De vuurlinie
Er zullen niet veel voorstanders van de Golfoorlog bekeerd zijn door de vredesbetogingen voor en na het begin van de vijandelijkheden. ‘Geen bloed voor olie’. Waarvoor dan wel? Nergens voor? Als dat de opvatting is zou het beter zijn het zo te zeggen.
Wat betreft het pleidooi voor een langere duur van de economische sancties om Saddam Hussein tot bedaren te brengen, daar waren allerlei argumenten tegen.
Dus de voorstanders bleven voorstanders, maar de vredesbetogers waren op minstens één punt in het morele voordeel. Wat hebben wij, die zelf geen gevaar lopen van een oproep in de bus, voor recht om anderen naar de vuurlinie te sturen? Keurtroepen zijn ijzervreters, die vinden het niet erg; van vrijwilligers staat minder vast dat zij er nog zin in hebben, en de meeste dienstplichtigen zijn slachtoffers.
Maar gaan jullie maar, redeneren wij blijkbaar, want wij hebben onze opinie gevormd, luidende dat Saddam alleen voor geweld zal wijken, en daarmee is jullie plicht aangegeven.
Nee, zo moet het niet gezien worden. Het beleid tegen zulke gevallen als Saddam wordt door regeringen vastgesteld in bovenpersoonlijk overleg, dat deze keer ongewoon zorgvuldig geweest is. Als hij de olievoorziening bedreigt moet besloten worden of de risico's en de kosten van een militaire actie verantwoord zijn. Dat er doden bij zullen vallen is een consequentie die respect verdient maar die niet als een criterium meetelt bij de besluitvorming.
Wij particulieren met onze zorgen over leven en dood blijven marginaal. Wij maken geen verschil, dragen geen verantwoordelijkheid en hoeven ons niet schuldig te voelen.
Misschien zouden wij meer verschil maken als wij de vredelievende kant gingen steunen, in het idee dat de vijand eigenlijk een geschikte kerel is en dat de voornaamste fouten van karakter en beleid bij ons zitten.
Dat lijkt te weinig op de werkelijkheid, dus wij blijven bij onze opinie; wij blijven
voorstanders, op een gezellige avond soms met stemverheffing.
Vervolgens komt weer, met of zonder het beeld van de vredesbetogers, de verdenking op dat wij peinzend in onze werkkamers besloten hebben dat het tijd wordt om enkele honderdduizenden mensen in levensgevaar te brengen.
Wat een onbehagen! - maar de oplossing is eenvoudig.
Ga dan zelf.
J.J.P.