luid: zingende vogeltjes, razend verkeer, gezaag in de bossen.
Tussen de olievaten stond een raaf.
Raaf: - Het is groot maar hier heel klein.
Ik: - Amerika.
Raaf: - Hoe kun je het beste de wereld laten zien?
Ik: - De wereld laten zien...
Raaf: - Twee punten voor jou.
Ik: - Wat?
Raaf: - We hold these truths to be self-evident.
Ik: - Paus Gregorius I zegt: Het is geen verdienste iets te geloven waaraan de menselijke rede bewijsgrond verleent.
Raaf: - Eén punt voor mij. Wat zijn de verschillen tussen een raaf en een hamer?
Ik: - Een hamer?
Raaf: - U bent goed op dreef vandaag. Laatste ronde. Als U de vraag goed beantwoordt mag u aan een hendeltje trekken. Als u het niet weet mag u grabbelen. Als u verliest krijgt u een verrassing waarvoor u zich even moet omdraaien.
De raaf stak van wal. Het waren twee uit een nieuwe serie paradoxen van Zeno.
Achilles en de schildpad houden een hardloopwedstrijd. Wie zal er het eerste zijn? De schildpad zegt hij. Achilles gelooft dat hij de schildpad wel kan inhalen. Het startschot klinkt: in één stap is Achilles voorbij de schildpad en hij wint de wedstrijd. Hoe kan dat?
En de tweede:
Achilles rent en hij rent, maar hij komt toch vooruit, hoewel hij elk afzonderlijk en ondeelbaar moment staat te slapen. Als hij aankomt staat de schildpad met een bordje soep op hem te wachten: - Waar bleef je nou?
Ik dacht hard na. Een politieagent bekeurde mij: - U dacht té hard na.
Maar het antwoord wist ik niet.
- Is het soms een strikvraag?
Ik kreeg al aardig honger.
Plotseling werd het heel erg koud en droog en dag. Een vlakte van dode bloemkolen verrees.
De zon ging op, de zon ging onder. Aan het bloeddoorlopen oog van de horizon verscheen een atmosferische storing.
Over de steden, de schaafwonden op het land, waar jullie 's nachts slapen, verscheen uit de kaken van het firmament een luchtspiegeling. Tenminste, dat dacht ik. Het zou net zo goed echt kunnen zijn geweest.
Een banket als een reis. Een mad eat party, met een varken, uitgepuild, mandarijntjes in zijn oogkassen, en toe een pudding gemaakt van het beste stuifzand, zaagsel van Britse eiken en stof uit hoekjes in kastelen aan de Loire, alles opgediend door serveerstertjes als struisvogels. Een van hen liet uit de goedheid van haar hart mij haar borsten zien.
Een ongelukkige man zonder benen zwaaide voor een aalmoes een koffiebekertje in mijn gezicht.
Have mercy! dacht ik. Hij zei niks en liep door op zijn vuisten.
De luchtspiegeling bleek niet langer bestand tegen mijn logica. Zij verdween en maakte plaats voor een vitrine bij een metrostation met daarin een maquette van een Duitse stad. Op de voorgrond paarden, één liggend. Daarnet hadden we die paarden ook al gezien, in het echt, maar dan, naar verhouding, veel kleiner. De Brandenburger Tor stond in het midden. Daarachter tempels en daar weer achter stonden soldaten. Ze waren aan het schieten op iets wat we niet konden zien. We zaten nu, afgaande op de maquette, in een wijk van halfhoge flats. Op een veel te kleine vierbaanse weg had men een circusstoet neergezet.
U bent nu hier...
Daar stond ik! Ik begon naar mijn miniatuur te zwaaien. Ik keek omhoog. Daar stond ik nog een keer, in een reusachtige uitvoering! Ik stak mijn hand op, als een reflex, want hij zwaaide naar me. Dubbelgangertje en dubbelgangerte!
Vanuit de hemel kwam een enorme rode pijl gespoten.
We waren heel ver van het centrum, en dat was waar ik naar toe moest. De koetsier nam afscheid. In de zegekar op de Brandenburger Tor lag mijn schriftje. Opeens wist ik het zeker. Niet in het vliegtuig.
Dit laatste is onzin. Ik weet nog heel goed de omstandigheden waaronder ik het schriftje kwijtraakte. Prijs gaf aan mijn eigen vergetelheid. Het was op het vliegveld. Ik was aan het wachten, wachten, wachten, op het vliegtuig om te vertrekken. Om de tijd te doden ging ik naar de cocktaillounge om een cola te drinken. Daar las ik een boekje. Ik werd aangesproken door een belendende kruk met amfibieënogen.
- Are you studying the Upanishads?
- No, I'm reading them.
- So you're just perusing them.
- No, I'm reading them.
- Oh, that's what I call perusing.
Ik was hierdoor zo geaggraveerd dat ik het schriftje in het vliegtuig vergat, nadat ik bovenstaande conversatie erin had opgeschreven. Maar wat erin stond heb ik nou wel zo'n beetje weer.