De Hollandsche Lelie. Jaargang 21(1907-1908)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Een kus... door M. H. du Croo. Un baiser, mais à tout prendre, qu'est-ce... Ze was zoo jong nog - en haar haren Stoeiden nog vroolijk om haar hoofd, Toen heeft ze op een stillen avond, Haar zoete hartestem geloofd. Hij was zoo slank - en in z'n oogen Scheen er een kleine, held're ster, Die glansde toen in al haar droomen - - Nu zijn die droomen wonderver. Ze was zoo jong - en onbegrepen Hing heel haar jonge hart aan hem En stille zonken toe haar oogen Bij 't fluist'ren van z'n zachte stem. Hij was haar God - en op een avond, Toen heel de lucht in glorie stond, Nam hij haar bevend in z'n armen En kuste hij haar kleinen mond. Zij was zoo jong - en in haar hartje Joelde haar jonge liefde rond... Dan... 's avonds voor haar kleinen spiegel Bekeek ze lang haar rooden mond. Hij was haar lief - hij was haar alles - Hij heeft haar hart zoo droef gewond... Nu is ze oud... maar altijd gloeit nog Het plekje op haar kleinen mond. Vorige Volgende