Tweeërlei roeping.
Het kindje, blank kopje blond met groote, blauw-starende, lief-vragende oogen, als overweldigd door al de indrukken, die het leven hem biedt, lachend de eerste zoete lachjes, het fijne mondje half open, stamelend lieve geluidjes van teere klanken, speelde met de handjes, trappelde met de voetjes, was geen oogenblik stil op het kussen, waarop ze hem had neer gelegd dicht bij haar.
Lief, mooi, teer, fijn kindje van bijna vijf maanden... Zij zat aan haar schrijftafel en schreef, de hand onder het hoofd, probeerde te werken, als in den tijd, voordat het kindje geboren was.
Maar het ging niet...
Ze probeerde het telkens weer, maar te vergeefs, vruchteloos...
Ieder oogenblik strekte hij zijn handjes naar haar uit, kraaide haar toe in zoo lieve geluidjes, dat zij, gehoor gevend aan zijn onweerstaanbare liefheid, bij hem op den grond knielde en met hem speelde.
Dan was hij in zijn schik, haar in zijn onbewust kinder-egoïsme geheel voor zich alleen eischend.
Maar wanneer ze dan zoo'n heelen morgen spelende had doorgebracht, dan werd ze gekweld door het verlangen, dat naast dat, om een goede moeder te zijn, in haar leefde, het verlangen om te schrijven, weer te geven in mooie taal de indrukken, die haar telkens bemeesterden, leven van haar ziel, dat haar als 't ware even sterk riep als het kindje met zijn lach.
Nu sliep het kindje, maar nu was ze te moe... - Neen daarvoor moest ze haar geest dadelijk 's morgens na het ontwaken helder houden, onbeinvloed door allerlei geluiden van het leven.
En den morgen daarop besloot ze te werken. Zoodra hij gekleed was, legde ze hem in zijn wiegje, gaf hem de pop in zijn armpjes, kuste hem, zeggend: Dag zoete schat, tot twaalf uur hoor, dan komt je moeder je weer halen.
Maar alsof hij haar begreep, keek hij haar na met droeve blikjes, pruilend mondje en nauwingehouden traantjes, die te vloeien begonnen, zoodra zij de deur achter zich had gesloten.
- Zul je eens naar hem gaan kijken, wanneer hij te hard schreit? vroeg ze het dienstmeisje, dat haar aankeek, alsof ze haar geen goede moeder vond.