit ik op een terras en deel koffie uit aan hen die ik liefheb.
Jankend van woede kan ik door het huis lopen, omdat ik te stom ben om een correctietape in de tikmachine aan te brengen.
Van poetsen heb ik ook geen kaas gegeten en dat valt op in een rij familie, die zemend door het leven gaan.
Het schijnt dat sommige mensen mij aardig vinden.
Zo lekker spontaan en altijd bereid om te luisteren.
Zelf vind ik dat ik te veel vertel, het lijkt wel of er geen enkele controle op de stembanden is.
Ik lul altijd urenlang over positief denken, omdat mij dat zo geholpen heeft.
Man ziek, Katrien? Positief denken.
Straatvrees Irma? Denk erom blijf positief.
Zelf ben ik ook positief.
Als het warm is neem ik temesta, als het koud is een extra deken.
Ik vreet bieten met runderlap en een saroma puddinkje toe. En was tegenwoordig direct na het eten af.
Soms geef ik een plant te veel water, die man dan demonstratief in de vuilnisbak gooit, maar verder hebben we een goed huwelijk.