II.
Voor Regina
Ik zal U eens iets van mijn geloof, of liever van mijn ongeloof mededeelen, dan zult U daaruit tevens vernemen waarom ik geen voorstander van de R.K. Kerk ben.
Laat ik beginnen te zeggen dat ik mij hiertoe zet om reden U schrijft:
‘Niet alleen lezen couranten en tijdschriften van één richting, maar ook de zuivere R.K. richting.’
Ik ben zeer orthodox opgevoed; misschien wel tengevolge daarvan geloof ik nu aan niets meer en ben ik volslagen atheïst. Hetgeen ik als kind leerde begon ik later aan de feiten te toetsen en de uitslag was niet altijd bevredigend. Ik zag zooveel goeds van z.g. ongeloovigen en zooveel kwaad van z.g. geloovige menschen; bovendien was het mij nooit recht duidelijk waarom mijn geloof juist het ware moest zijn. Toen kwamen de jaren van twijfel, verreweg de ongelukkigste. Ik had zooiets als wist ik geen weg te vinden en na lang denken en veel lezen, maar vooral door veel opmerken, kwam ik tot het resultaat als boven vermeld, waarmede ik allerminst wil zeggen ik het bij het rechte eind heb, doch ik voel me gelukkig.
Het spreekt vanzelf dat bij dat onderzoek ook de R.K. godsdienst ter sprake kwam. Veel goeds, veel opoffering zag ik daar, maar ook veel kwaad o.a. het door de geestelijkheid zich mengen in intieme aangelegenheden, waardoor voor altijd een familiebreuk, dikwijls tusschen man en vrouw, ontstond. Dergelijke gevallen zag ik zelfs zeer vele malen. Edoch dat was voor mij, bij al het goede dat ik zag, geen reden om het R.K. geloof te veroordeelen. De geestelijken die zulks deden konden immers onhandig te werk zijn gegaan, al deed dit ook niets aan de feiten zelf af. In mijn protestantsche omgeving echter hoorde ik menigmaal tegen het katholicisme waarschuwen, doch op mijn vraag waarom? bleef men immer een voor mij afdoend antwoord schuldig.
Tot op een goeden dag een mijner kennissen bij mij kwam, zeggende: ‘Jij vraagt me altijd waarom ik zoo tegen het R.K. geloof ben, welnu lees dit werkje en zeg me dan je opinie.’ Hij gaf mij een brochure waarvan ik den titel hieronder vermeld en na haar gelezen te hebben moest ik mij geslagen verklaren. Sedert vindt het katholicisme in mij geen voorstander.
Uit die brochure toch leerde ik de richting van dat geloof onvervalscht kennen en vond er zeer veel in dat mij, om het zacht uit te drukken, tegenstond.
Ik moet hieraan toevoegen dat waar ik op het punt van lektuur tegenover meisjes zeer liberaal ben, ik deze brochure beslist zou weren, al zijn dan ook al de daarin aangehaalde stellingen authentiek.
Niets zal mij aangenamer zijn dan dat u den slechten indruk, door het lezen der brochure teweeggebracht, bij mij tracht weg te nemen door een zuivere weerlegging van hetgeen in dat werkje zoo tegen de borst stuit.
De titel luidt:
Uittreksels uit de door de pausen Gregorius XVI, Pius IX en Leo XIII ex cathedra als richtsnoer voor de R.K. Kerk gesanctionneerde
MORAAL-THEOLOGIE
van den h. Dr. A.M. de Liguori en het ontzettend gevaar daarvan voor de zedelijkheid der volken, door Robert Grassmann.
329000e uitgaaf
A.H. ADRIANI, Leiden, f0.75.
SALUTANT.