De Hollandsche Lelie. Jaargang 21
(1907-1908)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdOver Toilet
| |
[pagina 734]
| |
De voorname Grieken hadden eigen baden in hun woningen. De openbare baden waren meer voor den middenstand bestemd. Hoewel de leerscholen (gymnasiums van gymnos = naakt) voor jongens en meisjes geen afscheiding maakten tusschen de naakte jongens en meisjes, waren er, naast misschien gemengde baden, ook afzonderlijke vrouwenen mannenbaden. Uit verschillende afbeeldingen blijkt, dat men in die badplaatsen zich ook geheel naakt vertoonde zonder eenige bedekking, wat zeer zeker de kunst ten goede kwam, waar men gelegenheid had om voortdurend het schoon van den naaktmensch, - zoo man als vrouw - te bestudeeren. In den eersten tijd werd in Griekenland slechts in koud water gebaad en moest dit van zelf de versterking en harding van het lichaam ten goede komen, vooral daar ook straal-douches konden gegeven worden. Slechts langzaam kwam men tot warm water. Deze wijze van baden vond zelfs in den eersten tijd geduchten tegenstand omdat zulks als verwijfd beschouwd werd. Van het een kwam men op het anderen. Reuk wateren en zalven deden het hunne. De zindelijkheid verloor naarmate de zinnelijkheid moest worden verhoogd. Het verfrisschende, kalmeerende bad, dat den mensch sexueel in rust bracht werd vervangen door de prikkels van koesterende warmte en opwekkend aroom. Juist, omdat in den beginne het baden, het reinigen en verfrisschen, het stalen en sterken bij de Grieken doel was, was de aanleg en de inrichting der badplaatsen eenvoudig, veel eenvoudiger dan die der latere Grieken, en die der Romeinen. Dat de staat overtuigd was van het nut der baden vindt wel bewijs door het recht van het bezit, dat de staat zich toeeigende. Eerst in lateren tijd werden zij privé eigendom. Voor alles werd in het Grieksch Gymnasium het lichaam met zorg ontwikkeld. De gymnastische oefeningen waren evenredig aan den leeftijd. Er werd geen krachtsontwikkeling gevorderd welke boven het vermogen ging van het kind, van den jongeling en van het meisje. Niet in de volle beteekenis van sport moet men de gymnastiek der Grieken opvatten. Zij werd ‘ook in al haar vormen van het kinderlijke balspel tot den worstelstrijd der Epheben en der mannen’, als middel tot opvoeding, en daardoor als eene belangrijke aangelegenheid van het volk, beschouwd. Op dezen grond hadden de Olympische spelen zulk een hooge beteekenis voor de Hellenen. Dit volk leefde voor de schoonheid en was bij alles bedacht deze te verhoogen. ‘Olympische spelen en danslessen op afbeeldingen toonen hoe beide geslachten de ontwikkeling van hun persoonlijkheid in eene goede richting beoogden en dit met een ijver, welke zelfs voor ons die vermeenen de dragers der beschaving te zijn en trotsch zijn op hetgeen de 20e eeuw voortbracht nog als voorbeeld kunnen gelden. Het is nog de vraag of wij ons wel wezenlijk beroemen mogen in vergelijking met de Grieken van de zoo ver achter ons liggende eeuwen ten opzichte van de esthetische gymnastiek zoo ver vooruit te zijn.’Ga naar voetnoot1) Jammer genoeg heeft juist de kleeding in vele opzichten de zorg voor het lichaam verdrongen. Naarmate men meer lette op den bolster ging de aandacht voor de kern verloren. Het werd zoo iets van de gepleisterde graven. De schoonheid der lichaamsvormen ging schuil onder wat de mode in de kleederbedekking bedacht, of, begon er onder te verwelken. De Italiaan verkeert daaromtrent onder de gelukkigste omstandigheden. Reeds bedeeld door de natuur met een symetrische lichaamgestalte en een edelen gelaatsvorm begunstigen ‘het gunstige klimaat, een matige leefwijze, minder gebruik van dierlijke voedingsmiddelen, de voorliefde voor baden en het niet dragen van insnoerende kleedingstukken bij het vrouwelijke geslacht, zooals het korset, de ontwikkeling van fraaie lichaamsvormen’. Zeer zeker neem ik niet de handschoen op voor de hobbezak, maar de wespentaille vindt evenmin genade in mijn oogen. Een rond middel, waarin dikwerf de vrouw haar ingewanden perst is steeds het bewijs, dat het corset meer kwaad dan goed doet. Het corset moet steun geven meer niet, en het inbuigende verlengstuk, aan de voorzijde tegenwoordig aangebracht, vervormt ten eenenmale het lichaam, dat van achteren uitbult om van voren intevallen, en aanwijzingen te doen, welke naar de zeden onzer dagen on- | |
[pagina 735]
| |
kiesch kunnen genoemd worden. De taille moet ovaal zijn, van natuurlijke afmetingen en hoezeer goed gevuld toch fijn en teer; in Turkije en in het heele Oosten behoort een en ander tot de eerste voorwaarde van een fraai vrouwentype. Een enkel oogenblik is er kans geweest, dat de goede Grieksche oude tijd zou herleven. De vrijheid werd in het laatst der vorige eeuw in alle richtingen gepredikt en er kwam ook revolutie in de mode, maar van het eene uiterste verviel men in het andere. ‘Terwijl de mannen zich tot aan den mond inpakten en daarentegen met de bloote heupen en de beenen op leelijke manier te kijk liepen, - men denke slechts aan de Sausculottes, - brachten de vrouwen de Grieksche mode weder in eer, zonder echter den edelen Griekschen zin voor schoonheid van hare zusters overgeërfd te hebben. ‘Zij liepen gedecolleteerd tot aan de borsttepels, en hielden bij het loopen de rok koket naar voren op, de dikwijls nu juist niet sierlijke kuiten tot aan de knie aan de spotlust blootgevend. ‘De Rococotijd moge dan overdreven en bespottelijk zijn geweest, - er was toch drang in om tot het natuurlijke terug te keeren.’ Helaas, het werd hoe langer hoe erger, en.... verkeerder. Thans wordt door Duncan en hare aanhangers opnieuw de Grieksche schoonheid van het lichaam en zijne bewegingen gepredikt en gepropageerd, maar we staan te ver af van den natuurmensch, om weder natuurmensch te worden, er buiten gelaten het geheel onbedekt laten van het lichaam. Getracht moet worden om de kleeding van dien aard te maken, dat het lichaam er zich natuurlijk onder kan ontwikkelen; in elk geval moet de ontwikkeling krachtig in de hand gewerkt worden. Hoofdzaak moet het lichaam blijven; bijzaak de kleeding. A.J. SERVAAS VAN ROOYEN. 's Grav., 14/3 1908. Het is in het belang der Lelielezeressen zich, bij het gebruik maken van adressen, te beroepen op deze correspondentie in dit blad. | |
Correspondentie toilet.Mevrouw van N. - Wij zullen over deze uitstekende firma uitvoerig schrijven. Zij verdient het inderdaad. De andere questie is niet geschikt voor publiciteit. Redactrice toilet. |
|