maatschappij’, om met Ibsen te spreken, in hun studententijd een walgelijk en jammerlijk laag bij den grond leven leiden, regeeringsleden, juristen, doktoren, en dominees, dan krijgt men geen hoogen dunk van het mannendom, dat belast is met de handhaving van orde en wet, en zedelijkheid, en godsdienst, enz. enz.
Gij moogt mij dan ook gerust zooveel en zoo dikwijls schrijven als gij wilt, over de onderwerpen die U interesseeren. Dat is volstrekt niet te veel gevergd van mij. Integendeel. - Gij hebt wat langer op mijn antwoord moeten wachten dan gij U hadt voorgesteld, blijkens Uw brieven; dat komt omdat er zooveel correspondentie is. -
Tooneel. - Gij geeft mij geen pseudoniem aan, en gij hebt zoo dikwijls verwisseld van pseudoniem in vroegeren tijd, dat ik waarlijk niet weet hoe ik U moet aanspreken. Ik koos daarom maar als pseudoniem het onderwerp waarover Uw brief handelt, in de hoop, dat gij U-zelve zult herkennen. Als gij mij dat eens bij gelegenheid wilt laten weten, zult gij mij veel genoegen doen.
- Ik moet beginnen met U hartelijk te feliciteeren met het voor U zoo aangename bericht, dat gij mij mededeelt. Ik zou denken dat de aanname van Uw stuk, door dat tooneelgezelschap, dat over zoo goede krachten beschikt, voor U een groote aanmoediging zal zijn, en ik zou het zeer aardig vinden, indien ik de eerste opvoering ervan kon bijwonen. Daar ik inderdaad over eenige weken in Holland zal zijn, is daarop alle kans, indien gij het mij bijtijds laat weten. - Ook de voltooiing van Uw roman zal U zeker satisfactie hebben gegeven. Ik ben benieuwd te zijner tijd van U te hooren of de uitgever, dien gij het ter lezing aanbiedt, het zal accepteeren. Zoo ja dan zijt gij in goede handen. - Neen, ik had U niet ‘afgesneden’, ik dacht integendeel, dat gij het mij hadt gedaan vanwege dien teruggezonden brief. Dus, ik ben blij, dat de zaak zich heeft opgehelderd; lichtgeraakte menschen vind ik altijd moeilijk te bevredigen, zoodat het prettig is te zien, dat ik mij vergiste, en dat gij uit een geheel andere aanleiding dan lichtgeraaktheid hebt gezwegen zoo langen tijd. - Met U geloof ik, dat men bij het aanbieden van tooneelstukken steeds is blootgesteld aan zulke onaangename ervaringen als gij opdeedt, omdat het inderdaad onvermijdelijk is, dat zulk een stuk ouder véél-oogen komt en door véél-handen gaat. - Mijn raad is dan ook alleen bedoeld in dezen zin: Geef hetgeen gij schrijft niet zonder noodzaak, in goed vertrouwen op de eerlijkheid van den lezer, uit Uw handen, met het oog op de mogelijke gevolgen, dat hij Uw denkbeelden steelt, en verwerkt. Maar enfin, die vervelende geschiedenis is nu goedgemaakt door Uw succes bij dat tooneelgezelschap. Nogmaals zeer gefeliciteerd.
Felix II. - Van U heb ik twee brieven te beantwoorden. - Gij zijt het eens met mij over vrouwenkiesrecht, behoudens iets in mijn redeneering, dat gij ‘onlogisch’ vindt, zonder nader te omschrijven wat gij bedoelt. Dientengevolge kan ik dat niet nagaan. Wat visites-maken betreft, ja, dat vind ik een van de onbeduidendste en onmogelijkste manieren om den tijd zoek te brengen, die ik ken. Dat de menschen er om die reden toe gekomen, zijn bij wijze van afdoening een ‘jour’ in te stellen, kan ik dan ook wel begrijpen, maar als men veel kennissen heeft moet men op die wijze elken dag eenige jours afloopen, en heeft nog niet eens de hoop de persoon in questie niet thuis te zullen treffen. - Ik heb iemand gekend in den Haag, die het op die manier in haar eigen oogen heel druk had, en met aandoenlijk ‘plichtbesef’ sprak van de verschillende ‘jours’ die ze week aan week bijhield, harer eigene bekenden, en die harer moeder. Alleen reeds het haar hooren spreken erover maakte me al wee bij de voorstelling van zulk een bestaan. - O zeker, een gezellige drukte, op reis, zie ik-óók heel graag. Er valt dan heel wat op te merken, en zich mee te amuseeren. - Wat heb ik moeten schaterlachen om die beschrijving Uwer lotgevallen, in Uw eersten brief.! Weet U wel, dat iemand daarvan een leuk tooneelstukje of zoo iets zou kunnen maken, zoo typisch kleinsteedsch! Intusschen ben ik blij, dat het U zoo goed gaat in Uw werkkring, aanvankelijk. Wat Uw tweeden brief aangaat, ja, ik heb, geloof ik, wat meer kennis van het R.K. geloof dan de meeste protestanten die er over oordeelen, vooral de moderne protestanten. Maar toch maak ik niet de minste aanspraak er over te kunnen meespreken in dieperen zin. Ik vind dat de Kerk, de instelling, prachtig is uit een oogpunt van macht, invloed, van kerkgenootschap. Maar ik persoonlijk geloof dat
God niet behoeft te worden gediend in welk kerkgenootschap ook. Dat alles is menschengedoe m.i. -
Gij hebt groot gelijk, dat gij in Uw brieven aan mij ook nu en dan gewoon en gezellig schrijft, en niet alleen over ‘gewichtige’ dingen. Ik denk daarin juist zooals gij: het leven geeft ons in dat opzicht al meer dan genoeg ‘gewichtigs’ soms. Het verhaal van Uw ‘Frits’ vind ik echt iets voor een hond. Als ik U op dat punt van de onzen ging vertellen, zou ik Lelies achtereen kunnen vullen. Hondentrouw is waaldijk geen phrase, maar een van de meestwaarachtige waarheden die ik ken.
Mevr. P. - Ik weet niet of U op Uw briefje antwoord verwacht, wil U om zeker te gaan in elk geval zeer daarvoor danken, en voor Uw ophelderingen aangaande onze vroegere kennismaking als kinderen. De familie bij wie het is gebeurd, herinner ik mij heel goed; maar niet, dat ik er ook op visite kwam, omdat ik ouder was dan die meisjes die op school dan ook in een lagere klasse zaten. De jongste was zoo'n heel mooi kindje; is later naar ik heb gehoord getrouwd. - Territit is nog een heel eindje van onze vroegere woning in Clarens; dus begrijp ik best, dat U in die paar dagen geen tijd hadt tot komen hooren naar mij. Bovendien, bij een besmettelijke ziekte als typhus, zou dat misschien niet eens voorzichtig zijn geweest, ten opzichte van Uw reisgezelschap. Ik dank U zeer voor Uw vriendelijk briefje, en voor Uw goede wenschen, en woorden over de Lelie, en ik hoop dat ik U dan nog eens mag ontmoeten te eeniger tijd, en dat wij dan onze jeugd-herinneringen zullen ophalen. -
ANNA DE SAVORNIN LOHMAN.
Sluiting red: ged: