Hollands Maandblad. Jaargang 1978 (362-373)
(1978)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 44]
| |
Ruimte en tijd‘Jij mag alles in mij kwijt’
zei de Ruimte tot de Tijd.
‘En? Wat moet ik dan beginnen?’
‘Waarom kom je eerst niet binnen?’
En zo zeurt het stel al jaren
zonder dat het komt tot paren.
Moraal:
Als de tijd het al niet kan,
lieve lezertjes, wie dan?
| |
Het vlees en ikEr drijft een meisje in de sloot.
Volgens haar mondje is ze dood,
maar volgens haar palingen en wormen
leeft zij voort in wilde vormen.
Wat eens de eendjes had gevoed
doet nu haar best voor 't woest gebroed.
Ik zie niet waar het dansend kind
ophoudt en hun dans begint.
Nu legt ze met een dode hand
haar vlees terug in mijn verstand
zodat zij die van neus tot naad
nog nooit bestaan had, nu bestaat.
Moraal:
Treur net zo flink om wat vergaat
als om wat al dan nooit bestaat
of:
Lees - als jij mij wilt verstaan -
niets, maar kijk eens iemand aan.
|
|