De Hollandsche Lelie. Jaargang 21
(1907-1908)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 789]
| |
De jongens en de mannen beiden,
De meisjes, vrouwen, alle liën,
Ze lachten en ze riepen luide:
‘Wie heeft zoo'n schepsel ooit gezien!’
Dan komt er bij een oude diender,
Die - achterlijk in de cultuur -
Fluks uitroept: ‘wel, dat mensch is man'lijk,
En naar kleedij en naar postuur!’
‘Wat doet hij dan in vrouwenkleeren?
Ik breng de vent maar naar 't bureau!’
Doch... daar ontdekte men al spoedig,
Dat 't wèl een vrouw was, sapperlo!
Terstond liet men haar toen weer loopen;
Men is er steeds nog van ontsteld,
Daar men tot heden d' echte vrouwen
Gansch anders zich had voorgesteld!
(Vrij naar het Duitsch) A. P.K.
|
|