II.
Zeer geachte freule,
Natuurlijk kom ik weer met een verzoek tot U, zou U me willen helpen, met eene annonce op te stellen, voor 't volgende doel.
Gepasseerde week zag ik een stuk of 6 jongens, druk bezig op een grasveld een hondje op te willen vangen, hetgeen alles behalve zacht toe ging.
Ze hadden 't lieve dier een touw om de nek gebonden en trokken er maar aan, maar 't kleine dier verdedigde zich zoo flink, dat ze er bang voor waren en 't niet aandurfden pakken want het beet, beweerden ze. Gelukkig was er een agent bij, die op mijn verzoek, de jeugd verjoeg, en spottend zei: ‘nu pakt u 't maar op.’
Ik heb er eerst tegen gepraat, zachtjes aan 't touwtje getrokken, 't liep mee, en toen opgepakt, 't arme dier was daar zeker de heele nacht buiten geweest.
Om kort te zijn, nadat de kleine schat door 'n kennis van me gebaad en verzorgt was, is 't een allerliefst klein slim diertje; maar die dame heeft een hond en kan haar onmogelijk houden.
Ik ben niet handig in 't opstellen, en eerlijk gezegd, ik vind zoo zelden ‘echte hondenvrienden,’ wel in naam maar niet in daad.
Een hond is voor mij meer dan de meeste menschen, deze kleine heldin moet een goed tehuis hebben. Ik ben helaas niet mijn eigen baas.
Wilt U zoo beleefd zijn en de advertentie wijzigen, liefst totaal veranderen en aan den Heer Veen zenden.
Met hartelijken dank en vriendelijken groet,
hoogachtend,
(Zie vragenbus).
M.v.F.