Nu, er behoort wezenlijk moed toe hier op reis te gaan. De gemakken der Amerikaansche treinen zijn beroemd, maar de tallooze ongelukken zijn berucht.
Eerst springt in New Jersey een trein van een brug, 70 menschen verdrinken, - dan een mooie botsing bij Chicago, 54 dooden, velen verbranden levend - een paar dagen later ontspoort een California express, 25 gedood, talloozen gewond, en zoo gaat het maar door, al dit in één maand. In 1906 alleen een totaal van 10.000 dooden en 100.000 verminkten!
Voor ik dus in
Royal Gorge. Colorado.
New York in den trein stapte, bewerkte ik mijn geest zoodanig, dat ik ongeveer als fatalist mijn reis begon. Behalve het Centraal Station zijn de meeste andere buiten de stad, aan den overkant van de Hudson en moet je dus eerst de rivier oversteken voor je je tocht kunt beginnen.
Mijn wagen maakte op mij den indruk van een langen, nauwen gang, aan weerskanten gordijnen, daarachter twee rijen boven elkaar ruime, zindelijke slaapplaatsen. gemakkelijker dan de bedden aan boord. Ik had gelukkig een benedenbed en kon dus zonder ladder gauw tusschen de frissche lakens kruipen en behalve de eerste nacht sliep ik er haast net zoo lekker als in mijn eigen bed thuis. Ik werd pas wakker door de ‘first call for breakfast in the dining car’ en vond het dus wel zoo wat tijd om op te staan. De bedden verdwenen nu éen voor éen, de gordijnen, dekens, kussens werden op het bovenste bed gelegd en tegen den zolder geheschen, het onderste geraamte van rieten banken werd omgekeerd en de zitplaatsen voor overdag waren klaar. Onze neger veegde den wagen bij, zij, die proviand hadden konden tafeltjes opslaan en ontbijten en ieder richtte zich zoo gemakkelijk mogelijk in.
Een drawback in de Amerikaansche treinen is het eeuwigdurende venten van allerlei dingen. Iedere vijf minuten hoor je wat door den wagen galmen: California grapes, bananas oranges, dan weer nootjes en chewing gum, tijdschriften, prentbriefkaarten, stofbrillen, snuisterijen, stukjes erts, kranten en dan begint het weer van voren af aan. Ook is er een voortdurend gekletter van asch op het dak van den wagen, maar daar staat tegenover dat de treinen zacht loopen en vlug rijden. Al te vlug soms, vooral de Limited treinen (sneltreinen). ‘Vader’, vroeg een kleine jongen, ‘wat is toch een ‘limited trein?’ ‘Wel vent’, was het antwoord ‘ze noemen die trein zoo omdat slechts een limited (beperkt) aantal van de reizigers de plaats van bestemming bereikt!’
Wat zag ik al niet op die dagenlange reis naar het Westen de Alleghanies, de roodvlammende smeltovens van Pittsburg, de meren, de boerderijen er omheen, Chicago, de vuilste stad van Amerika, de eindelooze vlakten van Nebraska, een troostelooze eenzaamheid, toendra-achtig, troosteloozer hoe verder je naar het westen kwam. Toen Colorado en eindelijk, daar zag je in de verte de toppen der Rocky Mountains!
Net Hollansche duinen. Maar als je dichter bij kwam, zag je toch wel eenig verschil! Steil rezen ze op uit de vlakten van het Verre Westen. Pikes Peak; meer dan 15000 voet hoog aan je rechterhand en dan, daar draaiden we links om de Royal Gorge in, na de beroemde Can̄on in Arizona de meest bekende in Amerika.
- Met Amerikaansche roekeloosheid slingerden we om scherpe hoeken en door korte bochten, steeds langs de onrustig stroomende Rio Grande, niet veel meer dan een ondiepe bergstroom. Hooge, scherpe rotsen aan beide kanten, waarvan je de toppen meestal niet