Goede stoffen, keurig-zittende japonnen, modehoeden, een dames-parapluie, en dito parasol, al deze, wanneer men ze aanschaft inderdaad niet altijd goedkoope dingen, worden door de ten onzent haar eigen brood verdienende meisjes heel dikwijls overbodig geacht. -
En dat zijn zij toch niet. -
Ik bedoel niet dat een meisje zonder geld zich moet kleeden als een rijke dame, met dure veeren of dito bloemen op haar hoed, en onnoodige modesnufjes; ik bedoel dat zij moet trachten er zoo voordeelig en zoo goed mogelijk uit te zien, juist omdat zij, welke ook hare brood verdienende betrekking zij, lééft van de menschen, dientengevolge hen nóódig heeft; en, waar nu de menschen, zoowel mannen als vrouwen, zich veel eerder laten winnen door een aangenaam, gracieus voorkomen dan door een dat terugstuit, daar spreekt het bij eenig nadenken van-zelven, dat elke vrouw wijs doet, juist wanneer zij géén geld heeft, dubbele zorg te besteden aan haar toilet, en, in het bijzonder zich niet te verwaarloozen in die kleinigheden, die haar doen verliezen in de oogen van ‘men’ haar dame-schap. -
- Lang geleden, zij is reeds zoo lang dood dat ik het gerust durf vertellen hier, heb ik eene barones gekend, baronesse zoowel door haar huwelijk als geboren baronesse, en behoorende door die geboorte tot een der oudste adelijke familieën van ons land. - Niemand die deze dame niet van naam kende, zou echter in haar persoon hebben vermoed haar rijkdom, haar stand, haar hooge positie die zij innam door haar man. - Armoedig gekleed in de hoogste mate, met slecht-verzorgde nagels, en lompe schoenen, met een zeer slechten gang, waardoor haar uiterlijke onbevalligheid nog werd verhoogd, maakte zij den indruk van wat de wereld pleegt te noemen: een aangekleede keukenmeid, (hetgeen overigens een zeer onrechtvaardige uitdrukking is, omdat er zeer vele uiterst beschaafd-uitziende, en met allerliefste gezichtjes bevoorrechte keukenmeiden bestaan, die de kunst zich goed te kleeden veel meer begrijpen dan soms hare meesteressen.)
Maar... juist tengevolge van hare hooge positie, en door haar grooten rijkdom en haar aristocratische afkomst, kon deze dame zich dit alles veroorlooven. Want, ten eerste had zij de menschen niet noodig, behoefde zich er niet om te bekommeren of deze haar sympathiek vonden of niet, en ten tweede was zij om bovengenoemde redenen immers overal bekend als baronesse Zoo en zoo. - Niemand in de stad harer inwoning die niet wist wie ze was, en haar niet diep groette daarom. - Zoo is de wereld nu eenmaal.
Hoe hooger we zijn in rang, en vooral hoe meer geld we hebben, hoe excentrieker we ons kunnen kleeden als ons dat zoo behaagt. - Maar, indien dat niet het geval is, indien we moeten door de wereld komen door het woekeren met onze gaven en talenten, omdat we geen kapitaal bezitten waarvan de rente ons onafhankelijk maakt van iedereen, juist dan is het in ons onmiddelijk belang ons-zelf niet zóó slecht en zóó kaal te kleeden, dat we dáárdoor, als we solliciteeren, of wat het ook zij dat op onzen weg ligt van dien aard, een ongunstigen, on-vrouwelijken indruk maken.
Niet zonder reden verlangen de modemagazijnen, en over het algemeen de winkels van den eersten rang, van hunne winkel-juffrouwen dat zij er keurig-gekleed uitzien, met heel-zorgvuldig gekapt haar, en uitstekend-zittende japonnen die - waar de juffrouwen die dikwijls zelf niet kunnen bekostigen - in vele groote modemagazijnen voor haar worden gemaakt, bij hare intreden, op kosten van het magazijn-zelf. - De eigenaars en directies weten het wèl, dat de koopers gemeenlijk de chic en de fijnheid van den winkel afmeten naar het meer of minder gedistingueerde voorkomen van de bedienende dames. En daarenboven trekt een juffrouw die er goed gekleed uitziet uitteraard reeds eerder het publiek tot zich, dan eene met een verslonsd voorkomen. -
In den onderwijzeressen- apothekers-bedienden- postbeambten- bureau-juffrouwenstand, en al de klassen van dien aard, waartoe juist de beschááfde middelklasse over het geheel behoort, ziet het er dikwijls treurig uit met het toilet. - In het bijzonder wordt de ‘eenvoud’ zoo dikwijls gezocht in een per-se niet flatteerend vilt-hoedje, of quasi-Panama met een dwaas verbogen rand, of een kinderachtig ‘pels’ mutsje van kattenbont, of een andere wansmakelijkheid van dien aard, als of een voor gelaat, haarkleur, vorm van hoofd geschikte hoed niet in elken vorm en elke soort netjes gegarneerd is te krijgen heden ten dage voor weinig geld.! - Hetzelfde geldt van de geheel vorm-looze lange morsjakken, die vele dergelijke jonge meisjes aantrekken bij wijze van jacquette. Dat oudere en dikkere figuren daarin dikwijls beter uitzien dan in meer gesloten paletots spreekt van-zelf. Maar juist daarom zij dezen gelaten wat haar het best kleedt, zonder daarvan een algemeenen regel te maken, als wapen dat als het ware afficheert: Ik ben een werkend meisje. - De geheel-onnoodig-overdreven korte rokken en lompe schoenen die daaruit kijken, de dikke slechtopgerolde parapluie, behoren tot dezelfde afkeurenswaardige rubriek van dingen die ook een meisje zonder geld kan afschaffen. -